vrijdag, februari 10, 2012

Haat-liefde


Af en toe kijk ik nog weleens naar video's die Stella en ik in de jaren '90 maakten. Een kijkje in een andere, voorbije wereld. We zagen er anders uit dan nu, kleedden ons anders en werden omringd door mensen die inmiddels zijn overleden. Mijn ouders, te veel vrienden en Stella zelf, alweer meer dan vier jaar geleden.


Niet alleen mijn privé-wereld is sindsdien veranderd, dat geldt evenzeer voor Dordrecht. De stad waar ik ben geboren, waarin ik opgroeide en waarin ik het overgrote deel van mijn onderwijsjaren vocht tegen de Haagse bierkaai van zogenaamde onderwijsvernieuwing. In 90% van de gevallen betekende dat verslechtering, door onzinnig hobbyisme van wereldvreemde pedagogen, waanideeën van politici en als modernisering verpakte Haagse schraapzucht.


Dordrecht veranderde van gezicht. Hier en daar werden wonden in de stad geslagen, werden prachtige gebouwen neergehaald, waarvoor gruwelijke nieuwbouw in de plaats kwam, die je ogen decennia later nog bezeren. Daar tegenover staat dat de Spuihaven opnieuw werd uitgegraven, waardoor het historische centrum iets van zijn karakter terugkreeg, en dat een deel ervan werd behouden door restauratie. Het Dordtse havenkwartier is beeldschoon, als je maar wegblijft uit de buurt van de Riedijkshaven. Het Hof was een van de liefelijkste plekken van de stad tot iemand op het Stadskantoor bedacht dat de bomen er weg moesten. Het Vrieseplein was lang het sfeervolle plein van mijn jeugd (ik ben er 50 meter vandaan geboren, op de Vrieseweg) tot de overheid een inmiddels failliete en incapabele aannemer alle ruimte gaf, waardoor er nu een kippenvel veroorzakend gat ligt te gapen op de plek waar ooit het fraaie restaurant Le Miroir en de fietsenwinkel van Bellaart stonden.


Het Beverwijksplein werd met zijn mooie fontein in oude luister hersteld, maar de nabije 'entree' van Dordrecht is een claustrofobische mislukking. Ik kan zo doorgaan. Veel te lang zaten we in de verkeersellende door alle bouwactiviteiten bij het station, maar ik zie maar weinig verbetering vergeleken met de vroegere situatie en het vage onderscheid tussen trottoir en fietspad vraagt om ongelukken. Het is bovendien een schandelijke blamage dat we de brasserie van het station kwijt zijn, maar dat kan Dordrecht niet worden aangerekend. Tegenover de mooie beelden van Gerhard Lentink in de Vriesehaven staat dat idiote bollenmannetje ter hoogte van de patatboer op het Begijnhof. Het lijkt wel of Dordtse ambities zelden kunnen worden gerealiseerd zonder een zekere knulligheid en wansmaak. Een gelukkige uitzondering is het prachtig verbouwde Dordrechts Museum.


Lange tijd had ik een haat-liefde verhouding met Dordrecht. Nog steeds wel, om eerlijk te zijn, maar naarmate ik ouder werd, begon de balans om te slaan in de richting van liefde. Inmiddels roept de regering dat er moet worden bezuinigd, vanwege de economische crisis, hoewel die zich nog maar mondjesmaat doet voelen en de jaren '30 ons hebben geleerd dat bezuinigen alleen geen doeltreffend medicijn is. Dordrecht kan niet ontkomen aan bezuinigingen en als door een soort natuurlijke reflex wordt daarbij als eerste gekeken naar cultuur. Een sector die in Dordrecht traditioneel is onderbedeeld. Vooral de letteren. Nu langzamerhand duidelijk wordt wat de Dordtse bezuinigingen op cultuur gaan betekenen, ben ik er allerminste zeker van of die liefde niet snel gaat omslaan in haat.



Geen opmerkingen: