zondag, december 24, 2017

Nee! Geen stemadvies.



'Dordrecht was in de zeventiende eeuw een aristocratische stad,' aldus Luc Panhuysen, auteur van de dubbelbiografie over de gebroeders De Witt, deze zomer in het radioprogramma Studio De Witt. Ik geloof het graag. Na Amsterdam het belangrijkste culturele centrum van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar economisch al flink onderweg om door datzelfde Amsterdam te worden overvleugeld en nog later door Rotterdam. In de zeventiende eeuw hadden de regenten het voor het zeggen en regent werd je als je geboren was in een van de rijke koopmansfamilies, die gewoon waren de baantjes onder elkaar te verdelen. De middenstand had, door middel van de gilden, af en toe een klein beetje invloed, maar het eenvoudige volk, waarvoor men termen reserveerde als het grauw, het janhagel, het plompe gemeen of het profanum vulgus had niets in te brengen.

Van die aristocratische uitstraling zijn we in Dordrecht verlost door een serie kortzichtige stadsbesturen, die in de negentiende en twintigste eeuw zonder veel historisch besef talloze waardevolle gebouwen en stadspoorten heeft laten slopen, gevolgd door vrijwel altijd smakeloze nieuwbouw, met het idee dat de stad daardoor in de vaart der volkeren zou worden opgestoten. In de twintigste eeuw was de sloop- en nieuwbouwwoede vooral de verantwoordelijkheid van de grootste partij in de gemeenteraad, de PvdA. De partij die werd opgericht om het grauw, het janhagel, het plompe gemeen dan wel het profanum vulgus te verheffen. De partij heeft in de loop der geschiedenis, na de Tweede Wereldoorlog, met steun van de KVP (de rooms-rode coalitie) veel bereikt op het gebied van de sociale zekerheid, maar voor de Dordtse stadsontwikkeling betekende zij lange tijd een ramp. Toch nam een PvdA-burgemeester het initiatief om de schandelijke afbraak in de jaren zestig van de vorige eeuw (saneringsplan) te stoppen en een begin te maken met behoud van wat nog over was aan waardevols. Gelukkig heeft Dordrecht daardoor naast gruwelijk lelijke plekken ook nog een aantal staaltjes van grote bouwkundige schoonheid.

Sinds de PvdA de handlanger werd van de VVD bij het weer afbreken van de sociale zekerheid, is er van de partij weinig meer over. In het ooit rode bolwerk Dordrecht houdt een dapper clubje diehards het verbleekte, ooit rode vaandel hoog, terwijl het grauw, het janhagel, het plompe gemeen of wel het profanum vulgus, mort. Dat doet het op Facebook en Twitter, waar de holle vaten het hardst bommen. De media luisteren vooral naar Facebook en Twitter. Daardoor kon het belachelijke idee ontstaan dat er van alles verschrikkelijk mis is in Nederland en dus ook in Dordrecht.

Uit recent onderzoek is gebleken dat het aantal morders en roeptoeteraars aanzienlijk minder is dan de media voortdurend veronderstellen. We moeten het Facebook- en Twittergedoe met een stevige zak zout nemen, zoals we dat ook met borreltafelgezwets doen. Dat neemt niet weg dat in de politiek het extreem rechtse gedachtengoed steeds meer geaccepteerd lijkt te worden. Daarbij spelen het nepnieuws, de leugens en de ongefundeerde angsten die door de extreem rechtse kerk worden verspreid een belangrijke rol. Twee van die kerken zijn de PVV, niet eens een partij, maar de eenmanszaak van Wilders, bij wie zijn aanhangers, als het erop aankomt, niets hebben in te brengen, net als in de regententijd. De andere club heet FVD, waar een dandy en een advocaat, die ik mijn portemonnee nooit zou toevertrouwen, als leidend duo optreden. Als die twee hun zin krijgen gaan we met Nederland terug naar de negentiende eeuw, toen volgens hen alles beter was. Toen Dordrecht een kleine, armlastige stad was, waar bijna iedere zomer cholera uitbrak, door het ontbreken van waterleiding en riolering, en vrouwen nog geen kiesrecht hadden. Je zou bijna de PvdA een kans gunnen om haar oude idealen maar weer eens op te poetsen, om iets goed te maken van wat ze recentelijk met de VVD heeft gesloopt.

Foto: auteur





Geen opmerkingen: