donderdag, november 08, 2012

KNO


Ik zit in het café en merk opeens dat de tsipouro mijn keel irriteert. Ik besteed er weinig aandacht aan. Het zal een koudje zijn. De fruitvliegjes zijn hinderlijker. Als ik hen zat ben en de tsipouro toevallig ook op is, vertrek ik. In de taxi naar huis vraag ik of het raampje dicht mag. Koudje gevat. Dat heb je nu met het invallen van de herfst de avonden koeler worden. Je weet niet hoe je je moet kleden: met vierentwintig graden de deur uit, met veertien graden terug. Ging de zon maar niet onder! Een ijdele wens, behalve als je in onherbergzame, noordelijke streken woont, maar een half jaar daglicht en een half jaar nacht is een uiterste waar ik ook geen heil in zie. Afgezien van de koude is de drank er niet te betalen. Scandinavië schijnt prachtig te zijn, maar wat heb ik te zoeken in een streek waar het meestal ijzig is, de drank peperduur en waar men zich, vrees ik, stipt aan het rookverbod houdt?

's Morgens staat mijn keel in brand. Godverdegodver, denk ik, het zal toch niet weer faringitis zijn? De laatste keer overviel mij dat bij een dame in Eindhoven met wie ik toen weleens het bed deelde. Dan wil je je flinker voordoen dan je bent. Het eindigde met een nachtelijk bezoek aan de huisartsenpost en de noodapotheek. Nu ja, eindigde, toen begon de oplossing. In dacht nog, dat komt ervan als je in een oord als Eindhoven overnacht en je ook nog eens een mevrouw wil beslapen. Dat daar toen weinig van kwam, zal niemand verbazen.

Griekenland kent geen systeem van huisartsen. Je gaat voor iedere scheet die dwars zit naar een specialist. Er is een gezondheidscentrum in de buurt, waar een KNO-arts, een kordate dame van Armeense afkomst, mij ooit verloste van een prop in mijn oor. Ik hoefde nog geen tien minuten te wachten tot ze mij grondig onderzocht, tot mijn oren aan toe. KNO ten voeten uit. Geen faringitis, maar stomatitis was het oordeel. Het klonk geruststellend, maar ondertussen was slikken even pijnlijk. Ik kreeg een recept en het congé om vijf dagen geen alcohol te drinken en niet te roken.

Na mij drie dagen te hebben opgesloten in het Schrijfhuis, de enige plek waar stipte navolging van het congé is gegarandeerd, ben ik weer in het café verschenen. Je begint je praatje te missen, ook al gaat dat vaak over niets. Het zit er vol kwetterende studentes. Er wordt gerookt bij het leven. De fruitvliegjes zwieren dat het een aard heeft. Ik zit aan mijn tweede sigaar en mijn eerste glas bier. Soms wil je je flinker voordoen dan je bent. Morgen zien we wel weer. Tenslotte is dit Eindhoven niet.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: