vrijdag, mei 13, 2016

Het begin




Het verhaal is bekend. Ik leerde Stella in Minneapolis kennen, toen ik daar een tijdje met een Fulbrightbeurs aan de universiteit verkeerde. Het was een zonovergoten periode, met temperaturen tussen de zestien en vijfenveertig graden. Zestien in de collegezalen, waar je vanwege de hinderlijk overdreven luchtkoeling altijd een trui aan moest, vijfenveertig daar buiten. Verrassend genoeg had de kamer in Middlebrook Hall, die ik deelde met de IJslandse historicus Ragnar Sigurdsson, geen koelkast. Wij dronken in die dagen Milwaukee's Best, dat we betrokken van een supermarkt aan de rand van de campus. De blikjes koelden we zo goed en zo kwaad als het ging op de airco, een soort kast onder het raam, waar 's winters warme en 's zomers koude lucht uit kwam. Roken was nog net geen probleem, al begonnen de eerste anti-rokers al verontrustend te radicaliseren.

Dat er iets was ontstaan tussen Stella en mij, werd duidelijk toen we op een keer in een lift stonden en ze mij spontaan begon te zoenen. Een paar dagen later nam ik haar uit eten naar een Mexicaans restaurant, ergens in downtown Minneapolis. Daar gingen we zo op in elkaar, dat de tornado die over een deel van de stad raasde, ons geheel ontging. Terug in Middlebrook Hall kroop de rest van het internationale gezelschap waarin wij verkeerden net uit de schuilkelder. In één klap hadden we een reputatie van onverschrokkenheid. Echt onverschrokken was Ragnar. Hij ging tijdens het tornado-alarm doodgemoedereerd met zijn camera op het dak zitten, ongeveer zoals Churchill in Londen tijdens de Blitz.

Stella vond dat de rest van het gezelschap niets van onze relatie hoefde te weten. Ik vond dat eerst wat overdreven, maar besefte al snel dat ze gelijk had. In de groep bevond zich een Nederlandse docent, die het verblijf in Minneapolis opvatte als een uitnodiging om zoveel mogelijk vrouwelijke collega's te bevrijen. Zijn pogingen daartoe hadden wisselend succes, maar leidden op den duur tot zoveel ergernis, dat zijn opvallend obsessief gedrag aanleiding was voor de hoogleraar, die aan het hoofd van het programma stond, om hem ernstig tot de orde te roepen. Alleen Ragnar en Stella's kamergenote Ute wisten van onze relatie, want we wilden weleens een uurtje ongestoord alleen zijn. De anderen hoorden er pas van toen ze drie jaar later onze trouwkaart ontvingen.

Onlangs vond ik in Stella's archief twee schriften met dagboekaantekeningen uit die tijd. Grotendeels in het Engels geschreven, wat ik gemakkelijker lees dan (handgeschreven) Grieks. Ik lees ze met een sterk gevoel van weemoed, maar toch is het heerijk om alles door de ogen van mijn grote liefde nog eens te beleven.


Foto: archief auteur


Geen opmerkingen: