dinsdag, november 27, 2012

Kunstbroeder


Ik lees het gedicht Callantsoog van Jan Eijkelboom. Het staat in zijn bundel Het lied van de krekel. 'Voor kunstbroeder Klok,' schrijft hij op 17 augustus 1996 in mijn exemplaar. Morgen presenteert De Arbeiderspers zijn Verzamelde gedichten. In het Dordrechts Museum, waar het voor Jan zo'n beetje begon, die laat ingezette tocht door de poëzie, die zoveel mooie gedichten heeft opgeleverd. Callantsoog werd door Stella vertaald in het Grieks en in Athene gepubliceerd in het tijdschrift Το Δέντρο (De boom). Soms vroeg ze mij raad, zoals ik bij haar te rade ging voor mijn vertalingen uit het Engels. Over:

Zij waren even oud als ik nu ben, een halve
leeftijd later. Hoe hebben zij hun ouderdom
verdragen, hoe zijn ze heengegaan?
Ik vraag dit pas nu ik dit schrijf.

Nauwelijks een kwart leeftijd later. De dichter en zijn vertaalster leven alleen nog voort in hun werk. De fietstocht door Callantsoog zal niet eindigen zolang nog één exemplaar van het gedicht bestaat. Bijna heeft de dichter de tijd verslagen:

In feite zitten zij nog net zo om die tafel
in dat doorzichtige huis, zo blijvend
buiten bereik.

In dat 'buiten bereik' schuilt de tragiek, of zo u wilt het venijn. Het is een onaanraakbare werkelijkheid geworden. De realiteit van een poppenhuis. Ik hoor nog iedere dag de stem van Stella en die van Jan, maar het is een geluid dat blijvend buiten bereik is. Museale stemmen die in een andere werkelijkheid herinneringen levend houden.

Op 17 augustus 1996 was het on-Hollands zomerweer. Stella en ik waren net terug uit Griekenland. Waar in Dordrecht de presentatie van Het lied van de krekel plaatsvond, weet ik niet meer. In ieder geval niet in het museum. Wat schrijven betreft was het voor mij een periode van teleurstellingen. Redacties van literaire tijdschriften die mijn inzendingen soms afwezen, maar meestal helemaal niet reageerden. Martin Ros, die meende dat er voor mij geen plaats was in het fonds van De Arbeiderspers, 'want we geven de voorkeur aan eigen auteurs.' De bijna twintig gedichten die ik in Maatstaf publiceerde maakten mij nog niet tot 'eigen auteur,' maar Jan schreef voor in zijn bundel 'voor kunstbroeder Klok.' Dat was tenminste iets.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: