vrijdag, juni 16, 2017

Morgen alweer aan de slag



In 2016 verscheen bij uitgeverij Liverse, als vijfde deel in mijn serie literaire dagboeken, Een zootje ongeregeld, dat de jaren 1975-1979 beslaat. Inmiddels werk ik aan deel zes, dat zal gaan over de jaren 1980 tot vermoedelijk 1983. Uit dit deel, als voorproefje, de aantekeningen uit januari 1980.

Dinsdag, 1 januari 1980:
Ik heb vannacht tijdens de jaarwisseling door een verdwaalde vonk een brandwondje opgelopen in mijn hals. Misschien een karakteristiek begin van het jaar. Ik verwacht niet veel goeds van 1980.

Oudejaarsavond waren we bij Wim & Vera1, waar we naar de show van Wim Kan hebben gekeken. Goed, maar niet spectaculair. Hoogtepunten waren zijn anti-Navolied en de imitatie van Van Agt.

Morgen alweer aan de slag voor school. Er moeten schoolonderzoeken worden gemaakt en overheadsheets, ondermeer voor staatsinrichting. Vervelend, maar het is niet anders. De rest van de vakantie wil ik besteden aan het schrijven. Ik moet ook wat dingen opzoeken voor mijn artikel over de Dordtse gilden. Daarom morgen een nieuwe bibliotheekkaart halen.

Donderdag, 3 januari 1980:
Op aandringen van Marion2 met mijn brandwondje langs de dokter gegaan. Het kan gaan ontsteken en is ernstiger dan ik aanvankelijk dacht. Het zit ook op een lastige plek. Ik mag er geen levertraanzalf meer opsmeren.

Donderdag, 10 januari 1980:
Het nieuwe huis bezorgt me een beetje een kunstkop. Nadat ik de eerste hypotheek, met levensverzekering, heb afgewezen, garandeerde de 'makelaar' dat ik er een van vijfentachtigduizend gulden kon krijgen, maar wel tegen 10.75% per jaar. Herbert3 zal iemand van de Amrobank sturen. Lukt het daar niet dan kan ik altijd nog over dit riante aanbod denken. Ook zijn mijn ouders bereid mij een en ander te lenen. De kosten van de inrichting zouden weleens flink tegen kunnen vallen, want misschien moet heel de elektrische bedrading worden vernieuwd.

Donderdag, 13 januari 1980:
Dankzij Herbert komt de financiering van het nieuwe huis in orde. Tegen aanzienlijk minder rente en zonder bemoeienis van die louche 'makelaar.' Nu alleen nog een woonvergunning, maar ook als ik die om een of andere reden niet zou krijgen, trek ik er in. Ik zie het nog niet gebeuren dat ze me uit mijn eigen huis zetten.

Woensdag, 16 januari 1980:
Onverwacht een vrije dag. De verwarming op school deed het niet, we mochten vertrekken. Thuis het schoolonderzoek staatsinrichting gemaakt.

Moet ik vast beginnen aan het volgende hoofdstuk in Geoffrey Parker (The Dutch Revolt) of eerst de twee verhalen typen die ik naar een literair blad wil sturen? Ik moet ook Kees Buddingh' nog een exemplaar van Centre Ville brengen.

Donderdag, 17 januari 1980:
Herbert belde dat de hypotheek is goedgekeurd. We kunnen nu zo snel mogelijk de akte laten passeren. Ik zal morgen de 'makelaar' op de hoogte stellen. Hij weet nog niets van die Amro-hypotheek, wat mij enige binnenpret bezorgt.

Een bescheiden feestdag: vanmiddag ijsvrij, de hypotheek in orde en een aanslag van de belasting: ik krijg veertienhonderd gulden terug. Ook aan Herbert te danken.

Zaterdag eten we bij Gerrit (Lupius)4 in het kader van de 'eetcyclus' die we zijn begonnen. Marion gaat hem helpen met koken. Ben benieuwd. Het wordt zijn eerste keukenervaring.

Zondag, 20 januari 1980:
Gisteren een interessant college van de heer Van Galen Last over de tegenstellingen tussen de geschiedopvatting van de negentiende en de twintigste eeuw. Individualisme contra groepsgerichtheid. Die negentiende eeuwse, individuele benadering heeft nog steeds invloed op het werk van sommige kunstenaars en filosofen. Neem bijvoorbeeld het oeuvre van Thomas Mann.

Woensdag, 23 januari 1980:
Soms denk ik weleens aan een rustig baantje als ambtenaar op het archief. Op mijn dooie gemak wat documenten afstoffen en nu en dan een stukje schrijven, maar dan heb ik die heerlijke, lange vakanties niet meer.

Geoffrey5 heeft twee boeken voor mij meegenomen uit Engeland: Geoffrey Parker, Europe in Crisis 1598-1648 en Fernand Braudel, Capitalism and Material Life 1400-1800. Brian6 gaat mij de driedelige History of the Crusades van Steven Runciman sturen.

Zaterdag, 26 januari 1980:
Het was voorjaar 1972. Pols had nog zijn terras aan het Groothoofd. Een zonnige zaterdagmiddag. Ik dronk met Gerrit een pilsje. We keken naar de voorbij varende schepen. Daar werd het idee voor een literair blad geboren: Letteriek. Het zelfde blad dat ons nu, via het infantiele geschrijf van Frank van Dijl, beschimpt en natrapt. Het nummer dat vandaag is verschenen is een absoluut dieptepunt. Terwijl ik dit noteer leest Marion wat staaltjes van taalonmacht voor. Wedden dat dit het laatste nummer is, afscheid met een kwaadaardige doodsrochel?

Misschien moet ik ook eens aan een essay beginnen. Bijvoorbeeld over de mentaliteit van de picaro die, naar ik vrees, meer en meer ingang vindt in de samenleving.

Dinsdag, 29 januari 1980:
Over twee weken komt de nieuwe Herman uit, met een fiks weerwoord op Letteriek. Daarnaast komt het absurdisme centraal te staan. We plaatsen ook een stuk van Astrid, Marion's jeugdige tante, over feministische kunst. Morgen, als Marion de doka gebruikt, gaan we het fotowerk vast gereed maken.

1. Wim (1950-2002) & Vera Wirtz, vrienden.
2. Marion Vomberg (1961-2012), geliefde.
3. Herbert Bos, vriend.
4. Gerrit de Wolf (1949-2010), vriend.
5. Geoffrey Lord, neef.
6. Brian Lord, neef.

Foto: auteur


Geen opmerkingen: