maandag, februari 04, 2019

Poëzieweek



Lieve Stella,

We zitten midden in de Poëzieweek. Een mooi initiatief in de verkeerde tijd van het jaar. Poëzie is iets voor zwoele zomeravonden in het openluchttheater van de Romeinse Agora in Thessaloniki. Op afstand, maar niet storend, bruist de stad onwetend voort en nu en dan zoemt op grote hoogte een vliegtuig voorbij. Of in de tuin van Floor, naast die kille Rotterdamse schouwburg. Ik herinner mij een avond in 2000, dat we daar met een aantal Griekse dichters, te gast bij Poetry, zaten. Ondermeer met Nasos Vayenas, die verrast was dat hij in de Spiegel van de Griekse Poëzie, van Hans Warren en Mario Molegraaf, stond, iets wat zijn Atheense uitgever vergeten was te melden. Hij ging het boek direct kopen, ook al had hij vast een gratis exemplaar van uitgeverij Meulenhoff kunnen krijgen. Ik herinner mij ook Athina Papadaki en die aardige Titos Patrikios.

Juni, dat is een maand voor een Poëzieweek, maar januari! In 2003 was het vijftig jaar geleden dat de watersnoodramp plaatsvond. Ik was door de redactie van het literaire tijdschrift Ballustrada uitgenodigd om mee te gaan met een bustocht door Zeeland, met Zeeuwse collega's, die op verschillende plaatsen in de provincie verzen over de ramp lazen. Daar stonden we 's morgens om negen uur in een sneeuwstorm op een verlaten parkeerplaats in Vlissingen voor eigen parochie te lezen. Een voorbijganger die de hond uitliet schudde verbijsterd het hoofd en liep toen toch maar snel door.

'Bent u van een sekte?' vroeg een passerende dame. Ik kan mij het jaar niet meer herinneren, maar ik was gevraagd om onder aanvoering van Alexis de Roode met een aantal dichters voor te dragen in het Utrechtse Hoog Catharijne, nog voor het een grondige verbouwing onderging. We trokken met een bakfiets, die dienst deed als mobiel podium, steeds van de ene kant van het winkelcentrum naar het andere. Zodra we in het vizier kwamen, maakten de meeste voorbijgangers zich zo onopvallend mogelijk uit de voeten. Het was binnen, dus we hadden geen last van het weer en het was ook niet in de Poëzieweek, maar ik begreep de vraag van die mevrouw wel, al ging het in ons geval duidelijk niet om Jehova of Swami Bami, maar om Erato en Terpsichore.
Wie aan poëzie doet, behoort tot een sekte. Wat mij steeds weer verbaast is hoeveel mensen staan te trappelen om het tot prediker van die sekte te brengen, zonder ooit kennis te hebben genomen van een boodschap. Ik bedoel, we krijgen bij uitgeverij Liverse veel bagger binnen van mensen die zich inbeelden dichter te zijn, maar die meestal geen letter poëzie hebben gelezen, behalve misschien die enkele verplichte versjes voor het examen Nederlands. Als die nog niet zijn afgeschaft. Het lezen, lezen en lezen van poëzie is, naast het hebben van talent, de absolute voorwaarde om je als dichter te kunnen ontwikkelen, maar die boodschap is aan veel inzenders niet besteed. Ik heb dat afgelopen zaterdag ook maar weer eens uitgelegd op de lokale radio, waarna ik naar huis ben gefietst om het zoveelste goedbedoelde, maar oubollige en zonder talent geschreven manuscript voor de Bordeauxreeks met een standaardbrief te laten terugsturen. Dat is niet beleefd, ik geef het toe, maar ik ga niet meer in discussie met mensen die misschien een aardig balletje kunnen trappen in het vijfde elftal van een club uit de laagste afdeling zaterdagvoetbal, maar er zelf van overtuigd zijn dat ze zo in de basis kunnen bij FC Dordrecht. 'Lees eerst Kira Wuck eens, of Radna Fabias, Tjitkse Jansen, Job Degenaar, Gerrit Komrij, De Schoolmeester, Hans Warren, Hugo Claus, Remco Campert, André van der Veeke, Jan J.B. Kuipers, Amarantha Groen, Josse Kok en nog driehonderd anderen!' Ik zou het van de daken willen schreeuwen al heb ik niet de illusie dat het helpt. Straks kijk ik in de brievenbus en dan ligt er weer zo'n door de eigen familie bewonderd genie, dat in de spiegel een tweede Jean Pierre Rawie ziet, met bijbehorende verkoopcijfers.
Poëzieweek, een prachtig initiatief, maar er waait een gure westenwind en er is natte sneeuw voorspeld. Gelukkig is het over vierentwintig dagen maart. Eind maart komt de debuutbundel uit van Rogier de Jong. Iemand met talent die het wel heeft begrepen.

Op de internetpagina met Poëzieweekactiviteiten in Nederland en Vlaanderen is Dordrecht notoir afwezig. Dat verbaast mij niet, maar ik wil niet opnieuw gaan klagen. We weten nu eenmaal dat in onze stad de letteren traditioneel, want dat gaat heel ver terug, een ondergeschikte rol spelen vergeleken met de andere kunsten en zeker met de beeldende kunst. Dat wordt treffend geïllustreerd door het feit dat Dordrecht wel een stadskunstenaar heeft, maar geen stadsdichter. Het zal de gemiddelde Dordtenaar een zorg zijn. Nergens worden de uitgaven van het Buddingh'-genootschap zo slecht verkocht, vertelde de uitgever mij, als in Dordrecht. De gemiddelde Schapenkop heeft trouwens geen idee dat Dordt een uitgeverij herbergt, Liverse, jawel, die stug voortbouwt aan een kloek poëziefonds, iets wat veel landelijke critici ook nog steeds lijkt te ontgaan, en er is in juli dan wel een hele grote boekenmarkt, maar hoeveel inwoners van de buitenwijken komen daar op af? Ach, wat hindert het ook. Gerard Reve schreef in al zijn wijsheid dat dit land over vier- of vijfhonderd jaar, dat wil ik even kwijt zijn, toch is ondergelopen. Als de wereldbevolking zich in het huidige tempo blijft voortplanten, hoeven we echt niet zo lang te wachten, vrees ik, al gaat de middelbare schooljeugd tot in lengte van dagen door met demonstreren tegen de klimaatverandering.

Demonstreren! Toen ik zestien was dacht ik ook dat het nut had. Op mijn zesentwintigste speelde de kwestie van de kruisraketten en er was ook iets met wat neutronenbom werd genoemd. Ik ben er niet tegen gaan betogen, ik had toen al een hekel aan schreeuwende menigten, maar op het prikbord achter in mijn lokaal, ik gaf toen les op een mavo, hingen wel posters met 'Stop de neutronenbom!' Dankzij Trump en zijn opzeggen van een belangrijk kernwapenverdrag lijkt die discussie weer helemaal terug. Tja, Donald Trump, ook zo'n icoon van een zelfdestructieve mensheid, die vermoedelijk nooit een dichtbundel leest, al weet je dat nooit honderd procent zeker.

In gedachten, altijd,

Kees

Dordrecht, 4 februari 2019

Foto: Ronald Peters


Geen opmerkingen: