vrijdag, juli 13, 2012

Zonder tussenstop


De oude Macedoniërs (heb ik begrepen, ik doe meer in moderne geschiedenis en laat de Oudheid over aan anderen, zoals mijn nog jonge, en reislustige oud-leerling Bart Damen, of de het bestuur en de leden van de afdeling Roosendaal van de Haarlem Branche van de Dickens Fellowship in haar persoon verenigende Karla Boschma, omdat die ervoor hebben doorgeleerd) verbrandden hun doden, maar niet helemaal. Tijdig werden de vlammen gedoofd, zodat de beenderen behouden bleven. Die werden (op rituele wijze, neem ik aan, ze geloofden per slot ook in voortekenen) gereinigd, in een mooie kist van edelmetaal gedaan en bijgezet in een graftombe. Als er geld was in de familie, zoals in die van Alexander de Grote. Dat was een klein mannetje, net als Napoleon, maar vele malen megalomaner. De moderne Grieken doen min of meer hetzelfde. Ten minste, met hun doden die in een tijdelijk graf in Thessaloniki zijn ondergebracht. Als zij na enkele jaren voldoende zijn ontbonden, wordt het graf geruimd. Voor wie het niets kan schelen, houdt hier het verhaal op. Voor wie het wel iets kan schelen of wie een belofte aan een overledene gestand doet (beiden hebben betrekking op mij), bestaat de mogelijkheid de beenderen te laten reinigen en deze, in een handzaam houten of metalen kistje, bij te zetten in een graf elders. Dat reinigen doen ze bij de begraafplaats en daar ben je niet bij. Wel bij het openen van het graf, enkele dagen eerder. Dat schrijft de Griekse wet op de lijkbezorging voor.

Ik zit op de veranda van mijn zwagers huis in Theodósia, een klein uur met de auto ten noorden van Thessaloniki en zes kilometer van Ellinikó. Daar komt de uitbater van het Dordtse restaurant De Grote Griek vandaan. Waar het nu twintig jaar geleden gebouwde huis staat, stond voorheen de boerderij van Stella's grootouders, opa en oma Timonidis. Een klein deel staat nog overeind en wordt als schuur gebruikt. Een Osmaans overblijfsel, want gebouwd door de Turkse voorgangers van Stella's grootouders. Toen heette Theodósia Chatzibaïrám en zo wordt het door de dorpsbewoners nog steeds vaak genoemd. Als ik zachtjes 'çok güzel' fluister, gaat er even een zucht van herinnering door de balken die het lekkende dak stutten. Het is hier niets dan rust, nu en dan het gekraai van een haan, het blaffen van een hond en in de verte het geronk van mijn zwager, die in de boomgaard het gras maait. In de stad is het bloedverzengend heet, maar hier is het aangenaam koeler door een briesje uit de bergen. Als je geluk hebt, zie je weleens een vos. Dat heb je met kippen.

Theodósia is gebouwd op een helling. Daarom ligt de begraafplaats onder het dorp. Vandaar zie je de twee reusachtige kastanjebomen op ons erf boven de huizen uitsteken. Op dat kerkhof hebben we Stella vanmorgen herbegraven. Mijn zwager en ik haalden haar op bij de osteofilákia in Thessaloniki en reden haar naar Theodósia. Het klinkt absurd, maar nog eenmaal reed ze mee op de achterbank. Er is een graftombe voor haar gebouwd naast die van haar ouders en grootouders. Op een plek met een mooi uitzicht op de omringende bergen. Het was haar wens. Zoals ze ook tijdelijk begraven wilde worden in Thessaloniki. 'Dan hoeft niet iedereen in het winterweer de bergen in.' Vier dagen voor haar overlijden dacht ze nog aan het welzijn van anderen. Bij de tombe wachtte meneer Haris, die het kerkhof beheert. Hij sloot het graf, nadat wij haar hadden bijgezet. Een stil ogenblik, waarin alle verdriet weer even boven kwam. Ik keek naar de bergen in de verte en dacht aan Stella's verhalen over haar jeugd in Theodósia en Laganás. Met een ezel water halen bij een put. Ze heeft er altijd rugklachten aan overgehouden. Daarna zijn we de boomgaard gaan bevloeien, om weer aan het leven te denken.

Over een paar dagen is de steen geplaatst. Dan ga ik terug, met haar lievelingsbloemen. Naar de plek waar ik uiteindelijk ook terecht zal komen, maar zonder tussenstop in Thessaloniki.



4 opmerkingen:

Ν.Ν-Χ. zei

θερμός χαιρετισμός.

Wim Jilleba zei

Prachtig verteld Kees.
Ik kende deze oude gebruiken niet. Op één of andere wijze roept het bij mij de hang naar oneindig voortgaan op. Maar her kan ook een toppunt van respect zijn, heel mooi. Ik wens je veel sterkte. Hieronder een al wat ouder gedicht van mij en hartelijke groet, Wim

Delen

het gras en de bloemen rondom
heetten hem gastvrij heel welkom
bogen zich troostend, meedogend
stil zagen zij hem in triestheid

mens geef ons je verdriet, wij
zijn met velen, torsen het vrij,
jouw tranen, gezamenlijk gedragen,
geven wij bij ochtendgloren af
aan de warmte der zon als dauw,
tot verlossing van pijn en verdriet

Wim.

Bettina Grissen zei

Geen gemakkelijke dagen, Kees. Heel veel sterkte.

Dirk Kroon zei

Dit is respect tot werkelijkheid gemaakt.

Kracht toegewenst, Kees.


Dirk Kroon