zondag, november 01, 2009

Door rivieren omringd


In het voorjaar van 2008 publiceerde uitgeverij Liverse mijn kroniek En vooral: de gordijnen dicht, een op dagboekaantekeningen, brieven en e-mails gebaseerd semi-autobiografisch boek waarin ik een kijkje geef achter de normaal stevig gesloten gordijnen van mijn woningen in Dordrecht en Thessaloniki, in de periode augustus 2004 tot september 2005. Op het ogenblik werk ik aan een vervolgdeel, dat, als we tijd van leven hebben, in 2011 zal verschijnen. Onderstaande notities zijn een voorpublicatie uit deze kroniek, waarvan de titel zich nog niet heeft aangediend. De teksten betreffen de voorjaarsmaand april 2006. Onderaan de tekst zijn ter verduidelijking enkele noten opgenomen.


Zondag, 2 april 2006:

Bij Visser1 drong gisteren een oud-studiegenoot zich aan ons op. Dronken, verloederd, aan lager wal geraakt en niet in staat meer iets verstandigs uit te brengen. We zijn beleefd gebleven, maar we waren blij toen het tijd was op te stappen, zodat we ons zonder onaangenaam te hoeven zijn van hem los konden maken. Ik heb een hekel aan dat soort onnozelaars, die menen tegen je aan te mogen zaniken, alleen omdat ze ooit een paar banken bij je vandaan in de klas zaten. Nooit iets te melden, maar altijd tuk om op jouw kosten mee te drinken.


Las in het NRC-Handelsblad een treurig makend artikel over de redeloze angst voor illegale immigranten in de VS en de daaruit volgende toestanden langs de grens met Mexico. Ze hebben er nog zoveel ruimte, maar ze zijn al even benepen als wij Nederlanders op ons postzegelgroot stukje Europa. Hun hele geschiedenis lang al koesteren de Amerikanen ergens een redeloze angst voor: de Indianen, de drank, de communisten, de islamitische fundamentalisten en de illegale immigranten. Angst is een slechte raadgever, luidt het gezegde. Vandaar dat de Amerikanen ook al hun hele geschiedenis lang dood en verderf zaaien.  


Dagdroom: een bestseller schrijven en met het geld daarvan een huis op Samothraki kopen om ons daar een flink deel van het jaar terug te trekken. Ik ga Stella2 wakker maken voor een ontnuchterende middagwandeling.


Maandag, 3 april:

Om de zoveel tijd staat er een druiloor op die roept dat er iets aan de vakanties van de leraren moet worden gedaan. Dit keer een rector die een of ander proefschrift heeft geschreven. Dat alleen maakt hem al ongeloofwaardig. Als je als rector de tijd hebt om te promoveren dan ben je óf rector van een minischooltje dat niets voorstelt óf je bent iemand die zijn werk niet serieus neemt.


Eerstdaags hopen we van het Fonds voor de Letteren te horen. Gaat de reis naar John Burnside in Schotland niet door (en zonder reisbeurs gaat het niet door) dan willen we een weekje naar Florence. Vorig jaar verheugden we ons op een week Nicosia. Ik zou zo weer naar Cyprus3 willen, maar het liefst ging ik naar Samothraki, waar ik mij geweldig thuisvoel. Als ik uit het onderwijs ben wil ik met Stella al die geliefde streken uit mijn jonge jaren opnieuw bezoeken. We waren al in Lissabon, maar we moeten zeker naar Ierland, naar de Hebriden, naar Wales, naar het Lake District, de Yorkshire Dales, de Pyreneeën. Dat trekt me allemaal veel meer dan exotische, verre streken. Misschien gaan we ooit naar Indonesië, vanwege mijn 'Ons Indië-gevoel,' en naar Suriname, for old time's sake, maar verre streken als China, Japan, Australië: om de een of andere reden trekt dat me allemaal niet meer en er zijn genoeg mooie reisboeken over.


Dinsdag, 4 april:

De dag doorgebracht in de polder, met Henk Nieboer,4 als controlepost bij de Westhaven voor de geografische fietstocht van de derde klassen. Er stond een ijskoude noordwestenwind en om de zoveel tijd viel er hagel of regen. Gelukkig hadden we de auto van Henk om in te schuilen en een thermoskan koffie, maar die arme kinderen stierven van de kou. Door de hoge waterstand was een stuk weg bij de Zuidhaven ondergelopen. In plaats van om te rijden gingen de meeste leerlingen er dwars doorheen, met als gevolg drijfnatte voeten. Vier meiden kwamen zelfs op blote voeten aanfietsen, bij een temperatuur van vijf graden!  


Donderdag, 6 april:

Gisteravond Han5 aan de lijn met een nieuw rampbericht: een goede vriend, oud-collega, toneelschrijver en regisseur van cabaret JAT, heeft leverkanker en is ten dode opgeschreven. Ik ben er de hele avond beroerd van geweest. Een maand geleden was er ogenschijnlijk nog niets aan de hand en nu is hij al door de doktoren opgegeven.


De Selected Poems van John Burnside zijn aangekomen. Ik heb er een handvol vroege gedichten uit gekozen om mijn eerdere selectie aan te vullen. Voor ik verder ga vertalen zal ik de keuze voorleggen aan Wagner & Van Santen, hoewel ik vanuit die hoek weinig commentaar verwacht. Van het Fonds voor de Letteren nog niet vernomen of W & vS de gevraagde 'letter of intend' (zoiets kan natuurlijk weer niet in het Nederlands) nu werkelijk heeft gestuurd of dat het bij een niet nagekomen belofte is gebleven. Overigens halen we eind april/begin mei nooit meer om naar Schotland te gaan, dat zal wel oktober worden. We gaan dus eerst naar Florence.


Gisteravond deel twee van een documentaire over het leven van Gerard Reve bekeken. Aan het einde sloeg de aftakeling toe. Triest om te zien. Vervelend dat het weer zo laat op de avond werd uitgezonden. Waarom niet direct na het Achtuur-journaal, in plaats van die hysterische hetzers van Netwerk?


Zaterdag, 8 april:

Het was prettig om Maarten van Rossem gisteravond een groot aantal verstandige dingen te horen zeggen in de kunstkerk. Ook Stella heeft van zijn lezing genoten, ze is een grote fan van Maarten. De zaal zat vol, maar waarom werd de bijeenkomst niet in het Hof gehouden? Die  kunstkerk is als puntje bij paatje komt maar een afgetrapte ruimte, een beetje achenebbisj. Na de lezing de vernieuwde editie van De Verenigde Staten in de Twintigste Eeuw gekocht en Heeft geschiedenis nut? Voorlopig hebben we weer genoeg te lezen: behalve de Selected Poems van Burnside arriveerde van de week ook Istanbul van Orhan Pamuk. In het Engels. Kon ik het maar in het origineel lezen, maar nog een taal erbij leren is teveel van het goede.

 

Zondag, 9 april:

Gerard Reve is gisteravond overleden aan de gevolgen van Alzheimer. De grootste Nederlandse schrijver van de Twintigste Eeuw. Gelukkig hebben we bijna al zijn boeken. Als we op reis gaan, gaat er vrijwel altijd een Reve mee, meestal een brievenboek. Soms noem ik hem in mijn dagboeken of in brieven aan vrienden oom Reve, maar hij was ook werkelijk een letterkundige oom, wiens werk mij steeds weer boeit en inspireert. Het is een schandaal en een blamage dat hij nooit de Nobelprijs heeft gehad en dan die beschamende vertoning onlangs toen de koning der Belgen hem de Staatsprijs der Nederlandse Letteren niet persoonlijk mocht uitreiken vanwege het feit dat Matroos Vos naar het pielemuisje van een of andere puistenkop had gekeken. 


Maandag, 10 april:

Gisteren de hele avond volop aandacht voor Reve: op Nederland 1, op Canvas, op Nederland 3. Alles achtereen zodat het een soort doorlopende Reve-show was. Op Nederland 3, bij de Woestijnruiters, werd hij anderhalf uur lang herdacht, met Matroos Vos erbij via een telefoonverbinding met Machelen. Alleen vreemd dat ze Mulisch (Herrie Mulles, aldus Reve) hadden uitgenodigd met zijn ongepaste gekakel, waarvoor hij terecht een uitschijter kreeg van Wouter van Oorschot. In plaats van Mulisch had er een hopman van de zeeverkenners moeten zitten, met enkele te tuchtigen knapen in fluwelen broeken die strak om hun, nu ja, dat spreekt allemaal vanzelf. Na het programma verscheen er plotsklaps een horde trommelende en hupsende wilden op de buis. Ik dacht aan een eerbetoon uit Reve's taki-taki oerwoud, maar het bleek dat PSV het landskampioenschap voetbal had gewonnen, wat kortelings een wolk redeloos sentiment ontketende. Al snel daarna kwam men weer tot serieuze zaken en werd de beroemde huldiging van Reve in de Heilig Hartkerk herhaald. 


Zaterdag een reisje naar Florence geboekt. We logeren in een 18e eeuws palazzo bijna naast het Uffizi, aan de Arno, met zicht op de Ponte Vecchio. Het leek een fraaie aanbieding, maar al boekende kwam er een toeslag hier en een extra daar bij, zodat we uiteindelijk voor hetzelfde geld een hele zomer in ons schrijfhuis in Thessaloniki zouden kunnen zitten. Besloten om het toch maar te doen, de tijd dat we als paupers in een Parijs vlooienkot op zes hoog zonder lift moesten logeren is tenslotte wel voorbij en zo willen we ook nooit meer op reis. Bovendien hebben we Florence dan in ieder geval nog gezien voordat de Amerikanen hun volgende stommiteit uithalen en een alles verwoestende oorlog met Perzië beginnen.


Een mooi portret van Gerard Reve opgehangen in mijn lokaal. Mijn exemplaren van Moeder en zoon en Wolf blijken zoek te zijn. Ik weet zeker dat ze niet in Griekenland staan, dus waarschijnlijk heb ik ze aan iemand uitgeleend. Het bekende verhaal. Ooit trof ik in de boekenkast van een collega een roman van E.M. Forster aan met mijn handtekening er in. 'Ik dacht dat ik dat boek van iemand had gekregen,' zei hij, 'maar ik ben er nooit toe gekomen om het te lezen.' 


Er trekken weer buien over de stad. Het hagelt. Het is in deze week voor Pasen even koud als met Kerst. En dan moet je iedere keer weer het gejammer van die onheilsprofeten aanhoren met hun doemscenario's vanwege het broeikaseffect. Van de bomen staat er nog niet een in blad, maar toch begint de natuur langzamerhand voorjaarstrekken te vertonen: hier en daar bloeit al iets, de waterkippen zijn gaan broeden en de tulpen zetten door.


Zondag, 16 april:

Eerste Paasdag. Stella heeft vanmiddag 'skaltzounákia' gebakken, met zoetigheid en noten gevulde koekjes, een soort pasteitjes, die ze in Griekenland voor de Pasen maken. Ondanks de straffe noordenwind die ons nog steeds teistert, heb ik een stevige wandeling langs de Dordtse havens gemaakt, zoals opa Bekker6 dat na zijn pensionering dagelijks deed. Via de Singel en de Hoogt naar de Buiten Kalkhaven en verder via de Bomkade, de Hooikade, de Buitenwalevest, de Wolwevershaven (waar Jan Eijk(elboom) ooit een tijdje woonde), naar het Groothoofd, de Merwedekade en de Riedijkshaven, de laatste in de rij. Vervolgens over de Noordendijk, de Groenedijk en de Krommedijk weer op huis aan. Ik deed er een uur en een kwartier over en voelde mij daarna zeer verkwikt. Er is in Dordrecht in het verleden door onbekwame, domme, kortzichtige en megalomane stadsbestuurders veel verwoest, verziekt en verprutst, maar het havenkwartier is nog deels ongeschonden en heeft een grote aantrekkingskracht op me. Ik kan er al wandelend wegdromen in de geschiedenis van de stad en in mijn eigen verleden. Ik voel me altijd bijzonder prettig aan de rivier, die met zijn troebel water een beetje mysterieus, maar ook rustgevend naar zee stroomt. Dat het Eiland van Dordrecht door rivieren wordt omringd geeft me een gevoel van geborgenheid, al is dat natuurlijk je reinste zelfbedrog met al die bruggen en tunnels. 


In het NRC-Handelsblad een interessant artikel over het onlangs gepubliceerde evangelie van Judas, dat een heel ander licht werpt op de handel en wandel van J. v. Nazareth en zijn volgelingen. Dat doet mij eraan denken dat ik het boek Valsheid in geschrifte, over alle list en bedrog waarmee de bijbel tot stand kwam, nog op mijn wensenlijst moet zetten. 


Maandag, 17 april:

Een lichte verbetering van het weder, zodat we na de middag samen een poosje in de tuin hebben gewerkt. Bij een tuincentrum planten en heesters gehaald, waaronder een salix integra, wat een soort wilg blijkt te zijn en een ceanotus griseus, volgens Bartjens een Amerikaanse sering. Ik geloof het allemaal direct. De tuin ligt gedeeltelijk beschut tegen de nog steeds voortdurende noordwester, maar zodra de zon eruit is, is het meteen weer akelig fris.


Zaterdag bij de Italiaan7 zaten een tafel verder de meisjes P. uit B1g en V4, met hun moeder. Ze deden alle drie hun uiterste best om mij niet te zien en dus niet te hoeven groeten. Van twee verlegen giechelpubers kan ik me dat wel voorstellen, maar dat een moeder daarin meegaat wijst op een pijnlijk gebrek aan fatsoen en wellevendheid. Ik zal er in de les uiteraard geen woord aan vuil maken maar het heeft me een beetje gestoord. 


Woensdag, 19 april:

De pest in. Carolien van Santen heeft zich niet aan haar belofte gehouden om een intentieverklaring naar het Fonds voor de Letteren te sturen. Dan vraag je je toch af wat zo'n uitgeverij zich aan zijn medewerkers gelegen laat liggen. Prachtige boeken maken is niet voldoende, je dient je ook enigszins om je schrijvers en vertalers te bekommeren. E-mails of voice-mails worden door Richard van den Dool nooit en door Carolien zelden beantwoord. Huib Fens is daar wel heel attent in, maar die zit ver weg in België. Als hij me nodig heeft voor informatie of voor een of ander adres weet Richard me wel te vinden, Carolien ook, maar andersom laten ze het afweten.  


Vrijdag, 21 april:

De eerste echte voorjaarsdag. Bij de Watertoorn8 zelfs buiten gezeten met Henk Nieboer en, voor het eerst sinds lange tijd, Archie Wijngaarde.9 Er is voorspeld dat het morgen ook mooi wordt, maar naarmate het weer verbetert zakt mijn stemming. Van Wagner & Van Santen nog steeds geen enkele reactie op mijn e-mail met de vraag hoe het zit met die intentieverklaring. Van de zes Engelse uitgeverijen die we aanschreven over Afrodite en Europa heeft alleen Verso beleefd (maar afwijzend) geantwoord. Na een eerste, zeer belangstellende reactie van Bibliopolis in Duitsland heb ik een Nederlands en een Grieks exemplaar opgestuurd, maar daarna heeft mevrouw Herford-Koch op geen enkele brief of e-mail meer gereageerd, zelfs een boek dat ik heb besteld is niet gekomen, terwijl men daar voorheen toch zeer punctueel in was.


Zondag, 23 april:

Grieks Pasen (het echte Pasen):

Wat een ellendig voorjaar! Een waterige zon en kou. Wat onkruid gewied, maar het is onaangenaam buiten. Ik had gehoopt op een mooie dag met lekker lezen op de veranda. De warmte zal wel in de loop van de week komen, als we tot laat op de dag in ons muffe schoolgebouw moeten zitten. Gisteren bij Visser met Lupius, Thijs10 en Jan Eijk. Jan was eigenlijk onderweg naar Albert Heijn, maar hij schoof een poosje aan voor hij de winkel en daarna de keuken in moest. Het gesprek kwam op de begrafenis van Gerard Reve en waarom Hugo Claus niet werd geïnterviewd voor de televisie. Jan heeft van Remco Campert gehoord dat het niet goed gaat met Claus. Hij schijnt behoorlijk in de war te zijn.


Ook al zwijgen Wagner & Van Santen als het spreekwoordelijke graf, met mijn Burnsidevertalingen gaat het goed. Als ik er in dit tempo aan doorwerk heb ik ze binnenkort af en kunnen we goed voorbereid naar Schotland, als dat er ooit nog van komt. De bedoeling is nu in oktober, maar de vraag is of het Carolien van Santen lukt om tijdig een standaardbriefje van vier regels uit de computer te krijgen.


Maandag, 24 april:

Hoewel het nog niet echt stralend was, was het eindelijk aangenaam genoeg om na schooltijd met Stella een uurtje in de tuin te werken. De tulpen raken in bloei, de kerriestruik staat er prachtig bij, de forsythia is alweer bijna uitgebloeid. Stella heeft allerlei plannen voor haar kruidentuin. We gebruiken al een paar jaar kruiden uit eigen tuin en daar hebben we veel plezier in. Als we in Griekenland wonen willen we een flinke moestuin om zoveel mogelijk zelf onze groenten en kruiden te verbouwen. Fruit kunnen we in overvloed uit de boomgaard van Menelaos en Savvas11 krijgen. Misschien dat we met de familie het oude Turkse huis in Theodósia gaan restaureren, dat we dan in de zomer als schrijfhuis zouden kunnen gebruiken.


Las bij Pamuk: 'The first thing I learned at school was that some people are idiots; the second thing I learned was that some are even worse.' 


Dinsdag, 25 april:

Gisteravond rond acht uur sensatie in de straat. Een zwerm politie, linten, afzettingen. Geïnformeerd wat er aan de hand was. 'Er zijn explosieven gevonden.' Of we maar binnen wilden blijven en niet bij de ramen wilden gaan zitten. Een oude vuurpijl, dacht ik. 'U hoort nog van ons,' zei een agent. We hebben rustig naar het nieuws gekeken en daarna naar de quiz van Maarten van Rossem. Van de politie hebben we niets meer vernomen. Vanmorgen meldde de krant dat kinderen een paar oude mortiergranaten hadden gevonden op het terrein waar vroeger garage Van Heumen zat, naast nummer 54. Je vraagt je af hoe die dingen daar zijn gekomen. En die kinderen ook trouwens. Volgens de krant had men de gehele straat geëvacueerd. Tja, de krant...maar je mag die betrouwbare boodschapper natuurlijk niet bekritiseren.


Vanmiddag weer tevergeefs naar Wagner & Van Santen gebeld: het eeuwige antwoordapparaat dat altijd belooft dat ze zo spoedig mogelijk zullen terugbellen. Ik word er moe en moedeloos van.


Ik geniet van het boek van Pamuk. Het verhaal heeft iets dromerigs en, gelardeerd met oude zwartwitfoto's, ook iets bekends. We zijn ongeveer even oud. Mijn jeugd is ook vastgelegd in zwartwit.


Niets vertaald. Na een lange en vermoeiende dag op school kon ik de concentratie niet meer opbrengen. Na afloop van de studiemiddag was er een borrel wegens het vertrek van Peter van de Steenoven als locatiedirecteur naar de Kapteijnweg. Hoewel ik maar een flesje Palm en een glaasje rode wijn heb gedronken, was de fut er daarna uit. Stella en ik zijn op een leeftijd dat we behoefte hebben aan een siësta, zoals we die altijd in Griekenland houden. Het levensritme daar past veel beter bij mijn biologische klok. Morgen alweer zo'n lange dag, door de aanmeldingsgesprekken met de aanstaande lichting tto-leerlingen.12 Ik zie er tegenop. Ik heb helemaal geen verstand van zoiets en ben ten ene male onbekwaam om te oordelen of zo'n kind wel of niet geschikt en voldoende gemotiveerd is. Ik zit daar wel gewichtig te doen, maar uiteindelijk laat ik iedereen toe, behalve als het evident is dat een kind er absoluut geen zin in heeft en zich onder druk van te ambitieuze ouders heeft aangemeld. Zo'n geval heb ik eigenlijk nog nooit aan de hand gehad, of het is mij geheel ontgaan.


Woensdag, 26 april:

Die twee oude mortiergranaten die ze bij Van Heumen hebben gevonden blijken in de huis-aan-huis-pulp de sensatie van de week te zijn. Nu was ineens de gehele wijk geëvacueerd. En dat allemaal voor twee roestige krengen zonder lading (al bleek dat achteraf).


Donderdag, 27 april:

Vanmorgen bracht de post drie exemplaren van het Griekse literaire tijdschrift Entefktirio met daarin Stella's Eijkelboomvertalingen. Ze staan er keurig, foutloos in. Het levert haar geen cent op, maar ze legt er wel eer mee in.


Morgen op zoek naar een goede reisgids over Florence en een boekje Italiaans voor op reis. Ik kan daar moeilijk aankomen met mijn Grieks of m'n drie woorden Portugees, hoewel de meeste obers wel een soort Engels zullen spreken.


Vrijdag, 28 april:

Op de PvdA hoeven we bij de aanstaande Kamerverkiezingen niet te stemmen. Wouter Bos kwam gisteren met de mededeling dat hij, als hij premier wordt, de levensloopregeling gaat veranderen. Die mag dan niet meer gebruikt worden om met vervroegd pensioen te gaan. Een infame opvatting. Ineens zijn we 'elite' geworden en moet er iets worden gedaan aan 'de perverse solidariteit tussen arm en rijk,' wat dat ook moge zijn. Ondertussen stelt hij wel voor het ontslagrecht te versoepelen. Ik ben volop aan het sparen om in 2009 vervroegd met pensioen te gaan, zodat we eindelijk naar Griekenland kunnen vertrekken, waar het klimaat zoveel beter is voor Stella's gezondheid. Het zal me toch niet voor de zoveelste keer gebeuren dat ik wegens bedrog door de overheid achter het net vis? Hoe dan ook, Wouter Bos of geen Wouter Bos, wij gaan onze plannen uitvoeren, eventueel zonder levensloopregeling. We zien dan wel wat ik uiteindelijk op mijn vijfenzestigste krijg.


Vandaag maar weer eens naar Carolien van Santen gebeld. Weer het antwoordapparaat. Weer die loze belofte dat er zo spoedig mogelijk zal worden teruggebeld. Richard van den Dool geprobeerd. Ook een antwoordapparaat. Zou de uitgeverij nog wel bestaan?


Zaterdag, 29 april:

Vandaag wordt koninginnedag gevierd. Op zondag mag dat niet in geseculariseerd Nederland. Het is de guurste koninginnedag sinds ik me kan heugen. Toch is Stella naar de stad om te kijken of ze tussen alle rotzooi die daar op straat wordt verkocht nog iets aardigs kan vinden. Ik heb ondertussen de auto bij Marja en René13 gestald en daarna bij ma koffie gedronken. Daarna even de stad in gelopen in de hoop Stella te ontmoeten en om sigaren te halen, maar al snel ben ik weer naar huis gevlucht. Al die mensen die hun troep aan anderen proberen te slijten en dan die oranjedebielen. Over het Beverwijcksplein fietste een vrouw van tegen de zeventig met een hoge hoed van oranje karton op haar kop. Daar trekken je tenen toch van samen? Dat is toch pure majesteitsschennis? Met mooi weer op een terras met een drankje erbij wil ik het nog licht geamuseerd gadeslaan, maar onder deze klimatologische omstandigheden zijn die zotten niet te harden. Vanmiddag na het koffers pakken ga ik misschien nog even naar Visser, in de hoop dat het daar niet vol dwazen zit. Op de Spuiboulevard wordt de jeugd beziggehouden met een ongehoorde geluidsstorm die ze 'Boulevard of Dance' noemen. Geweldig, laat ze maar hopsen, als ik er maar niet in de buurt hoef te komen.


Zag Hans en Yvonne Peters bij Visser. Heel lang niet ontmoet. Oude herinneringen aan zomerse zaterdagavonden met de heren van Bobby Kinghe14 op het terras van Centre Ville, in de tijd dat die tent nog niet zo idioot vroeg sloot. Yvonne woonde met haar toenmalige vriend boven de chocolaterie op de Voorstraat en kwam vaak na haar werk even mee kletsen omdat die vriend meestal op wereldreis was. Later met Hans woonde ze in het flatgebouw aan de Taankade, onder Lupius en Peter Bonte,15 maar inmiddels zitten ze al jaren in een van die labyrinten op Sterrenburg waar je nooit de weg kunt vinden, omdat ze door een dronken architect zijn ontworpen en mank gaan aan een volstrekt onlogische huisnummering. Zo'n wijk met veel verkrachtersvriendelijk groen, een overmaat aan hangjeugd en echtscheidingen en allemaal van die huisvaders die op zaterdag hun auto staan te wassen.


©Kees Klok, Dordrecht/Thessaloniki


Noten:

1   Poffertjessalon Visser is het Dordtse stamcafé van de auteur.

2   Stella Timonidou (overleden 2007), echtgenote. 

3   Kees Klok publiceerde een geschiedenis van Cyprus (Afrodite en Europa, Utrecht 2005).

4   Goede vriend en (oud)collega aan het Stedelijk Dalton Lyceum te Dordrecht.

5   Han van Gorkom, goede vriend.

6   Grootvader van moeders zijde.

7   Restaurant Costa 'd Oro.

8   Café in de voormalige watertoren van Dubbeldam, waar het Genootschap ter Bevordering van Eb & Vloed regelmatig bijeenkomt.

9   Archie Wijngaarde, goede vriend en gepensioneerd collega.

10 Lupius = Gerrit de Wolf; Thijs = Thijs Waaifoort, beide goede vrienden.

11 Menelaos en Savvas Timonidis, zwagers.

12 Leerlingen die het tweetalige onderwijs Engels-Nederlands volgen.

13 Zus en zwager.

14 Stichting Produktiegroep Bobby Kinghe, voor de bevordering van kunst en literatuur, werd in de jaren zeventig door de auteur en enkele      goede vrienden opgericht. De naam werd bedacht door Gerrit de Wolf.

15 Peter Bonte (overleden 1995), goede vriend en studiegenoot.



3 opmerkingen:

Anoniem zei

Heerlijk om die fragmenten vast te lezen, kijk erg uit naar dit nieuwe boek!
Marja

wim jilleba zei

Met interesse gelezen Kees, hier en daar met een brede grijns,een lichte frons,ook ontroerd(daar waar je jullie plannen voor de toekomst ontvouwt, toen niet wetende wat je boven het hoofd hing door de ziekte van Stella).
De vlotte schrijfstijl blijft boeien, dus kom op met dit boek!

Wat is toch die club "Ter bevordering van eb en vloed?"
vr.gr.Wim.

Anoniem zei

Visser was ook altijd onze stamkroeg met uitzicht op het plein , interessaqnt wat je hier allemaal aanreikt Kees. Dordrecht is een magische stad vroeger met wolkje blauw en het Dolhuis, het pontje naar Zwijndrecht.
Ja graag gelezen erg boeiend geschreven.

annemieke steenbergen-spijkerman