zaterdag, oktober 22, 2011

Literair dagboek

Bij Uitgeverij Liverse verschenen mijn kronieken, liever: literaire dagboeken En vooral: de gordijnen dicht (2008) en Idioten ontloop je nergens (2010). Deel drie is in wording en zal, als alles loopt zoals bedoeld, eind 2012 of begin 2013 verschijnen. Uit dit deel zijn reeds Literair dagboek: Schotland en Literair dagboek: Griekenland op dit weblog gepubliceerd. Onder de titel Literair dagboek zal ik nu en dan een fragment uit het komende boek opnemen.



Zondag, 4 maart 2007:

Mooie Dag van de Poëzie, gisteren, al lieten leerlingen en collega's van de belangrijkste cultuurschool van West-Europa het volledig afweten. Van de dichters kwam een zekere Ron Elshout, ook in het fonds van Wagner & van Santen, niet opdagen, terwijl Jan Eijkelboom en Ed Leeflang door ziekte wegbleven. Ed Leeflang werd vervangen door Hans Verhagen. Hij gaf me een boekje over een project dat hij samen met onze Dordtse Theo Kemp had uitgevoerd. Ik las er een paar mooie gedichten in.


's Middags gelezen in Pictura, met Elma van Haren. Aardige dame, die goede poëzie schrijft, maar die absoluut niet kan voordragen. Muziek door Jeroen Hobbel en Jean-Luc Jossa, Braziliaanse liederen. Erg goed. Ik heb ze inmiddels aanbevolen bij Joris Lenstra, voor zijn lezingen in de Rotterdamse bibliotheek. Bij de eerste voorstelling was er nauwelijks publiek. Nogal pijnlijk in die grote zaal. De andere twee optredens hadden een redelijke opkomst. De zaal heeft een prettige akoestiek en is zonder microfoon gemakkelijk te bespreken, maar dat moet je wel kunnen. Elma had een microfoon nodig, waar ze nogal onhandig mee omging. Het leek me geen pose, zoals bij sommige hooggeleerden op wetenschappelijke conferenties, maar zij heeft een natuurtalent voor het onhandige, wat ik eerlijk gezegd wel een sympathiek trekje vind.


Vóór het avondprogramma in het Hof vertrokken Elma van Haren en Mark Boog, wegens andere verplichtingen. Er werd gevraagd of de dichters elkaar wilden introduceren, dus Ad Zuiderent Tjitske Jansen, Tjitske mij, ik Eva Gerlach, die Pieter Breman, Pieter Hans Verhagen, Hans Tonnus Oosterhof en die tenslotte Peter M. van der Linden. Peters optreden was weer erg goed, evenals dat van Tjitske, die trouwens erg aardig is, iets wat je niet van iedere kunstbroeder of -zuster kunt zeggen. De meeste andere dichters droegen matig tot slecht voor, op Ad Zuiderent na. Later kwamen verschillende onbekenden uit het publiek Tjitske en mij complimenteren.


Tijdens de voorbereiding onderwierp Eva Gerlach Pieter Breman aan een vriendelijk kruisverhoor. Was haar voordracht maar even goed geweest als haar interviewtalent. Pieter was even verbaasd, maar zag er de humor wel van in. Er was weer goede muziek, Quarteto Rotterdam, een tangokwartet en soms quintet als er een zangeres bij kwam, maar ze speelden maar tot kwart voor tien en moesten toen naar een ander optreden. Ik vind dat zoiets niet kan. Stella en ik liepen met Tjitske mee naar het station en dat was een geluk bij een ongeluk, want er was iets met de Zwijndrechtse brug, waardoor het treinverkeer was gestremd. We hebben bij ons thuis eerst nog wat gedronken en haar daarna met de auto naar station Zwijndrecht gebracht, vanwaar ze verder kon reizen. Ze had ook bij ons kunnen overnachten, maar dat kwam in verband met iets in de familie, de andere dag, niet uit. Ik maakte voor we gingen slapen nog een brief van De Revisor open, waarin het bericht dat de Gopal-vertaling niet wordt opgenomen. Een dag kan ook nooit eens perfect zijn.


Dinsdag, 6 maart:

Bij het buiten zetten van het oud-papier heb ik op het nippertje acht exemplaren van De Groene Mug, de schoolkrant van Mulo-Groenedijk, kunnen redden. Hoewel ze ook op het Stadsarchief aanwezig zijn, zou ik het eeuwig zonde hebben gevonden als ik die dierbare herinneringen aan een deel van mijn middelbare schooltijd was kwijtgeraakt. Bovendien publiceerde ik mijn allereerste gedichten in De Groene Mug. Op een gegeven ogenblik kwam ik, ik zat in de derde, in de redactie, samen met Gerrit de Wolf, tegen wie ik toen hoog opkeek. Hij kon goed schrijven, goed voetballen (speelde een tijd in het eerste van DFC) en was bovendien twee jaar ouder dan ik. Dat telt als je veertien bent. Het was het begin van een vriendschap die tot op de dag van vandaag voortduurt.


Woensdag, 7 maart:

Revathy Gopal is vanmorgen in Bombay overleden. De kanker heeft het weer gewonnen. We hebben haar nooit persoonlijk ontmoet, maar kenden haar via haar zus Gomathy Venkateshwar, een van de deelnemers aan het seminar in Minneapolis, waar ik Stella leerde kennen. Door veelvuldig e-mail contact en door het vertalen van haar gedichten, was er een vriendschap op afstand ontstaan. Vanmiddag vervielen de lessen van Vwo-6, vanwege een excursie voor economie. Die tijd heb ik gebruikt voor een In Memoriam op mijn weblog. Ik heb ook een berichtje gemaakt voor de Contrabas, waar werk van haar is gepubliceerd. Ze is negenenvijftig geworden. Van onze leeftijd. Daar schrikken we ook weer van.


Geen opmerkingen: