maandag, november 19, 2018

Chinezen



In 1923 maakte mijn grootvader een reis om de wereld. Met het ss. Sloterdijk van de Holland Amerika Lijn. Hij schreef daarvan een verslag, in keurig schoolschrift. Mijn moeder was net zeven jaar. Een uitstekende leerlinge op de lagere school. Ze heeft haar rapporten altijd bewaard, een regen van negens en tienen, maar doorleren mocht niet van opa: 'Meisjes trouwen toch.' 

Zo achterlijk was Nederland tot ver in de jaren vijftig: meisjes die trouwden werkten niet meer. Mijn kleuterjuf ging trouwen, dus ontslag! Ik heb haar nooit meer gezien. Ze was misschien twintig. Theoretisch kan ik haar nog steeds tegen het lijf lopen. Ik denk dat wij elkaar niet zullen herkennen. 

Als grootvader terugkwam van een reis, hadden zijn kinderen moeite hém te herkennen. Hij was een vreemde man met een snor geworden. Na de geboorte van nummer vijf, mijn oom, die wel mocht doorleren (hij werd waterstaatkundig ingenieur), moest Cornelis van oma aan wal. Hij werd winkelier, een melkboer vol zeemansverhalen. In Indië, vertelde hij vaak, kwamen Chinese koelies aan boord voor het laden en lossen. Ze leefden aan dek. Als ze een zeeslang vingen, werd die in mootjes gehakt en geroosterd. Steeds liepen de rillingen over mijn rug. Zeeslang.... terwijl ik dacht dat Chinezen uitsluitend pinda's aten. Maar ja, toen geloofde ik ook nog in Sinterklaas.

Afbeelding: C. Bekker - De 101e reis van het ss. Sloterdijk. Handschrift, archief Kees Klok.



Geen opmerkingen: