donderdag, juli 31, 2014

Maan




Hij heeft zich de helling boven zijn huis opgesleept naar het terras van restaurant Γευ Ζειν. Daar, in de schaduw en met een briesje uit de bergen, wordt de dag weer wat dragelijk. Het is snikheet, gisteren in het stamcafé is het laat geworden en zijn ventilator is kapot. Hij gaat minstens drie keer per dag onder de douche. Het heeft in het voorjaar bovenmatig geregend. De waterbekkens zijn voorlopig nog niet leeg. Vanmorgen, toen de zon nog niet op zijn balkon stond, heeft hij troost gezocht bij Maan Leo. Of liever, bij haar boek Ik ben maan. Dat kreeg in 2012 de Zeeuwse Boekenprijs, wat enig stof deed opwaaien. Er werd gefluisterd dat de prijs vooral te danken was aan de borstomvang van de schrijfster.

Maan doet het voorkomen dat haar boek autobiografisch is. Ze beschrijft zichzelf als een jonge vrouw met een vollemaansgezicht en, inderdaad, grote tieten. Dat is te verifiëren. Hij zocht haar op het internet en zag het. Op Youtube is ze een meisje met een ondeugende blik en een prettige stem, vindt hij. Of haar boek werkelijk zo autobiografisch is? Hij denkt aan het gebruikelijke kat en muisspel tussen werkelijkheid en fictie. Niet voor niets schrijft J. Rentes de Carvalho in Tussenjaar: '....uit artistiek oogpunt heeft eerlijkheid, die van jezelf of van een ander, geen enkel noemenswaardig belang.' Hij zal zelf wel uitmaken of die prijs voortkomt uit borstomvang of kwaliteit. Daarom is Maan vandaag mee naar Γευ Ζειν.

Een paar jaar geleden voer hij met zijn geliefde van Parga, aan de Griekse westkust, naar het eilandje Paxos. Het woei hard, het bootje deinde hevig. Zijn geliefde werd zeeziek, hij bleef stoer aan het bier. Als je Maan ziet, zie je dat alles aan haar weelderig is. Barok, schrijft ze zelf. Hij is halverwege de roman. Wat hij tot nu toe las doet hem denken aan die stormachtige overtocht. Haar proza veroorzaakt hevige deining, maar net als de golven over het scheepje dreigen te slaan (ze houdt van sm en vraagt zich bij de tandarts af of de man wellicht degene is die haar heerlijk martelde in een werfkelder in, of all places, Vlissingen) wordt het eten gebracht. Hij legt Ik ben Maan terzijde. Hij weet nog niet of het zeeziekte wordt, of dat hij stoer zijn bier blijft drinken.

©Kees Klok



donderdag, juli 24, 2014

Mythologie




Mythologie

Je kunt in astrologie geloven.
In iemand die zich duizenden jaren
verscholen houdt.
In straffen tot in
het zevende geslacht.

In de voorspellende waarde
van een kikker, een octopus,
een politicus desnoods.
In kankerbestrijdende granen.
In godenbliksem en donderslag.

Je kunt in een jurk gaan lopen
en respect eisen van bange
vrouwen met alleen nog een verleden.
Je laat hen wierook
en kaarsen branden.

Je kunt aan voodoo gaan doen,
blootsvoets met bloemen in je haar
de natuur vereren,
amuletten om je nek hangen om
dieper inzicht af te dwingen.

Je kunt je op een berg dichter
bij almachtigheid wanen.
Geloven dat je wil wet is
en die wet opleggen aan al
wat zwak en ziek is.

Je kunt heksen vervolgen, pedo's,
rokers, ongelovigen, korte rokjes
en hamburgervreters.

Je kunt sparen voor een
luchtdoelraket of een mes kopen
om je buurman te onthoofden.

Je kunt geloven dat je God bent.
Blijf dan tot in eeuwigheid zwijgen.


©Kees Klok


zondag, juli 13, 2014

De 'reddende' revolutie




Op 24 juli aanstaande is het veertig jaar geleden dat het Griekse kolonelsbewind ten val kwam en in Griekenland de 'democratie' werd hersteld. Ik zet dat woord bewust tussen haakjes, want hoewel de situatie in het land na de val van de junta niet te vergelijken is met die ervoor, kunnen bij de kwaliteit van de democratie nog wel wat vraagtekens worden gezet. Al is het alleen al omdat de macht in handen kwam van een corrupte politieke elite, die nog steeds aan de touwtjes trekt. De vraag is hoe lang nog. De crisis die het land economisch heeft doen ineenstorten heeft geleid tot een voortgaande radicalisering onder de kiezers, zowel aan de linkerzijde als rechts van het politieke midden. Een ander vlekje op de Griekse democratie is het ingewikkelde kiesstelsel met de merkwaardige bepaling dat de partij met de meeste stemmen automatisch vijftig zetels erbij krijgt, zodat een club die nog geen veertig procent van de stemmen haalt met absolute meerderheid kan regeren. Een truc die regeringspartij Nea Dimokratia bij de jongste verkiezingen overigens geen absolute meerderheid opleverde, zodat een coalitie moest worden gevormd met twee andere partijen, waarvan er een al spoedig uit de trein sprong, zodat het land nu wordt bestuurd door de twee partijen (ND en Pasok) die om beurten na 1974 de macht hadden en gelijkelijk verantwoordelijk zijn voor de droevige situatie waarin Griekenland nu verkeert. Die coalitie steunt op twee zetels meerderheid in de Vouli, het Griekse parlement. Een ander vraagteken dat kan worden gezet is de wijze waarop met de media, de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting wordt omgesprongen en tenslotte is er dan ook nog de twijfelachtige invloed van de oppermachtige staatskerk.

Het is niet toevallig dat Uitgeverij Liverse op 24 juli in Grand-café Brinkmann op de Grote Markt in Haarlem een boek presenteert dat het Griekse kolonelsbewind tot onderwerp heeft. Het is De 'reddende' revolutie van historica Djamila Zon, die de jammerlijk mislukte pogingen beschrijft van de junta om de Grieken op te voeden tot een nieuw, superieur soort mens. Het boek dat steunt op uniek, in Griekenland opgespoord, bronnenmateriaal geeft een onthutsend beeld van het kolonelsbewind en de propaganda die het hanteerde om zijn ideologie van de nieuwe mens, analoog aan wat Adolf Hitler in Duitsland voor ogen had, praktijk te laten worden. Dat het een club van intellectueel weinig begaafde, minne mannetjes was wisten we eigenlijk al, maar het is goed om dat nog eens op basis van grondig onderzoek bevestigd te zien. Het boek is niet alleen interessant als, vlot leesbare, dus ook voor een breder publiek zeer toegankelijke, historische studie. Het is ook griezelig actueel. Recente opiniepeilingen wijzen uit dat onder steeds meer Grieken de gedachte wortel schiet dat het allemaal onder de junta nog zo slecht niet was en dat een nieuwe dictatuur het land uit de crisis zou kunnen trekken.

De mens is kort van memorie en leert zelden iets uit de geschiedenis. In een land als Griekenland, dat nog lang niet toe lijkt aan een volwassen omgang met de eigen geschiedenis, zoals dat in Duitsland inmiddels wel het geval is, is de memorie zo mogelijk nog korter. Ook is het Griekse geschiedenisonderwijs doordrongen van nationalistische mythevorming met veel heldenverering en aanklevende bombarie. De 'reddende' revolutie is uitstekend tegengif tegen de groeiende populariteit van extreem rechts, waaraan we het te danken hebben dat er inmiddels enkele onvervalste Griekse nazi's in het Europese parlement zitting hebben genomen. Of het snel in het Grieks zal worden vertaald, betwijfel ik echter, want de economische crisis heeft ook geleid tot een crisis in de Griekse uitgeverswereld.

Belangstellenden zijn van harte welkom bij de presentatie van De 'reddende' revolutie, om 15.00u op de Haarlemse Grote Markt. Stuur s.v.p. even een berichtje dat u komt aan de uitgever info(at)liverse.nl. Wie verhinderd is, maar het boek, dat met korting tijdens de presentatie wordt aangeboden, toch wil hebben, kan het vanaf nu bestellen bij Uitgeverij Liverse of de betere boekhandel.



Djamila Zon, De 'reddende' revolutie. ISBN 978 94 91034 26 8, euro 17.50.







woensdag, juli 09, 2014

Klachtenloket




Het café is leeg. Het regent al de hele dag. Bijna niemand waagt zich buiten in deze vroege aankondiging van de herfst. De terrassen op het plein staan te verdruipen. Soms schiet een paraplu voorbij de ramen. Er onder een somberend iemand. Een verdwaalde toerist, herkenbaar aan de zotte broek, neemt snel een foto en kruipt daarna weer onder het regenscherm van zijn vriendin.

Mooi weer verveelt zelden. Regen en wind houd ik hooguit een paar uur vol. Het is weer voor roodbakstenen huizen met de nodige roetaanslag. Weer voor desolate mijnbouwdorpen en al decennia in verval verkerende textielfabrieken in Noord-Engeland, weggeconcurreerd door ex-koloniën. Weer voor chronisch dronken verliezers om een potje te matten in The Blue Lion. Geen weer voor dit vriendelijke café op dit bescheiden plein, waar een ooit beroemde schilder op een sokkel het verleden in staart.

Er is nergens een loket voor klachten, merkt Gerard Reve in een van zijn brieven op, waar het, als ik mij goed herinner, om een dergelijke druipende toestand gaat. Het almachtige opperwezen, dat zich al meer dan tweeduizend jaar angstvallig schuilhoudt, heeft ook nog geen internetverbinding met zijn onbekende woon- of verblijfplaats weten in te stellen. Dat is jammer, want klagen over het weer zit ons in de genen. Vandaag te nat, morgen te warm, volgende week te droog en tussendoor te winderig.

Ik sta voor een roodbakstenen huis in een Noord-Engels dorp. Het is 1968. Ik ben verliefd, maar te verlegen om dat te zeggen tegen het meisje dat met haar ouders het huis bewoont. Het regent, het waait, het is een julidag waarop het hooguit zeventien graden wordt. Ik ben bleu, maar toch hoopvol, hoewel ze erg katholiek is. Ik had het nog niet gelezen van dat klachtenloket.

©Kees Klok





vrijdag, juli 04, 2014

Ierland




Het is pas 1980 en bij wijze van uitzondering een zonnige dag in Dublin. Met mijn vriendin bezoek ik Trinity College. Een beetje heilige grond, want Oscar Wilde heeft er gestudeerd. Als je het met de ongehoord sfeerloze campus op de Uithof in Utrecht moet doen is het extra indrukwekkend, maar ik mag niet klagen, want mijn instituut zit op de Kromme Nieuwegracht. Op prettige loopafstand van de endeldarm die Hoog Catharijne heet. Ik woon in Dordrecht en bereis de universiteit per trein. Later dat jaar zullen we een roos leggen op het graf van Wilde in Parijs en langs het hotel lopen waar hij is gestorven. Het is zomer, het is stil, studenten zijn er niet of nauwelijks. Nadat we voldoende hebben rondgekeken, wandelen we naar de rivier. Een stad is geen echte stad als hij niet aan een rivier is gelegen. Het water van de Liffey stroomt donker en snel. Het heeft veel geregend.

Ierland is het enige land dat ik ken dat ook adembenemend mooi kan zijn als het regent. Wij staan aan het einde van het schiereiland van Dingle. Mijn vriendin is een waaghals en klimt over de rotsen naar de uiterste punt. Ik heb dat liever niet, maar ze gaat gewoonlijk haar eigen gang. Ze gebaart dringend dat ik ook moet komen. Ik heb het niet op klauteren over rotsen, vooral niet aan de uiterste westrand van Europa, met die onmetelijke oceaan, maar ik wil mij niet laten kennen. Misschien zijn er elfen in de buurt die mij beschermen. Mijn vriendin gelooft in elfen. Ze heeft In de ban van de ring gelezen. Haar twee cavia's heten Pepijn en Merijn. Als ze pijptabak voor me gaat halen, noemt ze het pijpkruid. Mijn vriendin heeft soms zelf iets van een elf, ze denkt dat ze onsterfelijk is. Nadat ik moeizaam de rand bereik zien we op de rotspunten onder ons een dode dolfijn. Hij is helemaal aangevreten door de meeuwen die boos en schreeuwend om het karkas cirkelen.

De laatste nacht voor we naar het vliegveld moeten, brengen we door in de buurt van Cork. Bed and breakfast bij de nonnen, want het is ook een tehuis voor moeilijk opvoedbare jongens. 's Avonds komen we in de kroeg een Zweeds stel tegen. We drinken tegen elkaar op. Ons voornemen om bij de nonnen heftig de liefde te bedrijven loopt daardoor uit op een in kots gesmoorde ramp. Bij het ontbijt krijgen we liefdevol een gebakken eitje. De moeilijk opvoedbare jongens aan de andere kant van de eetzaal maken geweldig kabaal, waardoor we het pand zo snel mogelijk ontvluchten. Als we Ierland onder ons laten is de kater nauwelijks gezakt. Elfen bestaan niet, dat is wel duidelijk. Eenendertig jaar later overlijdt mijn vriendin, die dan allang niet meer mijn vriendin is in de zin van vriendin.

©Kees Klok





donderdag, juli 03, 2014

Oranjelied


Het is een oeverloze avond,
wij wachten op het keren van het tij,

wij spreken over onze targets
want wij zijn internationaal grootgebracht.

Wij doen wat danspasjes, schudden ons bier,
zwaaien met vlaggen, roepen dat wij kampioen zijn.

Het is een oeverloze avond,
lege vaten drijven de haven uit;

wij schreeuwen onze kelen schor en gaan
naamloos op de vuist met onbekenden.

Er gloort een morgen met bloedbesmeurde hemden
en de smaak van heldendom in geruwde monden.


Kees Klok


dinsdag, juli 01, 2014

Voorgevoelens




Een grote brand heeft een deel van het monumentale pand van de Haarlemse herensociëteit Trou moet Blycken in de as gelegd. Of het geheel verloren is, is nog niet bekend. Vrijwel zeker is dat de jaarlijkse kerstbijeenkomst van de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship er dit jaar niet zal kunnen plaatsvinden. Ik herinner mij dat we na de laatste bijeenkomst, bij het afscheid van de dames van de bediening, zeiden: 'Tot volgend jaar maar weer.' Nu kan ik opschrijven dat ik toen een gevoel van twijfel kreeg, als een soort van helderziende, maar dat is wellicht een inbeelding achteraf. Toch overkomt het mij weleens dat ik dingen min of meer voorvoel.

Het Schrijfhuis in Griekenland, het vroegere appartement van Stella, is geërfd door een van mijn zwagers. Ik mag het gebruiken. Het is mijn pied-à-terre in Thessaloniki, nog helemaal ingericht als toen Stella nog leefde. Als ik er ben, voel ik mij dicht bij haar. Ik kan er lekker schrijven. Het is in een rustige buitenwijk, dichtbij het bos, maar ook op loopafstand, een uurtje, van het stadscentrum. Toen een paar jaar geleden Griekenland economisch ineenstortte, kreeg ik een droom. Ik zwierf door de straten van Thessaloniki op weg naar huis, maar op de een op andere manier bleef ik verdwalen.

Ik weet niet of je aan zoiets voorspellende waarde kunt toekennen. Een paar dagen geleden belde mijn zwager. Hij dreigt door de crisis met zijn nog jonge gezin op straat te komen. Niet zijn schuld, de details doen er ook niet toe, maar dat betekent dat ik mijn pied-à-terre dreig kwijt te raken. Het is minder erg dan brand in huis, maar wel ingrijpend. Logeeradressen genoeg bij vrienden en familie, maar dat is slecht voor mijn privacy en ik ben geen Sartre, die zijn hele leven in hotels heeft gewoond en geschreven.

Ik denk dat ik op andere voet met Griekenland kom te verkeren. De vraag is of dat erg is. Ik heb familie en vrienden in Nederland en Engeland die ik minder vaak zie dan die in Griekenland. Toch blijft de band hecht en genieten we van die enkele keer dat we elkaar ontmoeten. Ik heb het, zoals dat tegenwoordig wordt uitgedrukt, ook in toenemende mate gehad met Griekenland. De vreselijke bureaucratie die mij het leven zuur maakt, het almaar groeiende nazisme, de politieke en maatschappelijke chaos en als kers op de taart het verkeersgedrag. Ze beginnen al de mooie aspecten van Griekenland te overschaduwen. Ik ben geen helderziende, maar soms komen voorgevoelens uit. Ik heb veel voorgevoelens over Griekenland, waarvan ik hoop dat ze nooit werkelijkheid zullen worden. 

©Kees Klok

Foto: auteur