donderdag, juni 18, 2015

Tegenzitten




Ik houd mijzelf voor een evenwichtig mens te zijn, weinig gevoelig voor grillen en stemmingen. Zonder een zekere mate van zelfbedrog is het leven ondragelijk. Ik word te dik, dus ga ik meer bewegen, zodat ik alcohol kan blijven drinken, koekjes bij de koffie kan eten en regelmatig een pizza. Soms sla ik een dag over. Dan blijf ik achter mijn bureau zitten en beloof mijzelf de volgende dag een paar uur intensieve arbeid in de tuin. De volgende dag regent het bijna altijd.

Het zit weleens tegen. Ik koester warme gevoelens voor een beeldschone dame, maar die zijn niet wederzijds. Ik wil de heggen scheren, maar snijd het snoer van de elektrische heggenschaar door. Ik ga uit eten en krijg 's nachts last van brandend maagzuur. Een goede vriend verongelukt.

Het tegenzitten kent vele gradaties. Als het zwaar tegenzit ga ik wandelen door het historisch centrum van Dordrecht, mijn stad. Dan moet ik altijd over de Pottenkade. Op de Pottenkade denk ik aan Susan, verdwenen in de nevelen van de geschiedenis. Aan Marion, met wie ik kort samen, maar gelukkig was. Aan Stella, mijn grote liefde, die net als Marion dood is. Die weemoed werkt louterend. De Pottenkade geneest. Dat wijst erop dat ik gelukkig niet helemaal goed bij mijn hoofd ben, wat ik mijzelf ook voorhoud.


Foto: Kees Klok


Geen opmerkingen: