vrijdag, oktober 25, 2013

Weer even leraar




Het is warm en benauwd in de MacDonalds op het vliegveld van Athene, maar als je jong bent en niet zoveel te verteren hebt, is het wel de plek voor een betaalbare hap, voor je in het vliegtuig naar Amsterdam stapt. Aan voedselverstrekking tijdens de vlucht schijnt Transavia niet veel te doen. Ik neem straks afscheid van de groep etende jongeren. Ik vlieg met Aegean Air naar een andere bestemming. Ik ben weer even, nu nog heel even, leraar geschiedenis aan het Dordtse Stedelijk Dalton Lyceum. Op reis in Athene met twee collega's en een groep leerlingen uit V6. Vijf zonnige dagen in de herfstvakantie. Iedere avond buiten aan de dis. De goden waren ons welgezind. Er was zelfs een dag die een bezoek aan het strand rechtvaardigde. We namen de tram van het Syntagmaplein naar Glyfada, waar de jongelui en mijn collega's gingen bakken in de zon. Ik dook in een nabije strandtent met een boek de middeleeuwen in. Ik kan strand alleen velen als er kunstgras overheen is gelegd. Vroeger was dat anders, maar dat bewaren we voor later.

Die stranddag was een mooie afwisseling met de geschiedenis, archeologie en filosofie waar we ons mee bezighielden. De bouwgeschiedenis van het Parthenon hield ons iets te lang in haar greep, waardoor we onze afspraak op de agora misten, maar die zijn we vanmorgen alsnog nagekomen. We moesten wel uitkijken dat we niet onder de voet werden gelopen door een kudde moddervette Amerikanen, die net van een cruiseschip was gedreven.

De laatste frieten zijn verslonden, het wordt tijd het luchtruim te kiezen. De groep (drie jongens, tien meisjes en twee leraressen) brengt me naar uitgang dertien, waar mijn airbus wacht. We nemen afscheid. Ik bedank hen voor het fraaie hoedje dat ze mij cadeau hebben gegeven omdat het ding dat ik jarenlang droeg Swiebertje niet zou hebben misstaan. Ik vraag mij af wie van hen weet wie Swiebertje was, maar omdat zij leven in een wereld vol artiesten die ik nog niet zou herkennen als ik er over struikelde, houd ik mijn mond. Een laatste keer zwaaien en ik sta alleen voor de bagagecontrole en de fouillering.

Ik zit te wachten tot ik de benauwde sigaar in mag, waarvan je altijd maar weer moet zien of hij niet iets te vroeg zal terugkeren op de grond. Ik probeer te bedenken wat het hoogtepunt was van dit reisje. Letterlijk de Lykavittos, die de meesten van ons bestegen met de leferique, een soort lift annex kabelbaan. Een paar leerlingen beklommen hem te voet, een prestatie in de felle zon. Onder hen Jenna, die het initiatief nam tot de reis en haar grotendeels organiseerde. Was het het uitstapje naar Delfi, de navel van de wereld? Was het de Akropolis, was het Romeins Athene of het Olympisch Stadion, gerestaureerd voor de eerste moderne spelen van 1896? Misschien de tempel van Hephaistos, of het magnifieke Akropolismuseum, dat wacht op de terugkeer van de Elgin Marbles? Waren het de maaltijden in Plaka, waar we na een beetje vriendelijk onderhandelen voor alleszins redelijke prijzen goed en overvloedig aten bij Zorbas, Palia Taverna Stamatopoulos, Spilea tis Akropolis en Psarras, met levende muziek en een sfeervol verlichte Akropolis op de achtergrond? Of was het de nazit in de aangename bars naast en op steenworp afstand van het hotel, waar we de verjaardagen vierden van Mozhdeh en Rowanne?

Ik vind het moeilijk kiezen. Ik vond de hele reis een hoogtepunt. Het was ook een beetje nostalgisch, met de laatste generatie leerlingen die ik lesgaf voor ik het onderwijs vaarwel zei. Het was fijn op reis te zijn met zo'n leuke groep jonge mensen waarin geen wanklank viel en met wie het gezellig was zonder het dronken wangedrag, de herrie en het gekeet dat ik in het verleden weleens meemaakte. Ik moet het vliegtuig in. Het is voorbij, het leven van alledag staat weer voor de deur.

©Kees Klok

Foto: auteur


Geen opmerkingen: