woensdag, juni 19, 2013

Vergunning


Soms doe ik boodschappen op het Vogelplein. Vaak zie ik dan meneer Hristov, een vriendelijke man uit Oost-Europa. Als ik geluk heb speelt hij op zijn accordeon. Dat mag hij maar heel beperkt van de gemeente. Meestal verkoopt hij daarom de Straatkrant, een blad waarin altijd wel iets staat dat de moeite waard is, maar waar geen muziek uitkomt. Ik vind het jammer dat ik de accordeon van meneer Hristov maar af en toe mag horen. Ik vind het ook jammer dat ik elders in de stad nauwelijks meer straatmuzikanten tegenkom. Je moet een vergunning hebben om op straat muziek te maken. Ik vind dat raar. Het komt omdat wij Nederlanders doodsbenauwd zijn voor overlast en doodsbenauwd voor iets dat niet onder een of andere regeling valt. Een onzinnige vrees. Een aangeharkt, tot in het kleinste detail geregeld land is van een dodelijke benauwdheid. Dat is een onleefbaar land.

Ik heb zesendertig jaar voor de klas gestaan. Zonder afspraken en regels kun je niet in het onderwijs, maar ik had er maar heel weinig. De allernoodzakelijkste. Collega's die moeite hadden met de orde, die niet zoveel talent hadden voor het vak, riepen op iedere lerarenvergadering om meer regels en vooral om meer verboden. Angsthazen met meestal een rotsfeer in de klas, die beter een ander beroep hadden kunnen kiezen.

Ik lees in de krant dat Groen Links wil dat meneer Hristov weer wat vaker mag spelen op het Vogelplein. Ik vind dat een goed idee, maar liever las ik dat de straatmuzikant in het algemeen in Dordrecht weer met open armen wordt ontvangen. Dat die domme bepaling dat je een vergunning moet hebben om op straat muziek te maken wordt afgeschaft. Goed, speek een paar dingen af: niet op een hinderlijke plek, niet loeihard en niet na tien uur 's avonds, maar laat ons verder genieten van muziek op straat.

Theoretisch ben ik een baby-boomer, maar wel een late. Daarom val ik steeds buiten alle mooie regelingen voor oudere generatiegenoten, zoals de VUT of AOW op je vijfenzestigste. Toen ik als leraar begon, in 1974, werkte er nauwelijks nog een collega van boven de vijfenvijftig. Bijna allemaal vertrokken ze met een riante regeling, wat bepaald gunstig was voor de werkgever, want er kwamen goedkope jongeren voor in de plaats. Het was ook goed voor de werkgelegenheid. Tot in de loop van de jaren tachtig. Toen ging Nederland gebukt onder een economische crisis. De regering ging sterk bezuinigen op het onderwijs, waardoor het inhoudelijk pijnlijk verschraalde, de salarissen een eind achterbleven bij die in het bedrijfsleven en een beetje student zich wel tienmaal bedacht voor hij leraar werd. Dat heeft het onderwijs vreselijk beschadigd. We zitten nog steeds met de zure gevolgen. Er werd in die tijd ook veel gefuseerd. Het waanidee heerste dat brede scholengemeenschappen goedkoper en efficiƫnter waren. Al snel bleek in de praktijk het tegendeel, maar de tunnelvisie van het voordeel van fusies bleef de Dordtse politiek tot aan het einde van de jaren negentig begeesteren. We zijn ze voorgoed kwijt, prettige, goed lopende, kleinschalige scholen als mavo-Groenedijk, mavo-Krispijn, mavo-Wielwijk, het Gemeentelijk Lyceum en de Ambachtsschool. Dat kostte niet alleen leraren hun baan, maar vooral ook hun plezier in het werk.

Het gaat economisch inmiddels opnieuw minder en weer klinkt de roep om bezuinigingen, al betwijfelt menig econoom de wijsheid daarvan. Mijn werk kan ik niet meer kwijtraken, maar er is mij al wel een stukje van mijn pensioen, waarvoor ik zesendertig jaar lang een stevige premie betaalde, ontstolen. Misschien kan ik dat aanvullen door nu en dan op de Voorstraat of op het Scheffersplein gedichten van eigen hand voor te dragen. Of moet je daarvoor godbetert ook al een vergunning aanvragen?

©Kees Klok


Geen opmerkingen: