dinsdag, februari 10, 2015

Stigma




Hij heeft net besmuikt opgemerkt dat de uitkeringen te hoog zijn, als er in het vierde restaurant waar ze aankloppen wel plaats is. Een visrestaurant. Als ze zitten vertelt hij dat hier in zijn jeugd een disco was gevestigd. Een meisje geeft uitleg bij de menu's, waarvan op de kaart alleen naam en prijs staan vermeld. Ze kunnen het geratel van het kind niet goed volgen. Daarom bestellen ze een verrassingsmenu en een fles witte wijn. Hij kijkt naar haar groene ogen, ranke gestalte, naar haar rok en bloes met een zweem van oosters. Ze lijkt op de 'meisjes in Indiase zijde' die je 's zomers veel op Samothraki ziet.

Hij vindt dat ze in die veertien jaar nauwelijks is veranderd. Alleen zelfverzekerder geworden. Ze praat enthousiast over haar plannen: een verre reis, een leuke vriend en als het kan een kind. Ze beseft dat de tijd niet stilstaat. Hij vindt haar onzegbaar jong, sprankelend, dat ze heeft wat hij allang verloor. Hij geeft haar het boek dat hij speciaal voor haar heeft bewaard uit de nalatenschap van zijn vrouw. Met de wijn is hij voorzichtig. Hij moet er niet aan denken dat hij nu gaat knikkebollen. Het verrassingsmenu is verrassend. Hij ziet hoe ze geniet. Hij geniet van haar bewegingen, haar stem.

De winterkoude slaat hem op de keel. Ze zegt dat ze de winter haat, al lijkt de temperatuur haar niet te deren. Monter loopt ze naast hem naar het station. Hij zou zijn arm om haar middel willen leggen of inhaken in de hare, maar hij houdt zich in. Op het station houdt hij haar gezelschap tot haar trein arriveert. Een andere oud-leerlinge loopt voorbij en zwaait. Als ze het station uitrijdt, herinnert hij zich wat C. Buddingh' schreef: 'Een mens moet zich niet belachelijker maken dan hij van nature al is.' Hij is met zeer vervroegd pensioen. Toch blijft het een stigma.


©Kees Klok

Foto: auteur


Geen opmerkingen: