maandag, september 09, 2013

De journaliste en de schoolmeester



Ik zit op het terras van café De Zwart in Amsterdam met een oud-klasgenote van de middelbare school. We hebben elkaar in geen vijfendertig jaar gezien, al heb ik haar altijd gevolgd. Na een start bij de regionale pers heeft zij carrière gemaakt bij een landelijk dagblad, waaraan ze nog steeds verbonden is. Buitenlandredactie, een aantal jaren correspondent in Washington en momenteel actief als onderzoeksjournaliste. Een iets andere carrière dan de mijne, die zich tot voor enkele jaren voornamelijk afspeelde binnen de muren van het middelbaar onderwijs, met wat uitstapjes op losse basis naar de universiteit en een schaduwbestaan als dichter en schrijver.

Toch voel ik mij een beetje collega, sort of, zouden de Engelsen zeggen. Een beetje en nog maar heel even, want mijn dagen in de media, behalve dat ik af en toe weleens gebeld wordt door de radio om als 'Griekenlandkenner' mijn visie op iets te geven, zijn alweer geteld. Nog vijf dagen om precies te zijn. Onze collegialiteit verhoudt zich als die van een trainer van een eredivisieclub tot een coach van een elftal in de derde klasse zaterdagamateurs.

De redactrice van de internetsite van een van de lokale media is met vakantie en ik neem gedeeltelijk haar werk over. Iets andere koek dan onderzoeksjournaliste bij een toonaangevend landelijk dagblad, maar pers is pers, zoals voetbal voetbal is. Werelden van verschil tussen in essentie hetzelfde. Mijn werk bestaat uit af en toe iets plaatsen over de Dordtse actualiteit of iets beschouwelijkers over de stad, uit het redigeren van bijdragen van bloggers en het in de gaten houden van reaguurders.

Dat redigeren van bloggers heeft nogal wat raakvlakken met mijn vroegere werk in het onderwijs, vooral met de tijd dat ik behalve mijn eigen vak, geschiedenis, ook Nederlands gaf. Het gaat vaak over de deetjes en de teetjes, over slecht lopende zinnen, door elkaar gehaalde tijden, stijlfouten en papegaaien-Nederlands. Drie soorten bloggers vallen mij op: auteurs die kunnen schrijven en ook iets te zeggen hebben, schrijvers die minder talent voor de pen, maar toch wat te melden hebben en mensen die van ieder talent zijn gespeend, weinig dingen van belang brengen en vaak gebukt gaan onder een sterke geldingsdrang.

Het redigeren van de eerste groep is een genoegen en een eitje. Soms zit er een typefoutje in van de soort die we allemaal maken. Wie haalt niet het woordbeeld van gebeurt of gebeurd weleens door elkaar? De tweede categorie levert meer werk op, maar vanwege de boodschap doe je dat met plezier, al zou je iemand weleens naar een taalcursusje willen sturen. Dan kom je minder 'het concert welke plaatsvond' tegen of 'hij heeft aangegeven dat', wat, zoals iedere minkukel weet, gewoon 'hij zei' betekent.

In de laatste groep zitten de wandelende rampen. Hun geklets, het woord gezeik is hier soms beter op zijn plaats, bevordert het niveau en de leesbaarheid van zo'n site niet, in tegendeel. Het zijn spelers die nauwelijks een bal kunnen raken, maar zich inbeelden Van Persie te zijn. Daar heb je het als trainer in de derde klasse moeilijk mee, zeker als invaltrainer. Als ik met zo'n blogger te doen heb, komt de schoolmeester in mij weer helemaal boven: 'Overdoen, de hoek in, nablijven en tenslotte van school. Ga maar voor jezelf beginnen, zelfingenomen eikel!'

We nemen afscheid. Mijn gespreksgenote gaat voor de krant naar een bijeenkomst, ik moet terug naar mijn eiland om nog een blogje of wat te fatsoeneren. Als mijn trein station Dordrecht binnenrijdt giet het van de regen. Een teken dat niet alleen mijn mediabestaan, maar ook de zomer ten einde loopt.

©Kees Klok


Geen opmerkingen: