zaterdag, maart 14, 2015

Parijs (1)




Werkend aan het volgende deel van mijn literair dagboek kom ik af en toe ik in Parijs terecht. Hier deel 1 van een voorproefje uit Een zootje ongeregeld. Literair dagboek 1975 - 1978, dat, als alles loopt zoals bedoeld, in 2016 zal verschijnen.

Zondag, 30 april 1978:
Parijs
De week slecht begonnen. Zodra we in Bellevue waren gearriveerd, begon het te regenen. Een voorteken. Daarna werd ik nogal dronken, verzwikte mijn voet ernstig en kreeg ik in een restaurant een van mijn beroemde flauwtes. Ik zit nu met een rekverband van Peter om mijn voet en kan moeilijk grote afstanden lopen. De trein was stampvol, maar wij zaten comfortabel eersteklas. Met belangstelling zagen we het geruzie om een plekje in het gangpad aan. Half Nederland schijnt op reis. Toen we op een overdekt terras bij de Pont St. Michel zaten, streek hetzelfde stelletje naast ons neer dat we vorig week op het terras van Bellevue in Dordt zagen. Nog even en ik kom een paar leerlingen tegen.

We zitten dit keer prima in Bellevue. Op de eerste etage en dat is, gezien de brandpreventie van dit hotel, die geheel volgens de Franse slag is opgezet (deur nat houden en hard 'au feu' roepen), gunstig. Met een paar gebroken benen kom je er wel uit. Als ontmoetingsplaats voor het ontbijt hebben we het etablissement van Dupont gekozen, aan het einde van de Rue d' Amsterdam, de zaak van 'La Petite Tzigane.' Wie weet zien we haar weer.

Maandag, 1 mei:
Parijs
Gisteren een drukke, rommelige dag. Ontbijt bij Dupont, daarna naar de vlooienmarkt bij de Porte de Clignancourt. Zelden zo'n zootje troep bij elkaar gezien. Herbert verbaasde zich hevig, begeleid met kenmerkend 'geklapwiek,' over een mannetje dat zijn 'stand' had ingericht met slechts een vogelkooi, een paar rubberlaarzen en een koperen kraan, dat ruzie maakte met een naburige Afrikaan omdat die hem het brood uit de mond zou stoten. De markt heeft een wat duurder deel, waar echt antiek wordt verkocht. Opvallend veel vrouwelijke handelaren. Mooie meiden soms. Er waren nauwelijks handelaren in tweedehands boeken. Na de markt met de metro naar Montparnasse gegaan. Een lange en benauwde rit. Op de Boulevard de Montparnasse geluncht en de voet wat rust gegund. Daarna de lift naar de top van de Tour Montparnasse genomen. Niet zo hoog als de Eiffeltoren en een veel comfortabeler lift. Je doet er nog geen minuut over om boven te komen. Dat is wat anders dan het schommelende en krakende ding in de Eiffeltoren. Het was de moeite waard, we zagen een prachtig panorama van de stad.

Na Montparnasse via het Jardin de Luxembourg naar Café des Deux Magots, het oude schrijverscafé, gelopen. Vergane glorie, maar waar vind je in de gezapige jaren zeventig iets anders dan vergane glorie? Er was een hoempabandje op de boulevard, een zootje ongeregeld, dat er vrolijk op los toeterde. Na het eten, ergens in St. Germain, wilden we gaan kijken naar de hoeren in de Rue de Budapest. Ons in het hotel wat opgefrist en ons daarna bij Dupont moed ingedronken. Dat liep zo uit de hand, dat de rest van het plan niet is doorgegaan. Het goot weer van de regen toen we teruggingen naar Bellevue.

Dinsdag, 2 mei:
Parijs
Met de voet gaat het gelukkig aardig de goede kant op. Ik had het met Herbert over onze drankgewoonten. Tot de conclusie gekomen dat we flink op de rem moeten gaan staan, om niet als volslagen alcoholist te eindigen. Hier drink ik alleen nog maar rode wijn.

De meeste musea waren gisteren dicht. Maandag en 1 mei, dubbelop. Van die eerste mei niets gemerkt. Geen optocht of demonstratie gezien. Het was de hele dag koud en winderig. We hebben nog nooit zulk slecht weer gehad in Parijs. Het Grand Palais was wel open. Daar de Cezanne-tentoonstelling bezocht. Zijn latere werk. Misschien zijn belangrijkste periode, maar niet zijn aantrekkelijkste. Vooral de vele aquarelstudies, in lelijke pastelkleuren, neigen al te veel naar het latere, dolmakende en vervreemdende kubisme, een van de meest onesthetische stromingen die onze eeuw in haar jeugd heeft voortgebracht. Verder weinig gedaan. Wat rondgelopen: Rue St. Honoré, de tuinen van het Louvre, de Champs Elysée. Daar wat gedronken. Tenslotte via de onvermijdelijke Arc de Triomf naar St. Germain, waar we op een terras een uurtje naar verkleumde en uitgewaaide voorbijgangers hebben zitten kijken. Weer talloze mooie meisjes. 's Avonds fondue gegeten. Daarna gingen Herbert en ik vroeg slapen. Moe en een beetje verveeld. Peter en Gerrit achtergelaten op de Boulevard St. Germain.

Woensdag, 3 mei:
Parijs
Gisteren bleken de musea ook dicht, zodat we voor de tweede keer voor een gesloten Centre Pompidou stonden. We gaan het straks nog maar eens proberen. Het begint een beetje op een bedevaart te lijken. Gisteren de dag voornamelijk doorgebracht op terrasjes aan de Boulevard St. Germain. Bij Gibert, op de Boulevard St. Michel, drie boeken van Léautaud gekocht: Propos d'un jour, Amours en Lettres à ma Mère. Het boek van Ajar, dat ik voor Thijs moet kopen, hadden ze niet in voorraad.

Gisteren gegeten bij een Vietnamees, onze 'vaste,' in het Quartier Latin. Peter en Gerrit verschenen met een gruwelijke kater aan het ontbijt. Ze hadden in een bar een paar Nederlanders ontmoet en waren daarmee doorgezakt. Omdat ze er nogal over opgaven, zijn we er na de Vietnamees naartoe gegaan. Het viel wat tegen. De Hollandse vrienden, van wie Gerrit en Thijs nog wat te goed hadden, lieten zich wijselijk niet zien.

's Morgens voor het ontbijt op de Place Gabriël Peri (ik zeg altijd aan het einde van de Rue d' Amsterdam, maar zo heet het niet) is de prettigste tijd om mijn dagboek bij te werken. Ik ben altijd ruim vroeger op dan de anderen en kan daardoor een uurtje of wat ongestoord schrijven.

Zolang we hier zijn nog geen ogenblik stilte gehoord. Misschien bijna in het Jardin de Luxembourg, maar ook daar hoor je nog het constante geraas van het verkeer. Wat dat betreft ligt het hotel ongelukkig. Als het raam open staat, kun je in onze kamer niet op normale toon met elkaar spreken.

Herbert heeft ons de anti-club gedoopt, naar aanleiding van een reclame in de metro voor een reisbureau. We hebben wel iets van de gebroeders Dalton. We lopen ook op van klein tot lang. Ik ben de kleinste , dan komt Gerrit, vervolgens Herbert en daarna Peter. Het lijkt ook een beetje de Pickwick Club. Peter heeft ook wel iets van Mr. Micawber uit Great Expectations.

Donderdag, 4 mei:
Parijs
Gisteren weer de rit gemaakt naar het Centre Pompidou. Nu was het geopend. De nationale collectie twintigste eeuwse kunst bekeken. Veel indrukwekkend werk, maar ook de gebruikelijke, modernistische rommel. In het restaurant raakten we in discussie over de vraag of je de ene kunstvorm hoger kunt aanslaan dan de andere. Gerrit en ik stelden dat je de literatuur in het algemeen boven de beeldende kunst moet stellen, omdat de eerste nagenoeg onbegrensd is in haar mogelijkheden, in tegenstelling tot de laatste. 's Middags de tentoonstelling van Henri Michaux bekeken. Verspilde moeite. Non-figuratieve ellende.

Op het grote plein voor het kunstcentrum tiert een welig straatleven. Muzikanten, mimespelers, redenaars, goochelaars, acrobaten, vuurvreters, allemaal doen ze er hun kunstje. We hebben het een tijdje bekeken van een geïmproviseerd terrasje, want de plaatselijke horeca heeft zich nog niet aan de nieuwe situatie aangepast. Het was eindelijk mooi weer. De sfeer was wat surrealistisch met het waanzinnige staketsel van het Centre Pompidou als decor.

's Avonds gegeten bij La Ribaudière op het kleine eiland. Je zit daar in de middeleeuwse kelders. Je krijgt tegen betaling van een vast bedrag een hoofdgerecht en een dessert. Verder kun je onbeperkt andere gerechten en wijn tot je nemen. Het was prima, al is zo'n systeem eigenlijk niet aan mij besteed, want ik ben een maar een kleine eter. Ook opgepast met de drank, alleen Peter was een tikje aangeschoten. Als dessert ijs genomen, waardoor ik een beetje aan de race ben. Gelukkig uit voorzorg pillen meegenomen.

Een paar dagen geleden kocht Herbert een elpee met daarop het adres van een folkclub in Parijs. In de Rue de la Reine Blanche. We zijn er heen gegaan, een fikse wandeling in de richting van de Place d' Italie, door een buurt die we niet kenden, maar we troffen slechts een woonhuis en een groenteboer. Teleurgesteld een afzakker gehaald bij Dupont, waar we in gesprek raakten met een paar Vlamingen. Hen gelukgewenst met de overwinning van Anderlecht.

Foto: archief auteur


Geen opmerkingen: