woensdag, juli 03, 2013

Verbluft



Het was moeilijk afspreken wanneer we naar Samothráki zouden gaan. Takis en Eleni, emeritus hoogleraar scheikunde en gepensioneerd lerares Frans, hebben het doorgaans druk met de zorg voor de kleinkinderen. Uiteindelijk vonden we een paar dagen, tussen 1 en 15 augustus, de traditionele Griekse vakantieperiode. 'Maar niet langer dan drie nachten,' zei Takis bezorgd, toen hij mij belde om boot en hotel te bespreken, 'langer kan echt niet.' Dat bespreken was nieuw voor mij. Met Stella reisde ik altijd op de bonnefooi naar Samothráki. Takis, niet, die wil alles graag van tevoren geregeld hebben en is altijd veel te vroeg bij boot of vliegtuig.

Het plan om Samothráki te bezoeken werd geboren toen ik een keer uitlegde waarom het een van mijn favoriete eilanden is. Zij waren er nooit geweest, kwamen in de zomer zelden verder dan de vakantievilla in Halkidíki en wilden weleens zien of mijn verhaal klopte. Een eiland vol vreedzame, hippie-achtige jongelui, waar de bermen niet worden gesierd door weggeworpen plastic flessen en ander afval, bebost met eeuwenoude platanen, notenbomen, ceders en ander groen en beroemd om zijn talloze beken en riviertjes, dat trok hen wel.

Zodoende zwalkten we op de eerste dinsdag van augustus over de Odos Egnatías van Thessaloníki naar het oosten. Zwalken, omdat Takis geen enkel benul bleek te hebben van de regels op een snelweg, evenals nogal wat andere weggebruikers. Gelukkig was het niet druk, maar toch ontsnapten we een paar keer nipt aan een ongeluk. Als de bocht naar links ging, zwierde Takis naar de linker rijbaan, waar hij dan zo lang mogelijk bleef, als de bocht naar rechts ging zwierde hij die kant op en ging het onbekommerd verder over de vluchtstrook. Nooit zag ik hem zijn richtingaanwijzer gebruiken. In de tunnels reed hij het liefst pal over het midden van de weg. De borden 'Lichten aan' en de snelheidsborden leek hij niet op te merken. De Odos Egnatías is overigens wel een uitkomst. Wie had tien jaar geleden gedacht in drie uur tijd van Thessaloníki naar Alexandroúpolis te rijden? Je moet alleen weten dat er na Thessaloníki geen enkel benzinestation of wegrestaurant is. Wie niet met een volle tank vertrekt, moet ergens naar een dorp om een pomp te zoeken. Weg tijdwinst.

Op vrijdagmorgen wachtten ze nog wat verbluft in Kamariótissa op de veerboot. Verbluft door het verblijf in het groene Thermá, waar tot diep in de nacht het leven bruist, maar waar je evenzeer kunt genieten van serene rust. Verbluft door de opgravingen bij het heiligdom van de Grote Goden, toneel van belangrijke mysteriën in de oudheid. Verbluft door de spectaculaire tocht langs de Foniás, dit keer extra moeilijk door het vele water na die ene nacht regen. Verbluft door de charme van Chóra, waar ik vrienden terugzag uit de tijd dat wij regelmatig boven de nu gesloten slagerij van meneer Zolotás logeerden. We waren nog vermoeid van de avond in restaurant I Perivóli tou Ouranoú (De tuin van de hemel), waar twee jonge muzikanten rebética speelden en waar ik een ontroerend ogenblik beleefde toen ze op mijn verzoek Níchtose chorís fengári, het lievelingslied van wijlen Frans van Hasselt, inzetten. Bezorgd dacht ik aan de terugrit die wachtte, maar zonder risico's kom je nergens. Samothraki heeft er weer twee vrienden bij gekregen.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: