maandag, augustus 11, 2014

Brieven aan Stella (3)




Lieve Stella,

Het is opnieuw een snikhete dag, dus zo dadelijk vlucht ik weer naar het terras van Porfyra, voor een visje of wat zouzoukakia. Ik ben net terug uit de stad, waar ik een verklaring van de Nederlandse fiscus naar de accountant moest brengen. Dat papier kreeg ik, na een maand wachten, gratis toegestuurd, maar met vertaling en apostilles kostte het uiteindelijk honderdtwintig euro. Daarvoor vlieg ik retour van Thessaloniki naar Skyros. In 2001 zouden wij daar samen vakantie gaan houden, maar omdat er net een aardbeving was geweest, dachten we dat we dat beter even konden uitstellen. De mensen zouden wel iets anders aan het hoofd hebben dan ramptoeristen. Achteraf bleek de schade nogal mee te vallen. De Griekse pers had er een sensationeel drama van gemaakt, met talloze huizen in puin. Later hoorde ik op Skyros dat sommige cameraploegen, bij gebrek aan iets actuelers, al tientallen jaren vervallen huizen hadden gefilmd. Dat bevestigde mijn vooroordeel over de Griekse pers, inzonderheid de televisie. Veel nieuwsgaring en verslaggeving is sensationeel en bizar slecht. Dat is er niet beter op geworden sinds vorig jaar de publieke omroep met een pennenstreek van Athene werd opgeheven en, na vele maanden, vervangen door een afgeslankt soort opvolger. De televisie is nu bijna helemaal het domein van de commerciëlen, voor wie maar één criterium geldt: de door de kijkcijfers verwekte inkomsten. Tijdens de week dat ik hier ben, heb ik alleen nog maar naar BBC World gekeken en via het internet, voor zover de wrakke verbinding het toeliet, de Nederlandse kranten gevolgd.

Wat Skyros betreft kwam van uitstel afstel, zonder dat ik kan bedenken waarom. Het is er eenvoudig niet meer van gekomen. We waren enthousiast voor Thasos en Samothraki, waar we een paar prachtige vakanties hebben gehad. Soms hadden we helemaal geen zin om de comfortabele flat in Thessaloniki te verlaten. Soms gingen we een tijdje naar Theodosia, naar het voorvaderlijk huis, om te genieten van het liefelijke berglandschap en de relatieve koelte. Je hebt daar ook dierbare herinneringen liggen, waarover je graag vertelde als we onder de grote vijgenboom zaten, die ook een rol speelt in sommige van je gedichten. Op jouw verzoek hebben we je er twee jaar geleden herbegraven. Ik wil daar niet graag aan worden herinnerd. Het openen van je graf in Thessaloniki, waar ik, vond ik, bij moest zijn, is een van de verschrikkelijkste ervaringen van mijn leven. Nog erger dan op de dag van je begrafenis, op 31 december 2007, toen er, nadat iedereen naar de aula van het kerkhof was vertrokken, maar ik nog even bij je achterbleef, ineens een lompe vent opdook die zwijgend je graf begon te dichten. Je rust nu op die pittoreske begraafplaats in misschien wel een van de mooiste landschappen van Griekenland, maar toen ik je laatst bezocht was wel de koperen lamp gestolen. Zelfs daar, in een gehucht van niks, of misschien wel daarom, want wie houdt er oog op die plek?

Nichtje Deborah uit Haarlem zou een weekje komen logeren met haar Noorse vriend. Gisteren zou ik hen afhalen van het vliegveld, maar drie dagen geleden kreeg ik bericht dat de verkering uit is, dat hij teruggevlogen is naar Oslo en dat zij vandaag naar haar ouders is vertrokken, die vakantie houden in Italië. Ik heb haar laten weten dat ze alleen ook meer dan welkom is, maar ik begrijp het wel. Als je liefdesverdriet hebt ga je niet in je eentje bij een oom van zekere, gevorderde leeftijd logeren, ook al zou die oom alles doen om je een leuke week te bezorgen. Ik vind het wel jammer, ik heb graag jonge mensen over de vloer, beschaafde, jonge mensen, maar aan de andere kant is het prettig voor mijn privacy. Ik bedoel, je moet altijd rekening houden met gasten. Dan ga je 's morgens voor het douchen niet in je blote kont door het huis lopen. Althans, niet als de gast je lievelingsnichtje is.

Het was voor mijn doen redelijk vroeg, toen ik gisteravond terugkwam van een etentje. Ik ben nog een uur of wat op het balkon gaan zitten, om met een glaasje tsipouro te genieten van de zwoele avond en te kijken naar de vliegtuigen. Ik vind dat 's avonds een prachtig gezicht, die toestellen die als een soort flipperkasten met flikkerende lichten aankoersen op het vliegveld en net ver genoeg weg zijn om geen geluidshinder te veroorzaken. Hoe vaak hebben we er samen niet naar zitten kijken? Ik moest erg aan je denken en aan je dichtregels: 'We zullen een praatje maken,/want we weten dat de doden/leven onder de levenden,' uit een van de laatste gedichten die je schreef voor je overleed. Woorden die mij altijd weer diep raken. 

Naar het zich laat aanzien komt er een einde aan die zwoele avonden op dat balkon. Wat ik allang heb zien aankomen, maar altijd heb verdrongen, gaat waarschijnlijk gebeuren. Je jongste broer en zijn gezin moeten op termijn hun veel te dure huurhuis uit. Niet alleen wordt de huur, door alle kortingen op de salarissen en de extreem gestegen belastingen, voor hen onbetaalbaar, maar het appartement staat ook te koop. Dan hebben ze dit huis, dat uiteindelijk van hen is, nodig en dat betekent einde Schrijfhuis. Het komt me enerzijds te vroeg. Ik dacht over een jaar of vijf de sleutel aan hun dochter, je nichtje Marina, te geven, als ze gaat studeren (waar ik gezien haar intelligentie geen ogenblik aan twijfel, ik moet het alleen nog voor elkaar krijgen dat ze dan geschiedenis gaat studeren). Aan de andere kant heb ik er ook wel vrede mee. Ik zal er niet minder door naar Griekenland gaan, maar wel voor kortere perioden. Dat doe ik de laatste tijd toch al. Als ik hier een week of twee, drie vertoef, vrienden en familie heb gezien en een paar heerlijke avonden in Loxias heb doorgebracht, begint het Dordrecht alweer te kriebelen. Toen ik jong was, was ik minder blij met die stad, maar toen ik in Hendrik-Ido-Ambacht ging werken en de gemeente mij genereus een ruim huurhuis aanbood, iets wat ze later in Dordt, toen ik op mavo-Krispijn ging werken, niet eens konden bedenken, schrok ik me rot en besloot ik toch maar op mijn eiland te blijven. Inmiddels is er tussen Dordrecht en mij zo'n band gegroeid, ondanks de heisa die je daar ook hebt, dat ik er nooit meer weg wil. Het is bijzonder aangenaam in Loxias met zijn genereuze aanbod aan hapjes, weer eens wat anders dan de (voortreffelijke) poffers, het broodje bal en de tosti bij good old Visser, maar als ik zou moeten kiezen tussen die twee, dan wordt het zonder enige twijfel Visser. Ik kom daar niet voor niets al bijna zevenenveertig jaar.

Dordrecht, ook daar is het een en ander veranderd sinds je overlijden, maar we gaan niet alles in één brief stoppen. Wel dat ik in de afgelopen jaren de voorgevel van ons huis heb laten restaureren en dit jaar de veranda, die min of meer op instorten stond. Volgens de aannemer kan hij er weer voor veertig jaar tegen. Dan word ik, als ik het mag beleven, honderdtwee. Ik weet niet of de veranda dan nog enige prioriteit heeft, maar dat zien we tegen die tijd wel weer. Een van de dingen die ik erg mis, als ik in Griekenland ben, is onze tuin. En die veranda, die Jan Eijkelboom ooit inspireerde, toen hij bij ons was, tot het schrijven van zijn gedicht 'Veranda's vooral.' Jan is ook alweer een paar jaar dood. Ook iemand die ik nog steeds mis. Ik had de eer bij zijn herdenking in het Dordrechts Museum te mogen spreken namens de Dordtse Dichterskring. Dat museum is schitterend verbouwd. Je zou het prachtig vinden, maar daarover een andere keer.

In gedachten, altijd,

Kees 


Foto: auteur


Geen opmerkingen: