maandag, december 08, 2014

Brieven aan Stella




Lieve Stella,

Op 21 december 2007 schreef je dit gedicht:

Kerstdagen

Laat het liever sneeuwen.
Ik kan nergens heengaan,
alleen maar kijken
door mijn raam.
Dankzij mijn ogen
kan ik een beetje
van de kerstsfeer genieten.
Laat het sneeuwen.
Ik wilde melomakarona
maken, ik wilde een echte
kerstboom versieren.
Ach, ik wilde, ik wilde...
maar laat het sneeuwen.

Vijf dagen later overleed je. De sneeuw die je zag door het raam van de ziekenhuiskamer waarin je je laatste dagen doorbracht, was inmiddels gesmolten. De luchten waren egaal grijs, het miezerde voortdurend. Het waren in alle betekenissen des woords de donkere dagen voor kerstmis. Ik dacht aan die dagen toen ik gisteren het huis ontvluchtte, omdat het om vier uur alweer zo donker was dat de lichten aan moesten. Het was weer zo'n traditioneel sombere, Nederlandse zondag. Ik stond voor mijn doen laat op, verschoonde het bed, zette de wasmachine aan, ontbeet en begon daarna aan het literair dagboek te werken. Ondertussen luisterde ik naar Onvoltooid Verleden Tijd, het radioprogramma van de VPRO over geschiedenis. Een goed, informatief programma, dus ik vrees dat het zijn langste tijd heeft gehad, nu populisten en onnozelaars, die steeds meer invloed krijgen in de politiek, weer eens een aanval op de publieke omroep hebben ingezet. Ik werkte door aan het dagboek tot de lichten aan moesten, met als enige onderbreking een bezoekje aan iDordt op internet, waar ik als redacteur het verslag van de wedstrijd FC Dordrecht-PSV on-line moest zetten.

Naarmate het almaar donkerder werd begon de melancholie die mij weleens belaagt, zich aan te kondigen. Tijd om naar Visser te gaan, ondanks dat het goot van de regen. Even dacht ik aan Merz, waar levende muziek was, maar ik was bang dat het te veel kabaal zou zijn en daar had ik geen zin in. De sfeer in de stad was ronduit troosteloos, ondanks de koopzondag. Weinig mensen op straat, opvallend veel winkels (al) dicht. In Visser was het evenmin erg druk, maar ik heb daar meestal wel een aardig gesprek. Het was warm en gezellig, maar om zeven uur ging Jaap sluiten. Logisch, want toen waren er nog maar twee gasten over. Ik ben naar Kreta gelopen, waar ik altijd geniet van de muziek die Lambros draait en van zijn gastvrijheid. In zelf koken had ik geen zin. Dat gaat bij mij met vlagen. Soms beleef ik veel genoegen aan het koken, soms moet ik er niet aan denken. Brood en koekjes bakken doe ik altijd met plezier en dat kun je tussen ander werk door doen. De melomakarona uit je gedicht zijn mij nog te ingewikkeld, maar wat mis ik de geur die in huis hing wanneer jij ze aan het maken was. Heel soms ruik ik die geur onverwacht, als een sterke herinnering, zoals ik weleens in dromen jouw stem hoor.

Inmiddels is het weer aan het regenen. Dat heeft wel het voordeel dat ik er gedisciplineerder door schrijf. Ik ben geen depressief type, al drukt de grauwheid buiten mij soms wat terneer. Als dat het geval is, is schrijven een probaat medicijn. In de maanden na jouw overlijden heeft mijn dagboek mij flink geholpen om op de been te blijven. Zoals het schrijven van gedichten jou kracht gaf tijdens je ziekte. Kerstdagen hebben we opgenomen in je bundel Eindeloze nachten, een boek dat je zelf niet meer in druk hebt gezien, maar waarmee je mij iets heel dierbaars hebt geschonken.

Vanuit Griekenland bereiken mij weer akelige berichten over rellen in Athene. Savvas en Fotini gaan er de kerstdagen met Vaso en Alexis doorbrengen. Ik hoop maar dat de rust dan is weergekeerd. Waar het met Griekenland heen moet, weet ik niet meer. Ik heb mij altijd verbaasd over het feit dat Grieken in het buitenland steevast behoren tot de succesvolste immigranten, terwijl ze er in Griekenland zelf steeds weer een puinhoop van maken. Dat begon al tijdens de onafhankelijkheidsoorlog. Verdeeldheid, onderlinge strijd, corruptie, inefficiëntie, gebrek aan een lange termijnvisie, bureaucratie, nepotisme, noem maar op. Het was er allemaal en het is in 193 jaar weinig veranderd. Ik ben blij dat ik één keer jouw raad in de wind heb geslagen. Jij vond dat ik na mijn afscheid van het onderwijs het beste in Griekenland kon gaan wonen. Dat heb ik niet gedaan. Het is een land met een heerlijk klimaat en een gastvrije bevolking. Prima als je als toerist komt, de Atheense troebelen kunt vermijden en er eens een keer niet wordt gestaakt, maar raak niet verwikkeld in de samenleving. Ik ben dat maar heel ten dele en dat levert al een hoop narigheid op. Een paar weken in het Schrijfhuis, zolang ik dat nog tot mijn beschikking heb, is mooi genoeg. En af en toe naar een eiland, zoals Skyros, want het moet wel 'far from the madding crowd' zijn.

Nu we het toch over 'the madding crowd' hebben: vrijdagavond was het weer een heksenketel in het stadion van FC Dordrecht. Vooral toen Dordt met 1-0 voor kwam te staan. Het is met een 1-3 verlies geëindigd, wat wil je tegen de koploper, maar ik kon achteraf bij RTV-Dordt zeggen dat we een sprankelende wedstrijd hebben gezien. Jammer alleen dat er op zo'n ongelukkig tijdstip werd gespeeld, om kwart voor negen. Het was ook verrot koud, daarom heb ik in de fanshop, want aanhangerswinkel klinkt niet, zo'n lekker warme muts gekocht. Ik zie er niet mee uit, maar dat is daar ook de bedoeling niet. Dordt staat nog steeds dramatisch onderaan, maar we blijven er in geloven. Misschien blijkt het in mei 2015 allemaal zelfbedrog te zijn geweest. Dan wordt het langs de lijn bij Achilles '29 vast weer heel gezellig. Tot het zover is, blijven we optimistisch.

Een paar jaar geleden, toen de donkere dagen mij iets te veel werden, ben ik een lang weekeinde naar Lissabon gegaan. Ik zou dat wel weer willen doen, of naar Florence of Rome vliegen, maar ik wil even niet alleen op reis. Vorige week ben ik uit eten geweest met een ontzettend aardige omroepster van RTV-Dordt. Ik zou haar wel willen uitnodigen voor een reisje, maar ja, ze heeft de zorg voor kinderen, wat het niet makkelijk maakt en ze is ook nog eens dertig jaar jonger dan ik. Die gaat niet met die ouwe kaalkop met dat welvaartsbuikje op reis. Ook al schrijft hij de mooiste verhalen en gedichten. Ik ben er daarom ook maar niet over begonnen. Kees Buddingh' zei het al: 'Een mens moet zich niet belachelijker maken dan hij van nature al is.'

Komend weekeinde woekert de kerstmarkt weer in Dordrecht. Jij vond die altijd al een aanfluiting, je was de kerstmarkt van Düsseldorf gewend. In de loop der tijd is hij almaar groter en vervelender geworden. Veel meer een ordinaire braderie dan een kerstmarkt, maar hij trekt ongehoord veel bezoekers. Dat zegt wat van de smaak van het vulgus. Wat ik wel leuk vind, is de ijsbaan, al denk ik er niet aan om zelf te gaan schaatsen. Dat heb ik voor het laatst gedaan in de winter van 1974-75, met mijn klas op een singel in Hendrik-Ido-Ambacht. De kinderen vonden het prachtig, want ik schaatste gewoon in mijn lange winterjas, met een hoed op, terwijl ik mijn pijp rookte. Ik meen mij te herinneren dat we dat jaar een wel witte kerst hadden.

In gedachten, altijd,

Kees

Dordrecht, 8 december 2014

Foto: archief auteur


Geen opmerkingen: