woensdag, oktober 08, 2014

Muze & rechterhand




Toen ik Marion leerde kennen, woonde ik in het krotje in de Marcellus Schampersstraat, dat ik voor een prikje had gekocht. Van een getuige van Jehova, die, overtuigd van de spoedige ondergang van de wereld, aan onderhoud niets had gedaan. Met Annemarie, mijn eerste vrouw, knapte ik het op, met veel oranje en bruin. Er was geen douche. Die hadden we niet nodig met mijn ouders op loopafstand.

Na een jaar koos Annemarie haar eigen weg. Twee jaar bleef het voornamelijk stil in de Marcellus Schampersstraat. Even deelde ik het huis met een neef uit Engeland, tot hij introk bij een vrouw uit de beeldende kunst. Toen ik Marion leerde kennen was het zo'n meisje dat het liefst rafelige spijkerbroeken en versleten t-shirts droeg. Ze was zowel vrijgevochten als aandoenlijk aanhankelijk. Hoewel tien jaar ouder, vond ik dat we goed bij elkaar pasten.

Zij zocht contact. Er lag een gedicht op de deurmat. Ik was gevleid. Zij werd muze en rechterhand in praktische zaken. Als het dak lekte, klom zij erop om het te repareren. Zij schroefde de knip op de achterdeur, die niet op slot kon. We hadden enkele mooie jaren, daarna spraken we elkaar nog weleens in Visser of Pictura. Ze stierf jong. Ik kon niet op de begrafenis zijn. Het deed meer pijn dan verwacht.

©Kees Klok

Foto: auteur



Geen opmerkingen: