zaterdag, juni 27, 2015

Toop




De enig overgebleven knecht van oom Johan luisterde naar de onwaarschijnlijke naam Toop. Toop was een grote, zongebruinde man in een blauw ketelpak, van wie ik de leeftijd niet kon schatten. Voor een vijfjarige is iedereen van boven de vijftien stokoud. Zelf zag ik zeven al als een geweldige mijlpaal, maar dit terzijde. Toop was sterk. Soms pakte hij mij op onder zijn arm en liep dan fluitend een rondje over het erf. Als we op de boerderij kwamen logeren, zocht ik Toop altijd direct op, maar toen ik de mijlpaal van zeven had bereikt, was hij er niet meer. Als laatste der Mohikanen door de voortschrijdende mechanisatie naar de Rotterdamse haven verbannen.

Toop werd een vage herinnering. Ik heb geen idee of hij nog leeft. Misschien zit ergens een bejaarde grootvader te mijmeren over zijn jeugdjaren op die boerderij, eenzaam in de polder, met de naaste buurman op ruim twee kilometer afstand. Oom Johan deed het sindsdien op drukke tijden, als de aardappels moesten worden gesorteerd, of als de combine kwam om het graan te oogsten, met gelegenheidspersoneel. Toen ik een nieuwe mijlpaal had bereikt, zestien, werd ik in de oogsttijd tractorchauffeur in tijdelijke dienst. Je moest dan met een achterhangende wagen naast de combine gaan rijden, uit wiens slurf de lading werd gestort. Vervolgens was het zaak zo snel mogelijk naar de silo in het dorp te rijden. Weegbrug op, lossen, weegbrug af en daarna in volle vaart terug. Behalve als de politie in de buurt was, want je mocht toen maar zestien op een trekker.

Tijdens die werkzaamheden genoot ik kost en inwoning. 's Nachts zagen we vaak stropers in de polder, met lichtbakken en jachtgeweren. Dan dacht ik weleens aan Toop, bij wie ik mij altijd veilig voelde, ook als ik onder zijn arm werd rondgedragen.

Foto: Kees Klok


Geen opmerkingen: