dinsdag, juni 30, 2015

Tweede Open Brief aan Jeroen Dijsselbloem




Eerder dit jaar publiceerde ik een open brief van Roos Mavrikou-Zevenhuizen, woonachtig op het Griekse eiland Skyros, op mijn weblog. Nu de situatie in Griekenland tot een dramatisch hoogtepunt lijkt te komen en de toekomst van een heel volk op het spel staat, iets dat het Nederlandse publiek nog steeds niet goed lijkt te beseffen, heeft zij zich nogmaals tot Jeroen Dijsselbloem, boegbeeld van de harde opstelling van 'Europa' jegens Griekenland, gericht:


Meneer Dijsselbloem,

De ontknoping van het Griekse tragedie lijkt zich te ontvouwen tot een van de grootste tragedies die Europa ooit gekend heeft.

Ik begrijp het simpelweg niet. Ben inmiddels ook behoorlijk emotioneel door alles. Woede, angst, teleurstelling zijn nu de toonaangevende emoties. Met twee jonge kindjes sta je nu eenmaal kwetsbaar in het leven, zeker als je in een land leeft waar Europese overheden de afgelopen jaren een beleid hebben opgelegd dat de economie en inherent daaraan de samenleving, voor een groot deel hebben doen instorten.

Meerdere malen per dag, misschien wel per uur, stel ik mijzelf de vraag: zouden zij echt geloven in wat zij meedelen vanuit Brussel. Zou de heer Dijsselbloem werkelijk geloven dat het voorstel dat er door de Eurogroep als semi-definitief op tafel werd gelegd, na maanden van onderhandelen, redelijk te noemen is?

Een van de maatregelen uit dit voorstel is het verhogen van de BTW op hotels en appartementen van 6,5 procent naar 23 procent? Redelijk? U noemt dat zo in uw reacties, maar gelooft u dat echt? Rond de vijftig procent van de Grieken leeft van het toerisme. Het enige dat de economie niet compleet dood heeft laten bloeden na vijf jaar van zware bezuinigingen. Bezuinigingen die het tegenovergestelde hebben bereikt van wat er als zogenaamde doelstelling was gesteld: het uit de crisis trekken van Griekenland. Het Griekse ‘hulpplan’ dat hoge leningen, met toentertijd hoge (woeker)rentes, inhield waarvan het geld grotendeels werd gebruikt om westerse banken overeind te houden. Alleen werd het heel braaf tot het Griekse reddingsplan gedoopt en iedereen nam dat klakkeloos aan en over.

U ziet toch wel in dat Griekenland niet gered is? De handtekeningen die respectievelijk door Papandreou en Samaras onder alle voorstellen vanuit de Eurogroep zijn gezet hebben daarbij niet geholpen en een eventuele handtekening van Tsipras had dat evenmin gedaan. Het tegendeel daarvan is zelfs bereikt. Het plan de campagne vanuit Brussel was er één van tunnelvisie. Technocratisch blindstaren, in plaats van te kijken naar wat Europa en diens inwoners werkelijk nodig hebben. Beweren dat Griekenland een licht herstel kende is klinkklare onzin met een vierde van de arbeidende bevolking die werkeloos thuis zit zonder enig perspectief!

Helaas hebben de media een grote rol gespeeld in het feilloos kopiëren van diezelfde tunnelvisie en werd Griekenland steeds meer afgeschilderd als het ondankbare zwarte schaap binnen de Europese samenleving dat krijgt wat het verdient. Inmiddels heeft u de publieke opinie van de Nederlandse bevolking met zich mee. Daar is door u en collega's wel voor gezorgd. Het hele volk is uitgebreid geanalyseerd en in een zeer negatief daglicht komen te staan door vele fabeltjes die daarmee gepaard gingen.

Albert Einstein zei ooit: We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.

Hij zei ook: Insanity is doing the same thing over and over again and expecting different result.

Een wijs man. Een van de wijste die ooit geleefd heeft. Waarom neemt u deze quotes niet ter harte? Of het advies van al die economen die het handelen vanuit Brussel bijna massaal verwerpen en bestempelen als destructief?

Laat u echt een geheel volk, bestaande uit jonge kinderen die hun leven net beginnen, ouderen die het zien aflopen en alles daartussen, moedwillig in de armoede storten, omdat zij via een referendum (een grondrecht binnen een democratie) waarschijnlijk nee zullen zeggen tegen nog zwaardere bezuinigingen na de eerdere die al zo allesverwoestend zijn gebleken? Is dat het Europa dat u wenst? Zo ja, God help ons.

Roos Mavrikou

Skyros, Griekenland, 30 juni 2015

Foto: Kees Klok



maandag, juni 29, 2015

Steeds een nieuw verhaal




Omdat Visser wegens vakantie gesloten is, zitten we met enige regelmaat op het terras van Stadcafé Rijke op het Scheffersplein. Het kan er weleens hinderlijk waaien, maar daar kan de kroegbaas niets aan doen. Bij Visser heb je minder last van de wind, maar daar is het gesneuvelde zonnescherm nog niet vervangen, zodat ik er pas na vieren kan zitten, als de koperen ploert achter de huizen is verdwenen. De koperen ploert, ik meen mij te herinneren dat dat een uitdrukking is die in 'ons Indië' werd gebezigd. 'Ons Indië', hoewel ik twee jaar na de onafhankelijkheid van Indonesië ben geboren, was die term in mijn schooljaren nog gemeengoed.

Iedere keer als wij bij Rijke zitten, verschijnt er rond half vijf, vijf uur een meneer in een journalistenvest, die uitgebreid begint te fotograferen, of te filmen, dat weet ik niet, maar hij is altijd minstens een kwartier in de weer, altijd op dezelfde plaats en altijd knippend, of filmend in dezelfde richting. Dat suggereert een verhaal. Wie is die meneer en waarom zijn fascinatie met die plek? Zaterdagmiddag verscheen hij zelfs twee keer om zijn kunstje te doen. Is het een medewerker van de AIVD, die een potentieel broeinest van kwaad in de gaten houdt? Is het een kunstenaar die bezig is aan een serie foto's of films voor een of ander project? Gaat het om loslopende jongedames in zomerkledij? Is het een bezigheidstherapie om obsessies uit te bannen?

Ik kan natuurlijk op hem afstappen en vragen waarom hij daar iedere dag met zijn camera staat te zwaaien, maar wil ik het antwoord wel horen? Ik laat hem liever telkens een andere rol spelen in steeds een nieuw verhaal.

Foto: Kees Klok




zaterdag, juni 27, 2015

Toop




De enig overgebleven knecht van oom Johan luisterde naar de onwaarschijnlijke naam Toop. Toop was een grote, zongebruinde man in een blauw ketelpak, van wie ik de leeftijd niet kon schatten. Voor een vijfjarige is iedereen van boven de vijftien stokoud. Zelf zag ik zeven al als een geweldige mijlpaal, maar dit terzijde. Toop was sterk. Soms pakte hij mij op onder zijn arm en liep dan fluitend een rondje over het erf. Als we op de boerderij kwamen logeren, zocht ik Toop altijd direct op, maar toen ik de mijlpaal van zeven had bereikt, was hij er niet meer. Als laatste der Mohikanen door de voortschrijdende mechanisatie naar de Rotterdamse haven verbannen.

Toop werd een vage herinnering. Ik heb geen idee of hij nog leeft. Misschien zit ergens een bejaarde grootvader te mijmeren over zijn jeugdjaren op die boerderij, eenzaam in de polder, met de naaste buurman op ruim twee kilometer afstand. Oom Johan deed het sindsdien op drukke tijden, als de aardappels moesten worden gesorteerd, of als de combine kwam om het graan te oogsten, met gelegenheidspersoneel. Toen ik een nieuwe mijlpaal had bereikt, zestien, werd ik in de oogsttijd tractorchauffeur in tijdelijke dienst. Je moest dan met een achterhangende wagen naast de combine gaan rijden, uit wiens slurf de lading werd gestort. Vervolgens was het zaak zo snel mogelijk naar de silo in het dorp te rijden. Weegbrug op, lossen, weegbrug af en daarna in volle vaart terug. Behalve als de politie in de buurt was, want je mocht toen maar zestien op een trekker.

Tijdens die werkzaamheden genoot ik kost en inwoning. 's Nachts zagen we vaak stropers in de polder, met lichtbakken en jachtgeweren. Dan dacht ik weleens aan Toop, bij wie ik mij altijd veilig voelde, ook als ik onder zijn arm werd rondgedragen.

Foto: Kees Klok


maandag, juni 22, 2015

Een gewone dag




Er zijn van die antwoordloze vragen, categorie kip-ei. Een van de bekendste is of het toeval bestaat. Elk antwoord daarop is een vorm van geloof. Het is een vraag die ik niet beantwoord. Ik bezoek de tentoonstelling Een gewone dag van Bas Damme. Bas is de ontwerper van het omslag van mijn eerste verhalenbundel Centre Ville, in 1978 uitgegeven door de Culturele Raad Dordrecht. In die jaren was hij een begenadigd etser, al twijfelde hij voortdurend aan zijn werk. Zozeer, dat hij op een gegeven ogenblik stopte.

Een paar weken geleden zette ik het ontwerp-omslag van mijn in augustus te verschijnen boek Het is er niet van gekomen op Facebook. De ondertitel luidt: Vijftig brieven aan Stella. Brieven die ik zeven jaar na haar overlijden schreef, want nog steeds is er dat innige contact, dat we samen koesterden. Er kwam een reactie van Bas. Binnenkort had hij een tentoonstelling, met vijftig tekeningen en etsen, een beeldend verslag van zijn leven met Nicole. Zij overleed in 2013, net als Stella aan kanker.

Na de opening bezoek ik de tentoonstelling opnieuw, nu op een tijdstip dat ik alleen ben. De aanwezigheid van anderen zou me storen. Het werk raakt me diep in mijn ziel, zo getuigt het van de verbondenheid van Bas met Nicole. Zoveel zuivere emotie en schoonheid. Ik kan er nauwelijks van loskomen, tot een man nogal luidruchtig de zaal betreedt. Nooit eerder verliet ik een tentoonstelling met tranen in mijn ogen.

Een gewone dag is nog te zien tot en met 26 juli in Pictura, Voorstraat 190/192 Dordrecht op woensdag tot en met zondag van 13 tot 17u.


vrijdag, juni 19, 2015

Mooi-weer-filmer




Ik film het kunst- en cultuurprogramma van het lokale radiostation Drechtstad FM. Vandaag vanuit galerie De Compagnie aan de Dordtse Kuipershaven. We worden omringd door tekeningen van vier kunstenaars: Otto Dicke, Bouke IJlstra, Rein Dool en Led Brand. Mooi werk van alle vier, maar dat van Dicke vind ik het allermooist. Ik maak opnames van de voorbereiding van het programma: de technicus die snoeren en stekkers controleert, de presentatoren van dienst die overleggen met de regisseuse. Via Cultura is een goed programma, informatief en interessant. Een uur vind ik te kort, het zou twee uur moeten, maar dat kost geld.

Na afloop gaat iedereen ergens wat drinken. Ik ga niet mee. Buiten is het guur geworden, de herfstavond van 18 juni 2015. Ik ben te dun gekleed en niet in de stemming. Ik heb deze week trouwens al genoeg gedronken. Op de fiets naar huis vervloek ik het klimaat, al is dat even zinloos als treuren om een onbeantwoorde liefde.

Thuis laad ik het filmmateriaal in de computer en ga monteren. Ik moet een half uur film terugbrengen tot een minuut of zes. De menselijke spanningsboog is al kort genoeg. Buiten begint het hevig te regenen. Ik prijs mij gelukkig dat ik thuis ben. Ik ben in de aard een mooi-weer-filmer, ik kan daarom liever eerst gaan slapen.

Foto: Kees Klok


donderdag, juni 18, 2015

Tegenzitten




Ik houd mijzelf voor een evenwichtig mens te zijn, weinig gevoelig voor grillen en stemmingen. Zonder een zekere mate van zelfbedrog is het leven ondragelijk. Ik word te dik, dus ga ik meer bewegen, zodat ik alcohol kan blijven drinken, koekjes bij de koffie kan eten en regelmatig een pizza. Soms sla ik een dag over. Dan blijf ik achter mijn bureau zitten en beloof mijzelf de volgende dag een paar uur intensieve arbeid in de tuin. De volgende dag regent het bijna altijd.

Het zit weleens tegen. Ik koester warme gevoelens voor een beeldschone dame, maar die zijn niet wederzijds. Ik wil de heggen scheren, maar snijd het snoer van de elektrische heggenschaar door. Ik ga uit eten en krijg 's nachts last van brandend maagzuur. Een goede vriend verongelukt.

Het tegenzitten kent vele gradaties. Als het zwaar tegenzit ga ik wandelen door het historisch centrum van Dordrecht, mijn stad. Dan moet ik altijd over de Pottenkade. Op de Pottenkade denk ik aan Susan, verdwenen in de nevelen van de geschiedenis. Aan Marion, met wie ik kort samen, maar gelukkig was. Aan Stella, mijn grote liefde, die net als Marion dood is. Die weemoed werkt louterend. De Pottenkade geneest. Dat wijst erop dat ik gelukkig niet helemaal goed bij mijn hoofd ben, wat ik mijzelf ook voorhoud.


Foto: Kees Klok


woensdag, juni 17, 2015

Bedreigde schat




Door de geschiedenis heen was piraterij een plaag die het Middellandse Zeegebied teisterde. Het eiland Skyros, de zuidelijkste van de Sporaden, was veelvuldig slachtoffer, maar niet zelden ook operatiebasis, van piraten. Een van de manieren om je tegen overvallen van zeerovers te beschermen, was je te vestigen op een goed verdedigbare plaats. Liefst een plek die vanuit zee niet al te veel in het oog liep. Dat is de reden waarom Skyros-stad (Chora) hoog tegen een rots is gebouwd. Het is dan ook een flinke klim, vanaf zeeniveau, naar de platia, het centrale plein. Vandaar kun je nog een stuk verder omhoog, naar het gedenkteken voor Rupert Brooke. Deze Engelse dichter was tijdens de Eerste Wereldoorlog onderweg naar de Dardanellen toen hij, op 23 april 1915, bij Skyros overleed. Hij werd op het eiland begraven, in een provisorisch graf nabij de marinebasis Tris Boukes. Later werd in de olijfgaarde een bescheiden praalgraf opgericht en kreeg hij een gedenkteken op wat nu Platia Brooke heet. Volhouders kunnen zelfs nog verder klimmen, tot aan de door de Byzantijnen gebouwde citadel.

Vanaf de Platia Brooke heb je een mijlenver uitzicht over de Egeïsche Zee. In het verleden kon men piraten lang van tevoren zien aankomen en zich tijdig voor hen verschansen. Net onder dit plein liggen het Archeologisch Museum en het Faltaits Museum, genoemd naar de kunstschilder Manos Faltaits (1938-2013), die het in 1964 samen met zijn vrouw oprichtte in de villa van de familie, waar hij ook zijn atelier had. Het Faltaits Museum is in meerdere opzichten bijzonder. Door de verschillende collecties, door de unieke ligging en door de culturele activiteiten die het in de zomermaanden ontplooit.

In het Faltaits zijn de gebruikelijke voorwerpen te vinden die je in ieder folkloremuseum in Griekenland ziet. Het interessante daaraan is echter het kostbare borduurwerk, de fraaie collectie kleding en het aardewerk. De keramiek van Skyros is wereldberoemd en hier ook in ruime mate te bewonderen. Het museum bezit verder een uitgebreide collectie schilderijen van Manos Faltaits, alsmede portretten die bevriende kunstenaars van hem maakten. Uniek is de collectie tijdschriften en boeken. Tijdschriften met artikelen van de vader van Faltaits, een bekend journalist, waarin veel valt te lezen over de ontwikkelingen in Griekenland in de eerste helft van de vorige eeuw. Hoe kostbaar de boekencollectie is, valt niet te schatten, maar hij bevat een aantal zeer oude banden, waaronder exemplaren die zijn gedrukt op de Griekse drukpers in Venetië, die al in de vijftiende eeuw actief was. De tragiek van het museum is dat deze collectie ernstig bedreigd wordt doordat geld, menskracht en expertise ontbreken om hem te catalogiseren en te conserveren. Zo ligt een schat aan informatie langzaam te verkruimelen.

Ook de tuinen zijn een bezoek waard. Zij bieden uitzicht op de plaatsjes Magazia en Molos, met hun prachtige zandstranden. De decoraties van de muren, met kleurrijk Skyriaans keramiek, zorgt samen met het weelderig groen voor een haast sprookjesachtige sfeer. Er zijn twee openluchttheaters, een groot en een kleiner, waar concerten, literaire avonden, wetenschappelijke lezingen en theatervoorstellingen worden gehouden. Het museum is gebouwd op een deel van de oudste (Mykeense) muren van Skyros-stad, waarvan hier en daar nog stukken zijn te zien. Het is een unieke ervaring een concert bij te wonen op deze historische grond, met de ruisende zee diep onder je. Dat er binnen echter een schat ligt te vergaan stemt mij, zeker als historicus, droevig, maar in deze crisistijd ligt een snelle redding niet voor de hand.

Foto: Kees Klok


Dit artikel verscheen eerder als column in het Griekenland Magazine, voorjaarsnummer 2015.


maandag, juni 15, 2015

Anti-rook fetisjisten




Er zullen ook wel wat akelige verboden en geboden zijn geweest, maar op de een of andere manier komt de religie van de oude Grieken als een fris en vrolijk godsdienstje op mij over. In het menselijk brein geboren en, in tegenstelling tot wat er daarna in de Romeinse tijd over Europa neerdaalde, menselijk gebleven. Ja, ze hadden wel flink wat in de melk te brokkelen, die Zeus en zijn mede Olympiërs, maar ze hadden dezelfde deugden en ondeugden als wij sterfelijken. De mens schiep de goden niet voor niets naar zijn beeld. In het preutse tweede decennium van de 21e eeuw zou Zeus wel wat verdacht zijn geweest, met al dat copuleren buiten de deur en dat kleine, naakte kleutertje aan de hand van Afrodite, dat kan helemaal niet meer. Henk Bres zou er een acute hartverzakking van krijgen.

Ik vraag mij weleens af waarom Zeus & Company ooit werden omgeruild voor het christendom en nog meer, hoe het komt dat dat zich zo snel door het Romeinse rijk kon verbreiden. Je kunt een veelheid van 'daaroms' aanvoeren, maar al die redenen moeten toch een voedingsbodem hebben gevonden in een vorm van massahysterie. Die doet zich van tijd tot tijd voor. De mens is nu eenmaal allesbehalve een rationeel wezen en soms begint men massaal te geloven dat als dit of dat idee niet krachtig aan de samenleving wordt opgedrongen, de wereld zal vergaan. Dan komen de tirannieke geestdrijvers naar de oppervlakte.

In onze caleidoscopische, maar toenemend hysterische samenleving, komen geestdrijvers in alle soorten en maten voor. Heel erg eng vind ik de anti-rookfetisjisten. Daarvan mag ik straks niet meer roken op het terras van mijn stamkroeg. Onlangs zat er een stinkende dame. Een of ander goedkoop of door de tijd bedorven parfum. Die eiste op hoge toon doving van mijn pijp. Ik ben te beschaafd om zo iemand dood te slaan. Soms vind ik dat weleens jammer.

Foto: Kees Klok


maandag, juni 08, 2015

Eendagsbloem




Ook van jou moet ik afscheid nemen. Je was hier al voordat ik verscheen, toen het balkon nog vol planten was. Ik heb je achtentwintig jaar zien groeien. Pas aan het begin van deze eeuw, kwam je eerste bloem, die slechts één dag volop bloeide, zoals alle bloemen die volgden. Ieder jaar steeds maar één. Tot gisteren, de dag dat Stella's lievelingsnichtje trouwde. Ineens had je er vijf, had je al je krachten gebundeld om de dag luister bij te zetten.

Ik moet je achterlaten. Ik weet niet hoe lang je hier nog zult wonen. Dat is niet meer in mijn hand. Ja, het huis blijft in de familie, maar of die jou zal omarmen, weet ik niet. Ik kan je slechts aanbevelen, hoe raar dat ook klinkt, maar zo gaat het als een nieuwe fase in een mensenleven aanbreekt.

Je hebt gezien hoe Stella jaar op jaar op het balkon, jouw balkon, haar likeuren maakte. Mij wacht nu het laatste glas in de laatste fles. Je hebt ons met de seizoenen zien gaan en komen, was tevreden met twee forse scheuten water in de zomer en eentje als we kwamen met kerst. Misschien begreep je het niet toen we niet meer samen kwamen, maar je schonk mij onverstoorbaar jouw eendagsbloem. Afscheid schrijnt. Verwelkende schoonheid misschien nog meer.

Foto: Kees Klok


zondag, juni 07, 2015

Nachtconcert




Ergens in de nacht werd ik wakker op het balkon. Na een avond diepzinnig praten in het stamcafé liet ik mij door een taxi afzetten bij de bushalte langs de beek. Een kolonie kikkers ging te keer dat het een aard had. Ik besloot een laatste sigaartje te roken en te luisteren naar het nachtconcert. Toen ik ontwaakte, was het nog onverminderd gaande.

In bed dacht ik aan de dozen die nog moeten worden ingepakt en aan het papierwerk dat ik moet doen voordat de verhuizer aan de deur komt. Het zweet brak mij aan alle kanten uit. In zo'n geval helpt het als ik mij in gedachten verplaats naar mijn favoriete eiland en het huis dat ik daar zou willen bouwen. Ik woon er met een prachtige elfenvrouw. Met haar vlammende haren lijkt zij zo weggelopen uit een boek van Tolkien.

Stram en stijf, met lichte pijn in mijn nekspieren, stond ik op om aan het ritueel van alle dag te beginnen. Vanmiddag al neem ik afscheid van mijn hulp. Tussen het schoonmaken door drinken we altijd uitgebreid koffie en vertellen elkaar over onze landen van herkomst. Zij is eigenlijk chemisch ingenieur, maar kan in dit land niets aanvangen met haar studie. Zij poetst zich daarom met een glimlach door het leven. Die glimlach ga ik missen.

Foto: auteur



vrijdag, juni 05, 2015

Knoet




De piloot roept om dat we boven Albanië vliegen. Vanaf elf kilometer hoogte zie ik de ene bergketen na de andere, een groengrijze zee waarover een tyfoon lijkt te razen. Toen ik Stella leerde kennen en Griekenland mijn belangrijkste reisdoel werd, zat Albanië op slot. Een soort Noord-Korea waar een zekere Hoxha het volk stevig onder de knoet hield. De luchtvaart maakte een ommetje. Ik kijk nog eens goed en zie van hieruit geen verschil met de rest van de Balkan.

Albanië doet me denken aan A. den Doolaard, Ali Pasja, lord Byron en Tessa de Loo. Bloedwraak, list en bedrog, machtswellust en aanklevende wreedheid, dat levert spannende verhalen op. Met Stella reisde ik ooit langs de Grieks-Albanese grens. Soms kon je vanaf een berg naar het land kijken, zoals Mozes naar het Beloofde Land. In Ioannina hoorden wij hoe Ali Pasja zich ontdeed van minnaressen: in een zak met stenen het meer in. Arie Scheffer schilderde de vrouwen van Souli: liever het ravijn dan Ali.

Voor ik er erg in heb is Albanië passé en landen wij in Thessaloniki. Met de taxichauffeur bespreek in de zorgen van alle dag. Hij blijkt een in Albanië geboren Griek. Hij zegt dat hij misschien teruggaat als de armoede in Griekenland nog erger wordt, al lijkt Amsterdam hem een beter alternatief.


Foto: Collectie Dordrechts Museum


woensdag, juni 03, 2015

Verstrooid






                                   voor C. Buddingh'

Wat er al niet over je werd gezegd
voor ik je uiteindelijk leerde kennen.

De juf op school zei dat je een man was
zo verstrooid dat je je eigen verjaardag vergat.

Iemand anders beweerde dat je de
stadionspreker was van D.F.C.,

weer een ander dat je voor de oorlog
in het Nederlands elftal had gespeeld.

Er werd gezegd dat je slepende stem
een gevolg van jaren sanatorium was

en niet lang voor wij kennismaakten
wond mijn vader zich op

over iets met deksels en elastiekjes
dat hij ongerijmd onpoëtisch vond.

Maar toen ik je tenslotte de hand drukte in
die met flessen, papieren en boeken bezaaide kamer,

zat daar een aardige, vooral gewone man
die hield van een glaasje en een sigaartje,

van zijn pijp, van voetbal, vriendschap, poëzie.
Niets om je over op te winden dus.


Kees Klok
Dordrecht, 1 juni 2015

Foto: janien.files.wordpress.com