dinsdag, juli 01, 2014

Voorgevoelens




Een grote brand heeft een deel van het monumentale pand van de Haarlemse herensociëteit Trou moet Blycken in de as gelegd. Of het geheel verloren is, is nog niet bekend. Vrijwel zeker is dat de jaarlijkse kerstbijeenkomst van de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship er dit jaar niet zal kunnen plaatsvinden. Ik herinner mij dat we na de laatste bijeenkomst, bij het afscheid van de dames van de bediening, zeiden: 'Tot volgend jaar maar weer.' Nu kan ik opschrijven dat ik toen een gevoel van twijfel kreeg, als een soort van helderziende, maar dat is wellicht een inbeelding achteraf. Toch overkomt het mij weleens dat ik dingen min of meer voorvoel.

Het Schrijfhuis in Griekenland, het vroegere appartement van Stella, is geërfd door een van mijn zwagers. Ik mag het gebruiken. Het is mijn pied-à-terre in Thessaloniki, nog helemaal ingericht als toen Stella nog leefde. Als ik er ben, voel ik mij dicht bij haar. Ik kan er lekker schrijven. Het is in een rustige buitenwijk, dichtbij het bos, maar ook op loopafstand, een uurtje, van het stadscentrum. Toen een paar jaar geleden Griekenland economisch ineenstortte, kreeg ik een droom. Ik zwierf door de straten van Thessaloniki op weg naar huis, maar op de een op andere manier bleef ik verdwalen.

Ik weet niet of je aan zoiets voorspellende waarde kunt toekennen. Een paar dagen geleden belde mijn zwager. Hij dreigt door de crisis met zijn nog jonge gezin op straat te komen. Niet zijn schuld, de details doen er ook niet toe, maar dat betekent dat ik mijn pied-à-terre dreig kwijt te raken. Het is minder erg dan brand in huis, maar wel ingrijpend. Logeeradressen genoeg bij vrienden en familie, maar dat is slecht voor mijn privacy en ik ben geen Sartre, die zijn hele leven in hotels heeft gewoond en geschreven.

Ik denk dat ik op andere voet met Griekenland kom te verkeren. De vraag is of dat erg is. Ik heb familie en vrienden in Nederland en Engeland die ik minder vaak zie dan die in Griekenland. Toch blijft de band hecht en genieten we van die enkele keer dat we elkaar ontmoeten. Ik heb het, zoals dat tegenwoordig wordt uitgedrukt, ook in toenemende mate gehad met Griekenland. De vreselijke bureaucratie die mij het leven zuur maakt, het almaar groeiende nazisme, de politieke en maatschappelijke chaos en als kers op de taart het verkeersgedrag. Ze beginnen al de mooie aspecten van Griekenland te overschaduwen. Ik ben geen helderziende, maar soms komen voorgevoelens uit. Ik heb veel voorgevoelens over Griekenland, waarvan ik hoop dat ze nooit werkelijkheid zullen worden. 

©Kees Klok

Foto: auteur


1 opmerking:

Edjo zei

heel herkenbaar - soms zijn we niet meer dan een afgewaaid boomblad,dobberend op het water, overgeleverd aan de wispelturigheid van de wind