dinsdag, juli 09, 2013

De bosjes in


Eindelijk zomer! Het waait iets te hard om zwoel te zijn, maar het belooft een mooie avond te worden. Ik loop in de avondzon over de Noordendijk naar het Wantijpark. Ik kom langs het schoolgebouw waar ik jarenlang les heb gegeven. Het was de rector die regelde dat ik verlof kreeg om voor mijn studie naar Amerika te gaan, waar ik Stella ontmoette. Via Stella kwam een paar jaar later de leerlingenuitwisseling tot stand met een school in Thessaloniki. Een groot succes. Ik ken verschillende oud-leerlingen die nog heel lang contact hadden met de Grieken waarbij ze logeerden. De rector vertrok naar de politiek. Zijn opvolgster vond een skireis van veel groter belang dan een uitwisseling met Griekenland. Het gebouw is nog steeds in gebruik, door een andere instelling, maar ligt er een beetje triest bij, vind ik.

Naarmate ik dichter bij het park kom, word ik opgenomen in een stroom wandelaars en fietsers die dezelfde kant op gaan. Er is muziek in het park om het einde van de maandag, de vervelendste dag van de week, te vieren. Vervelend vooral omdat op maandag mijn stamcafé gesloten is. Vanavond speelt Level Six. Muziek op de zomermaandagavonden, georganiseerd door Palm Parkies, het begint een mooie traditie te worden. Vanmorgen kreeg ik een e-mail van een verre achterneef. Zijn zoontje had verteld dat 'een oude meneer' een brief had bezorgd. Dat sloeg op mij. Ik begin mij licht gegeneerd te voelen tussen het grotendeels piepjonge publiek om mij heen, maar als ik op het festivalterrein kom, blijkt mijn generatie ruimschoots vertegenwoordigd. Terecht, wij hebben de popmuziek zo'n beetje uitgevonden.

Het terrein heeft iets van een zeventiende-eeuws legerkamp. Overal rook van barbecues, zoals indertijd de rook van kookvuren. Het stinkt hevig naar vette worsten en vrijbankvlees. Die legerkampen waren vol vrouwen die de soldaten volgden, zoals het hier wemelt van vrouwen en meisjes. Van het giechelgrut van de brugklasleeftijd tot dames van mijn jaren of nog meer. Ze zijn wat luchtiger gekleed dan het vrouwvolk uit de tijd van de gebroeders De Witt. Dat mag op zo'n mooie avond. Tegen al die mannen in korte broeken heb ik wel flinke, esthetische bezwaren. Geen gezicht die harige poten, maar ik behoor niet tot de verbiedersmaffia. Ik gun iedereen het recht om voor lul te lopen, zolang ik mij maar niet in het openbaar in zo'n broek hoef te vertonen.

Ik koers af op de drankverkoop, waar ik de nodige bekenden zie. Oud-collega's, kroegmaatjes, vrienden van DFC en FC Dordrecht, iemand van de schaakclub, maar geen enkele Dordtse dichter. Nu is het razend druk en dichters zijn doorgaans bezonnen types die zich schuchter mompelend onder de mensen begeven, dus misschien heb ik mijn lyrische confraters simpelweg over het hoofd gezien. Ik kom voortdurend oud-leerlingen tegen. Ik praat met Birgit, een meisje dat een fundamentele vrolijkheid uitstraalt. Ze heeft mooie, groene ogen die twinkelen. Ik schrik wel even als ze vertelt dat ze in Rotterdam is gaan wonen. Dat er mensen bestaan die in Rotterdam of Amsterdam willen wonen is één van de raadselen van het bestaan, maar ja, het vriendje is de boosdoener. Dat is meestal zo, het vriendje of de baas. Ik kom Lisanne tegen, ooit een van mijn mentorkindjes, die op de politie-academie voor rechercheur studeert. Ook twinkelogen, maar dan bruin. 'Als ik ooit iemand vermoord,' zeg ik, 'dan bel ik je en zoek jij uit wie het heeft gedaan.'

De band begint. De muzikanten spreken met een sympathiek, Vlaams accent. De zangeres is mooi en sexy en ze kan nog zingen ook. Ik sluit mij aan bij een clubje vrienden uit Visser. De stemming raakt er snel in. We swingen wat, we drinken wat, we kletsen soms onvermijdelijk door de muziek heen. Dan moet ik pissen. Er staat een eindeloze rij voor een hokje met maar een paar toiletten. Er zijn misschien meer dan duizend bezoekers en dan zo'n misser! Ik loop het terrein af en duik de bosjes in. Ze hebben er zelf om gevraagd.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: