zondag, april 22, 2012

Skyros (4)


Langs de weg van Skyros-stad naar Linaria staan verschillende kapelletjes, zoals je ze meer vindt in Griekenland. Soms zijn ze gewijd aan een heilige, vaker zijn ze ter nagedachtenis van iemand die op die plek is verongelukt. Twee ervan trokken mijn aandacht omdat ze opvallend gedecoreerd zijn, goed onderhouden worden en ook een foto van de dode bevatten. De ene is van een vijftigjarige man die enkele jaren geleden op de weg werd overreden. Onder zijn foto staat een hartverscheurend afscheid, geschreven door zijn vrouw. De andere is van een jong meisje, dat fier de toekomst in lacht. Het verhaal hier achter ken ik niet, maar ik kan het bedenken en mijn hart staat ervan stil. Als ik 's avonds de deur uit ga, neem ik een zaklantaarn mee. Gezien worden is een belangrijke voorzorgsmaatregel.

Vanmorgen heb ik de huurauto ingeleverd. Daarna ben ik omhooggeklommen over de steile weg die leidt naar de platia van Skyros-stad. Half elf op de zondagochtend, maar het was er al levendig. Bij de bakker een verse tiropitta gehaald voor de lunch en daarna op een terrasje, met uitzicht op de platia, koffie gedronken en een pijp gerookt. Er zat nog iemand met een pijp, duidelijk een Skyriaan. Er zal dus ook wel ergens pijptabak worden verkocht. Een geruststellende gedachte. Stel dat mijn vliegtuig straks niet kan vertrekken door de zoveelste staking, of door noodweer. Geen probleem om nog wat langer in het aangename en gastvrije Achilleion te blijven (waar trouwens de internetverbinding heel wat sneller is dan de mijne in Thessaloniki), maar de pijp moet wel roken.

Een tafel verder zat zo te zien de elite van Skyros. Een arts, dat bleek uit de flarden conversatie die ik opving, en enkele andere goed geklede heren. Er was ook een gast, iemand uit Chalkida, kandidaat parlementslid voor Democratisch Links, de partij van Fotis Kouvelis. Progressief, maar niet extremistisch zoals de Syriza (min of meer de Griekse SP) of de KKE, de stalinisten van heksje Papariga. Het gesprek ging grotendeels over politiek, maar op gematigde toon, in tegenstelling tot het gebruikelijke door elkaar geschreeuw bij het oplopen van de gemoederen.

Na de koffie op mijn gemak teruggelopen naar Aspoús. Ik heb eens goed rondgekeken, maar de verkiezingsposters zijn nog niet gearriveerd. Nu het instabiele weer van de laatste weken voorbij lijkt, de zon schijnt en er een milde zuidenwind waait, valt op hoe mooi het voorjaar in Griekenland is. Overal bloeien de wegbermen dat het een aard heeft. Hier en daar lijkt het zelfs alsof de klaprozen uit het asfalt groeien. Je ruikt de lente, letterlijk, want uitlaatgassen en andere luchtvervuiling heb je hier niet. Het valt mij ook op hoe schoon Skyros is. Bijna nergens achteloos weggesmeten plastic flessen en ander afval, wat je elders zo vaak ziet. De weg loopt langs de zee. In de verte trekt een klein bootje een wit spoor door het staalblauwe water. Nikos rijdt mij achterop met het hotelbusje en biedt een lift aan, maar het is te heerlijk om niet te wandelen. Bovendien is het een afstand van niks en grotendeels een glooiende helling af. Omgekeerd doe je er iets langer over, want dan loopt het terrein geleidelijk aan omhoog en wacht je aan het einde de steile klim het stadje in. Dat is zo hoog gebouwd als voorzorgsmaatregel tegen piraten, die eeuwenlang de Egeïsche Zee onveilig maakten. Helemaal boven ligt de burcht, waar de inwoners in geval van nood hun toevlucht zochten en vanwaar je een fabelachtig uitzicht over de omgeving hebt. Zoals Samothraki het eiland van de hortensia's is, zo is Skyros het eiland van de verrassende vergezichten.




1 opmerking:

Bossie zei

Wat fijn dat je het zo goed bevalt bij Nikos en Roos. Vind het erg leuk om het blog te lezen.