vrijdag, december 12, 2025

Paraat!




Gut Mark, wat heb je nou toch allemaal staan roepen op die conferentie in Berlijn? Staat Putin al bijna in de brandgang achter ons huis? Een oorlog zoals onze ouders en grootouders die meemaakten? En dat voor een collega historicus die beter zou moeten weten. Heb je The Story of Russia van Orlando Figes weleens gelezen?


Als baas van de Navo weet je toch hoe de krachtsverhoudingen liggen? Tja, Amerika is niet meer onze grote vriend sinds Trump in het Witte Huis zit, omringd door een schare vals geïnformeerde, rechtsextremistische complotdenkers, maar zo verschrikkelijk bezorgd zijn over de weerbaarheid van de Europese Navolanden lijkt me zwaar overdreven. Jammer dat je niet in Utrecht hebt gestudeerd, zoals ik, want mijn oud-leermeester Maarten van Rossem zei gisteren bij Pauw een paar heel verstandige dingen als reactie op jouw panische woorden.


Zou het zo maar kunnen zijn dat je het angstvuur eens flink wilde opstoken omdat wij misschien helemaal niet staan te trappelen om zo verschrikkelijk veel geld aan defensie uit te geven? Geld dat ten koste gaat van ons onderwijs, onze zorg en onze culturele voorzieningen, om eens wat te noemen? Ben je bang dat wij het wel genoeg vinden omdat we er nu al heel wat beter voorstaan dan de Russen, zowel militair als economisch?


Ik zou het haast denken. Toegegeven, Putin is geen lieverdje, ik vertrouw hem voor geen cent en het kan geen kwaad om dat in gedachten te houden, maar overdrijf het niet en zaai geen onnodige angst want dat is nog altijd een slechte raadgever. Weet je wat: breng de padvinderij in opperste staat van paraatheid, richt voor het geval dat een Nederlandse versie van Dad's Army op en neem dat boek van Orlando Figes mee op je volgende vakantie. Misschien ben je dan de volgende keer wat minder in gespeelde paniek.


Selfie: auteur



dinsdag, november 25, 2025

Van harte gelukgewenst!




Vandaag viert Suriname vijftig jaar onafhankelijkheid. Een opgedrongen onafhankelijkheid. Voor het feestje begon was een flink deel van de bevolking voor de zekerheid al uitgeweken naar Nederland. Gevolg: er wonen minder mensen in Suriname dan in een stad als Rotterdam. In feite was het land al verregaand autonoom sinds 1954. In 1975 was dat voor menig Surinamer wel voldoende, maar Nederland wilde er vanaf, geen koloniale smet meer op het vaderland.


In de zomer van 1980 bezocht ik Suriname. Samen met Surinaamse vrienden bereisde ik het land van oost tot west en van noord tot zuid. Stoelmanseiland, Djoemoe, Nieuw-Nickerie, Albina, we voeren dagenlang over de Surinamerivier, passeerden stroomversnellingen, bezochten scholen in het binnenland, feestten in Paramaribo, zwommen in de Colakreek, kortom, een mooie en fascinerende reis door een land dat ondertussen wel onder de duim van een militaire dictatuur zat. Gelukkig was het de zomer van 1980, nog voor de beruchte decembermoorden.


Economisch was Suriname een puinhoop, maar er was hoop op een betere toekomst. De militairen flirtten met Cuba. Fidel Castro stuurde af en toe een bandje om het moreel hoog te houden. De Cubanen die een feest op de universiteit opluisterden, waar we te gast waren, toeterden bedroevend vals.


Na die zomer ben ik niet meer in Suriname geweest. Wat is er in al die jaren van het land terechtgekomen? Niet al te veel, heb ik de indruk, maar er is nog steeds hoop. Er zit een heleboel olie in de bodem voor de kust. De oliedollars moeten over enkele jaren ruim gaan stromen. Waar zullen die terechtkomen, bij corrupte politici, Amerikaanse oliereuzen of de bevolking zelf?


Suriname is een land met een prachtige natuur, deels vergiftigd door al dan niet illegale goudzoekerij, een land dat zo vruchtbaar is dat, zoals een Surinaamse vriend mij eens lachend bezwoer, een paraplu nog bladeren krijgt als je die in de grond plant. Een land met een hartelijke, gastvrije, cultureel prettig gevarieerde bevolking, maar ik moet het allemaal nog zien, die mooie toekomst. Voorlopig is het nog steeds het land van de eeuwig durende hoop.


Foto: auteur


donderdag, november 13, 2025

Buddingh' verbeeld




Op 24 november is het veertig jaar geleden dat Kees Buddingh' overleed. Ik herinner me die dag alsof het gisteren was. Wim de Vries belde, nog voordat het nieuws in De Dordtenaar kwam. Het bericht kwam hard aan. Kort voor Kees moest worden geopereerd aan een spastische darm, bij hem aan de overkant, in het Gemeenteziekenhuis in de Bankastraat, was ik nog bij Stientje en hem op bezoek geweest. Bij de open haard met een sigaartje, een glaasje whisky en onze wederzijdse verhalen over Engeland.


Twee jaar later leerde ik in Minneapolis Stella uit Thessaloniki kennen, met wie ik in 1990 trouwde. Zij had een fabelachtig gevoel voor talen en was een groot liefhebster van poëzie. Nadat ze Nederlands had geleerd, een taal die ze als Griekse vrijwel accentloos sprak, vertaalde ze onder meer een reeks gedichten van Kees. Die werden in Athene gepubliceerd in het literaire tijdschrift Το Δέντρο. We hebben ooit eens een exemplaar in de bus gedaan bij het Buddingh' Genootschap en daar nooit enige reactie op ontvangen. We hebben het altijd betreurd dat Stella Kees nooit persoonlijk heeft gekend, maar we waren nog lange tijd met Stientje bevriend, met wie Stella lange gesprekken voerde over Kees en over zijn poëzie.


Het heeft lang geduurd voordat een biografie over Kees verscheen. Deels kwam dat doordat Ares Koopman, de beoogde biograaf, uiteindelijk niet de juiste man voor het karwei bleek. Nadat Ares zijn vrouw in de steek liet, brak een zeer verontwaardigde Stientje met hem. Uiteindelijk zou Wim Huijser de biografie schrijven. Een voortreffelijk boek dat even stevig staat als het huis van de Buddingh's in de Bankastraat.


Als ik langs Pictura loop denk ik aan de dag dat ik Kees in 1969 leerde kennen. Daar had hij toen een werkkamer. Daarvoor werkte hij in het voormalig brugwachtershuisje bij de Leuvebrug. Daar kom ik ook regelmatig langs. Ook het Leprooshuis doet me aan Kees denken, want daar had hij korte tijd een werkkamer tot hij tenslotte zijn werkruimte inrichtte in het huis in de Bankastraat. De kinderen waren oud genoeg om hem niet meer te storen bij zijn werk en de Buddingh's hadden inmiddels de woning boven die van hen bij hun huis kunnen trekken. Daar bezocht ik hen regelmatig, want zij waren niet alleen buitengewoon gastvrij, maar Kees was ook altijd bereid om beginners in het dichtersvak, zoals ik, met raad en daad terzijde te staan.


Wat ik helaas mis als ik door de stad loop, is een standbeeld van Kees Buddingh'. We hebben Johan en Cornelis de Witt op de Visbrug, Ary Scheffer op de Beurs, burgemeester Wichers in park Merwesteijn, graaf Dirk IV op de Grote Markt, het monument voor Albert Cuyp in de Vriesestraat en die afgrijselijke Hulk, die Willem de Zwijger moet voorstellen, in de Hofstraat, maar nergens in het centrum ontmoeten we Buddingh'. Daar komt hopelijk snel verandering in. Als ze hem naar niet neerzetten op die schamele achterafparkeerplaats die Buddingh'plein heet.


Foto: auteur


woensdag, november 05, 2025

Lunch




Geluncht met Monique, vele jaren geleden een leerlinge van me, nu een vriendin. Bij Lef, waar ik lang niet was geweest. Inmiddels een verrassende kaart, bijzonder aardige bediening. De zaak ligt aan het Blauwpoortsplein. Dat was ooit een belangrijke schakel op de route van Brussel naar Amsterdam. In de tijd voor bruggen en tunnels het Eiland van Dordrecht verbonden met de rest van Holland. Je nam vanaf het Blauwpoortsplein, of eigenlijk de aanpalende Buitenwalevest, de pont naar Zwijndrecht en volgde daarna de Rotterdamse weg. Het autoveer heeft daar nog gevaren tot in mijn jeugd.


Ik moest denken aan Marion, met wie ik vier jaar lang een relatie had. In de tijd dat Monique les had van mij. Ze woonde een tijdje aan het Blauwpoortsplein, een deur naast Lef. Rechts daarvan was enige tijd de kunstgalerie van Teunie van 't Hoff, maar dat was veel later.


Vanaf het Blauwpoortsplein kun je de Hoge Nieuwstraat in rijden. Daar woonde tot zijn overlijden Gerrit de Wolf, voor vrienden Lupius. Diverse keren schaakkampioen van Dordt en medeoprichter van de stichting Bobby Kinghe. Verderop in de straat woonde mijn tekenleraar Lou ten Bosch, een van de fijnste leraren die ik ooit had. Ook Jacob Cats moet in de straat hebben gewoond. Dat was iets eerder.


Ga je de Hoge Nieuwstraat daarna uit en naar links dan kom je bij sociëteit Amicitia op 't Vlak. Daar was voor de Tweede Wereldoorlog een dansschool. Mijn moeder gaf er les. Mijn vader werkte lange tijd op het districtsbureau van de rijkspolitie aan de Buitenwalevest. Daar woont ook mijn voormalige uitgever, toen ik publiceerde bij Wagner & Van Zanten. 


Zomaar een buurtje in Dordrecht, een mengeling van historie, familiegeschiedenis en herinneringen.


Foto: auteur


dinsdag, oktober 28, 2025

Wordt Dordtoloog!




Het Historisch Platform Dordrecht organiseert de cursus Dordtologie. In tien lessen leer je over de geschiedenis van Dordrecht en als je de cursus met succes afsluit, mag je je Dordtoloog noemen. Er zijn inmiddels honderden Dordtologen en de cursus is zo populair dat er zelfs wachtlijsten zijn. Ben je eenmaal Dordtoloog dan kun je deelnemen aan de vervolgcursus Dordtologie, die zorgt voor uitbreiding en verdieping van je kennis.


In het kader van die vervolgcursus gaf ik gisteravond een lezing over 'De Dordtse letteren, 1572-heden'. Hoewel de letteren in Dordrecht vergeleken bij de beeldende kunst traditioneel de rol van het ondergeschoven kindje vervullen, valt er een boeiend verhaal over te vertellen.


In de 17e eeuw was Dordrecht, na Amsterdam, het culturele centrum van Holland, met tal van schrijvers, dichters en geleerden die vrijwel allemaal een of andere connectie hadden met de Latijnse School, de voorloper van het Johan de Witt-gymnasium. In de 18e en begin 19e eeuw sudderde het Dordtse literaire leven voort op een bescheiden pitje. Daar komt eind 19e, begin 20e eeuw een einde aan, als onder meer Jacques Perk, Jan Veth, Top Naeff, Marie Schmitz, Kees Buddingh', Wim de Vries en Jan Eijkelboom van zich laten horen. Inmiddels vormt zich de nieuwste generatie Dordtse letterkundigen.


Ik gaf de lezing met veel plezier en wie weet blijft het hier niet bij. Wie belangstelling heeft voor de cursus Dordtologie moet maar eens hier kijken. Wil je een beknopt overzicht van de Dordtse letteren, dan is dit boekje wellicht iets voor jou.



dinsdag, oktober 21, 2025

Een leerzame avond




Op donderdag 16 oktober was er een verhalenavond in Visser, aan de Dordtse Groenmarkt, waar nieuwe Nederlanders, mensen die minder dan vijf jaar in Nederland zijn, in het Nederlands hun verhaal vertelden, een initiatief van Mohammed Benzakour en Walter van de Lagemaat, waarbij ik enige organisatorische hand- en spandiensten verrichtte. Bij sommige vertellers ging dat vrij moeiteloos, anderen moesten nog zoeken naar woorden, maar dapper spraken ze allemaal in een taal die niet hun moedertaal is.


Het was een zeer druk bezochte avond, met niet alleen vrienden of familie van de vertellers, maar vooral met belangstellende Dordtenaren. Er moesten zelfs mensen staan. Dat was hartverwarmend voor deelnemers en organisatoren. We hoorden verdrietige verhalen, maar ook werd de lach niet geschuwd. Een dame uit Iran vertelde met veel vrolijkheid over hoe zij 'de Nederlander' ervoer, een andere uit Vietnam over hoe zij, zonder dat het haar veel hoefde te kosten, Nederlands had geleerd. Een jongeman uit Syrië sprak over zijn lange, gevaarlijke vlucht voor oorlog en geweld, die uiteindelijk eindigde in Nederland (zie hier) en een andere Vietnamese over haar ervaringen in een wankel bootje op zee, waar ze gered werd door een passerend, Nederlands schip. Ontroerend was het verhaal van een Oekraïense over haar verlangen naar de Karpaten en een Russische maakte ons deelgenoot van haar vreugde en dankbaarheid dat ze, na de vlucht uit Rusland, eindelijk met haar vriendin kon trouwen. Tien verhalen, die allemaal diepe indruk maakten, aan elkaar gepraat door de presentator, AD-De Dordtenaar columnist Kees Thies.


Opvallend was het positieve beeld van Nederland en de Nederlanders dat de deelnemers hadden. Een schril contrast met wat we helaas te vaak in de media horen. De haattaal door fascisten en andere extremisten die achter de geblondeerde schreeuwlelijk van de PVV aanlopen of het getetter van lui die geloof hechten aan allerlei leugenachtige shit op X en andere 'sociale' media, waarin immigranten, vooral asielzoekers, de schuld van alle problemen krijgen die vier kabinetten Rutte en het zielige loosersteam van Schoof in alle jaren niet hebben kunnen oplossen, erger nog, voor een aanzienlijk deel hebben veroorzaakt.


Na afloop heb ik met de meeste vertellers nog kunnen napraten. Mensen die soms onvoorstelbaar verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt, maar toch positief in het leven staan met de hoop en de wil, ondanks soms huizenhoge obstakels van regelgeving en bureaucratie, daar iets van te maken. Ik heb er veel van geleerd.


Foto: auteur


vrijdag, oktober 17, 2025

Slangentongen




Uiteraard ga ik stemmen. Dat is onze democratische verworvenheid waar mijn voorouders hard voor gestreden hebben. Bovendien wil ik niet dat door niet te stemmen het rechtse en extreem-rechtse gedachtengoed dat zo populair lijkt onder 'de Nederlander' nog meer nadruk krijgt. 'De Nederlander', zo wijst de geschiedenis uit, is een product van eeuwenlange immigratie, maar dat begrijp dat product niet meer, want dat heeft te weinig, wellicht helemaal geen, geschiedenis gehad op school, of het was simpelweg te dom om er iets van te leren.


Ik heb mijn voorouders kunnen traceren in Wallonië en het Rijnland en vermoedelijk komen ze uit nog meer verre streken, al hebben we daar het bewijs nog niet voor gevonden. Ik ben daar trots op. Leuk om te ontdekken dat een betovergrootvader tot de zoveelste macht tot de Brabantse landadel behoorde, maar ja, de eerste nazaat uit die tak die zich in Dordrecht vestigde was kolensjouwer. Tel uit je winst, al is de hoop op ergens een kasteelruïne in Schotland natuurlijk nog niet vervlogen.


Met de verkiezingscampagne heb ik het echter helemaal gehad. Je kunt de televisie of radio niet aanzetten, of daar heb je ze weer. De volstrekt inhoudsloze en ongehoord domme Joost Eerdmans, een type dat werkelijk van helemaal niets iets afweet, met de gebakkenluchtspecialist Annabel Nanninga aan zijn zijde. Ze zijn niet eens geschikt voor kolensjouwer. Wat doet zo'n mannetje met maar één zetel in de Kamer vrijwel dagelijks in de media? Ook die boerentrien van de BBB komt natuurlijk voorbij. Vrouw van het volk, ja, ja. Wat heeft ze voor het volk voor elkaar kunnen krijgen? Een euro en een trekdrop voor wie het weet. Ook van die twee slangentongen, Keizer en Yeşilgöz, die liegend en manipulerend door het politieke leven gaan, heb ik de buik volledig vol en zo kan ik er nog wel een paar noemen.


Ik heb mijn keuze al lang bepaald. Ik ben lid van de partij die mijn stem krijgt. Ik betaal netjes mijn contributie, doneer zo nu en dan iets voor de extra uitgaven, wens de leden die campagne voeren het allerbeste toe en hopelijk veel succes, maar verder bemoei ik me nergens mee. Jammer dat nu net bij mijn partij een integere, wijze en goedwillende politicus de lijst aanvoert. Een man die de statuur heeft van een minister van staat, maar helaas het charisma van een uitgedroogde kikker. Voor mij persoonlijk maakt dat niet uit. Ik stem al vele jaren op een vrouw, maar dan wel op eentje zonder slangentong.



Foto: auteur



zaterdag, oktober 11, 2025

Maarten




Ik denk dat ik tien of elf was op deze foto, die in 1961 of '62 moet zijn gemaakt. We gingen voor het eerst van ons leven niet op vakantie naar de familie in Engeland, maar naar een huisje op de Veluwe. Ons gezin en een bevriend stel, iets jonger dan pa en ma, met een baby. Het vakantiehuisje waar we verbleven heette, als ik het me goed herinner, de Paddenstoel en stond in Vaassen, aan de oostrand van de Veluwe.


's Morgens vroeg, of 's avonds bij zonsondergang, net zoals het ons op dat ogenblik uitkwam, trokken we er op uit om herten en wilde zwijnen te zien. Dat was spannend, want wilde zwijnen konden gevaarlijk zijn. Ik was altijd wel op zoek naar een boom om snel in te kunnen klimmen, mocht het nodig zijn. Het was niet nodig, de zwijnen, om van de herten niet te spreken, waren banger van ons dan andersom.


In de buurt was een kasteel, dat ooit van de Gelderse veldheer Maarten van Rossum was. Kasteel Cannenburch. Toen we het bezochten toonden ze ons een put waarin gevangenen werden gegooid. Daar kwamen ze naar verluidt nooit meer uit. We dachten Maarten van Rossum te kennen van de tabaksreclame waarin iemand in een schandblok stond en van een vriendelijke heer een trek aan een pijp kreeg. Dat moest hem zijn, al werd die naam met een e geschreven in plaats van met een u en leek hij voor geen meter op de afbeelding uit ons geschiedenisboek.






Foto: archief auteur


zaterdag, september 27, 2025

Mooi, maar met een rafelrandje




Goede vriendin Lé had kaartjes weten te bemachtigen voor de afsluiting van de viering van vierhonderd jaar Johan de Witt. Dat gebeurde met twee voorstellingen in de Augustijnenkerk, de kerk waar mijn ouders in 1947 zijn getrouwd, maar dit terzijde.


De eerste was een theatervoorstelling door Muziektheater Hollands Diep, getiteld Noodklok. Die begon veelbelovend, maar werd ontsierd doordat Johan de Witt aan het einde op nogal arrogante toon op het matje werd geroepen wegens het koloniaal verleden. De dag ervoor, op het boeiende, wetenschappelijk symposium over Johan de Witt, hadden wij juist vernomen dat de bemoeienis van de raadpensionaris met het koloniaal verleden vooral indirect was en niet zoveel voorstelde. In tegenstelling tot zijn vader was hij noch bewindvoerder van de WIC (en evenmin van de VOC) en was hij ook geen aandeelhouder, maar ja, de erfzonde moest er weer eens met de haren worden bijgesleept.


Meer genoten heb ik van de tweede voorstelling, het Requiem in memoriam Johan de Witt, geschreven door Roel van Oosten en uitgevoerd door Merwe's Oratorium Vereniging onder leiding van Gilles Michels, met als soliste mezzosopraan Esther Kuiper, op vleugel Caecilia Boschman, op orgel Bert Mooiman en als slagwerker Konstantyn Napolov. Een prachtige voorstelling die bewondering afdwong ondanks de akoestiek van de Augustijnenkerk, die op zijn zachtst gezegd niet geweldig is. Dit soort concerten hoort naar mijn mening beter thuis in de Remonstrantse kerk, die bekend staat om zijn geweldige akoestiek, maar die er natuurlijk in de tijd van Johan de Witt nog niet was, al staat hij wel aan de Cornelis de Wittstraat.


Kortom, een mooie afsluiting met een rafelrandje dat er wat mij betreft even afgeschaafd had moeten worden.


Foto: auteur



 

woensdag, september 24, 2025

Goed bedoeld, maar....




Er is al wekenlang een forse vloot van kleine schepen (die herinneringen oproept aan de bootjes waarmee in 1940 het Britse leger vanuit de omgeving van Duinkerken werd geëvacueerd) in de Middellandse Zee onderweg naar Gaza. Doel is de Israëlische blokkade van Gaza te doorbreken en hulpgoederen naar de Palestijnen te brengen. Reeds tweemaal is een dergelijke poging, zij het op kleinere schaal, mislukt en het is naïef om te geloven dat het dit keer wel zal lukken aan het zogenaamde Global Sumud Flotilla.


Al toen de eerste schepen, vertrokken uit Barcelona, zich in Tunis verzamelden, was er sprake van een enkele explosie, die werd toegeschreven aan een drone-aanval. Wie daar achter zat hoeven we ons niet af te vragen. Het bewind van Netanyahu heeft al vele malen aangetoond dat het zich niets aantrekt van het internationaal recht. Naast de almaar voortgaande genocide die het in Gaza pleegt en de honderden schendingen van het internationaal recht op de Westoever van de Jordaan, entert het schepen in internationale wateren, bombardeert het bevriende landen als Qatar, vermoordt het waar ook ter wereld, als het zo uitkomt, leiders van onwelgevallige, terroristische organisaties, vermoordt het tientallen journalisten en schoffeert het iedereen die kritiek op dat handelen heeft met de belediging antisemitisch te zijn.


Het zou mij niets verbazen dat, als Netanyahu lucht zou krijgen van een Hamaskopstuk dat vakantie viert in een Amsterdams hotel, hij dat dan laat opblazen. In Nederland een eitje, want er is altijd wel een net de luiers ontgroeide puber te vinden die dat klusje voor een aardig zakcentje voor je wil klaren.


Het zou mij evenmin verbazen als er in Tel Aviv plannen klaarliggen voor het geval Netanyahu ooit in een Haagse cel belandt vanwege het Internationaal Strafhof, om hem met Israëlische commando's daar weer uit te halen. Ik herinner mij nog de spectaculaire operatie 'Ark van Noach' waarin de Israëlisch vijf kanonneerboten, die door de Fransen aan de ketting waren gelegd, met Kerst 1969 succesvol roofden uit de haven van Cherbourg.


Over het Global Sumud Flotilla hoor ik relatief weinig in de Nederlandse media. Ligt misschien aan mij, maar ik luister toch bijna de hele dag naar Radio1 en daar ben ik nog niets wijzer van geworden. Wel vernam ik vanmorgen via de in Athene wonende journalist Bruno Tersago dat schepen van het flottielje op vijftig kilometer ten zuiden van Kreta door drones zouden zijn aangevallen. Dat is in de Griekse economische zone. Je mag hopen dat de Griekse marine en luchtmacht, altijd als de kippen erbij als de Turken hun luchtruim schenden, daadkrachtig optreden om het flottielje te beschermen. Ik vrees dat die hoop even naïef is als het idee dat de onmenselijke belegering van Gaza op deze manier kan worden doorbroken.



woensdag, september 17, 2025

En toch bruist ze




Thessaloniki is een stad waarin voortdurend gebouwd en verbouwd wordt. In de afgelopen achtendertig jaar dat ik hier deels woon, eerst in Ano Toumba, nu in Ano Polis, heb ik zelden een week meegemaakt dat niet ergens iemand - vaak op uiterst irritante manier - met een drilboor in de weer was, met een machine om tegels te snijden of gewoon met een krachtige hamerslag. Het is vaak noodzakelijk, zeker in een stad die stamt uit 315 v. Chr. en die vanaf het einde van de Eerste Wereldoorlog door allerlei oorzaken een gigantische groei heeft meegemaakt, maar toch.... al dat geklop en geboor wordt weleens vermoeiend.


Waar je hier ook voortdurend door wordt opgeschrikt zijn roekeloze adspirant zelfmoordenaars op motoren en scooters die als dwazen door het toch al chaotische verkeer slalommen om de vele, in de laatste jaren met honderden toegenomen maaltijdbezorgers niet te noemen. Een vrij recent verschijnsel zijn de elektrische steps die zich in het verkeer voegen en ook het aantal fietsers neemt toe, evenals de populariteit van de mobiele telefoon tijdens het deelnemen aan het verkeer.


Toch is Thessaloniki een aangename stad om te verblijven. De zelfde automobilist die je al toeterend en gebarend van de weg probeert te rijden blijkt als ober, winkelier, of gewoon huisvader aan wie je de weg vraagt niet zelden een beminnelijke en behulpzame man. Een verschil met Athene, waar het chagrijn aanzienlijk groter is dan in Thessaloniki. Het helpt natuurlijk dat ik de taal spreek, maar ook bezoekers die dat niet doen kunnen meestal rekenen op een vriendelijk woord.


Ondanks de al jaren durende economische malaise bruist de benedenstad en hoewel veel midden- en kleinbedrijf tijdens de covidramp of al daarvoor is gesneuveld, duiken steeds weer ondernemende Grieken op die een nieuw café, restaurant of wie weet wat voor winkel openen. In de Isavron, tegenover het pand waar vroeger Loxias (boekwinkel en prachtig kafeneion) was gevestigd, een zaak waar ik veel troost vond na het overlijden van Stella, is nu weer een zaak in tweedehands boeken gevestigd. In de Kastritsiou drijven Rita en Sofia, die vroeger in Loxias werkten, het kleine, maar karakteristieke kafeneion Odysseas, met zijn bijzondere en voortreffelijke keuken. Ik heb er deze week weer eens met veel genoegen gegeten.


Wat ook helpt is dat Thessaloniki een studentenstad is met onder meer de Aristoteles Universiteit, de grootste van het land. Dat houdt het bruisende er eveneens in. We zijn aan het begin van het academisch jaar en dat merk je door al die jongelui die zich in de stad verzamelen. Ik sjok daar als pensionado op licht gevorderde leeftijd tussendoor met al mijn herinneringen, vooral aan de tijd met Stella hier. Zij met wie weet wat voor toekomstverwachtingen. Ik hoop vooral dat die uitkomen, wat in deze verziekte wereld met een oorlog in Oekraïne, een genocide in Palestina, de ellende in Soedan en een halfzachte narcist aan het hoofd van het (nog heel even) machtigste land van de wereld geen vanzelfsprekendheid meer is.


Foto: auteur


dinsdag, september 16, 2025

Badjak Boys




Vanmorgen om half tien werd de koffer gebracht. Zoals afgesproken omgelabeld, maar afgelopen zondag heeft iemand op Schiphol hem over het hoofd gezien, denk ik. Gistermorgen kreeg ik een e-mail van de klantenservice van Aegean Airways, of ik een gedetailleerde omschrijving van de koffer kon geven, liefst met een foto. Die had ik niet, maar ik vond op het internet een koffer die er op leek qua kleur, formaat en merk. Het verschil met de mijne is dat hij op iedere brede zijde een forse sticker heeft met 'Badjak Boys' erop, een Dordtse band waarvan ik de leden uit mijn stamkroeg ken.


Dat en foto's van de boardingkaarten die ik meestuurde, heeft het zoekteam denk ik op het goede spoor gezet en zo kwam men ergens in een Amsterdamse bagagekelder terecht. Ik was toevallig net bij de boekhoudster op bezoek toen ik door iemand van het vliegveld werd gebeld. In goede stemming begon ik daarna aan het eerste ritje van mijn leven in de nieuwe metro. Normaal gebruik ik die niet, want waar ik zit en waar de meeste vrienden en familieleden wonen is het lijntje van een paar luttele kilometers ver uit de buurt. Nu kwam het uit, zodat ik voor zestig cent van Dimokratias naar Agias Sofias reed.


Dat de koffer terecht is scheelt veel gedoe bij terugkomst en ik heb de boeken terug die ik als cadeau voor Griekse vrienden had ingepakt. Daar hebben de Badjak Boys een flink aandeel in gehad. Ze hebben een borrel verdiend.



Foto: auteur



zaterdag, september 13, 2025

Desondanks goed geluimd!

 

    Kafeneio op de Kapani


Ja, het is heel vervelend dat mijn koffer nog steeds ergens door Europa zweeft, maar er zit ook een positieve kant aan. Zo heb ik de afgelopen dagen gemerkt dat je met veel minder spullen toe kan dan je voor zo'n reisje meeneemt, zeker als je naar een beschaafd land als Griekenland gaat, waar je alles kunt kopen dat je nodig hebt. Al is de supermarkt om de hoek duidelijk duurder dan de mijne in Dordrecht. De eigenaren zijn even vriendelijk als Martin en zijn vrouw van de Blekersdijk, dat wel.


In de supermarkt kocht ik wat nodig is voor de persoonlijke verzorging en de inwendige mens, voor zover niet aanwezig in mijn pied-à-terre. Een tandenborstel, bijvoorbeeld, met aanklevende pasta, krabbers om me te scheren, anti-muggenolie en een pak koffie en filters. Zaken die ook in de koffer zitten. Op de centrale markt, de Kapani, waar je zo'n beetje de duivel en zijn ouwe moer kunt kopen, vond ik snel vervangende kleding en zelfs een nagelknipper. En wat moet ik eigenlijk met een zaklantaren als mijn telefoon ook licht geeft? Alleen de oorspray in mijn toilettas, die nog stamt uit de jaren zeventig, heb ik niet gevonden. Het EHBO-setje dat ik standaard meeneem heb ik niet echt nodig met vier apotheken binnen vijf minuten lopen en een huisarts aan de overkant. Ik pak ook altijd een schoenlepel in, maar met een gewone lepel kom je even gemakkelijk in je schoenen, zelfs als het leer zo stug is als dat van de mijne.


Kortom, het is jammer van die koffer en Aegean Air kan maar beter zorgen dat hij terechtkomt, anders volgt er een gepeperde rekening, maar ik laat mijn humeur er niet door bederven. Ik geniet van de Griekse zon, al loop en zit ik per definitie in de schaduw. Het zijn vooral naïeve toeristen die graag bakken in de zon, die de boel hier nog tot ruim dertig graden opwarmt, wat heerlijke avonden oplevert.


Gisteravond was ik, zoals meestal, bij Konaki, waar we de halve finale van het EK basketbal volgden op televisie. Griekenland versus Turkije. De Grieken, die fout op fout stapelden, werden afgedroogd. Rare sport trouwens, dat basketbal. Alleen geschikt voor lange mannen en iedere minuut een doelpunt. Dat is me allemaal veel te snel, maar de Grieken zijn er dol op, meer nog dan dat ze van voetbal houden. Terwijl m'n Griekse vrienden hun teleurstelling omzetten in een glaasje tsipouro, volgden we nog de eindfase van de turbulente wedstrijd FC Den Bosch - FC Dordrecht, waar Dordt op de allerlaatste nipper de gelijkmaker binnensleepte. Daarna was het bedtijd, het is hier tenslotte een uurtje later dan in de Tempel der Beschaving. Ik heb, koffer of niet, vannacht prima geslapen.


Foto: auteur


woensdag, september 10, 2025

Sufkoppen




Zondag had ik een vlucht met zeer veel vertraging. Ik zou oorspronkelijk via Frankfurt naar Thessaloniki vliegen, maar die vlucht werd geschrapt, zodat ik via München moest. Mijn koffer zou worden 'omgelabeld' en meekomen. Nou niet dus. Het ding staat misschien nog in Amsterdam, of zweeft ergens boven Duitsland. Ik heb aangifte van vermissing gedaan en 'ze' zijn op zoek. Geen idee hoe dat in zijn werk gaat, maar 'ze' hebben nog geen succes, vrees ik.


Ondertussen heb ik op de Kapani, de onvolprezen centrale markt hier, het nodige aan ondergoed, sokken, hemden, een journalistenvest en een overhemd gekocht. Daarmee houd ik het voorlopig wel vol. Gewoon een kwestie van even een handwasje na de verschoning. Bij de supermarkt in de buurt hebben ze alles wat nodig is voor de persoonlijke verzorging en gelukkig zat alles wat echt belangrijk en onmisbaar is in de handbagage. Ik bewaar wel de bonnen, want uiteraard ga ik terug in Nederland een schadeclaim indienen.


Het weer is prachtig, de mensen doorgaans aardig, al gedragen ze zich in het verkeer nogal maniakaal en ik zit hoog, droog en comfortabel in het Tijdelijk Schrijfhuis in de schilderachtige Ano Polis. Je moet wel uitkijken dat je bij het lopen niet je poten breekt, want de trottoirs, voor zover voorhanden, zitten vol gaten en kuilen. Bij de nabije supermarkt verkopen ze ook tsipouro, ouzo, metaxa en whisky en na de dagelijkse avondmaaltijd in Konaki wordt nog langdurig nagepraat. Ik hoef daarna alleen de hoek maar om, dus op wat ongerief na door die koffer, dankzij die sufkoppen op Schiphol, heb ik eigenlijk weinig te klagen.


Foto: Anke & Lienke van Nugteren


dinsdag, september 02, 2025

Terugkijken




Ik heb het nog even nagekeken in de VPRO-gids, maar daar stond toch echt dat BBC1 op 1 september om 22.30u aflevering drie van King & Conqueror zou uitzenden, de nieuwe, met enige bravoure aangekondigde serie over Willem de Veroveraar. Dat bleek dus niet het geval. In plaats van terug te gaan naar het boek dat ik aan het lezen ben, Gaasbeekse vertellingen van Sarah de Grauwe, ging ik wat zappen en zo kwam ik eerst bij een 'talkshow' (alleen dat woord al ergert me mateloos, evenals dat domme 'hosten') onder leiding van Eva Jinek en daarna bij Lubach.


Het gelul bij Jinek, waar het stompzinnige, politieke geruzie in het inmiddels dubbel gevallen kolderkabinet en de Tweede Kamer nog eens dunnetjes over werd gedaan, liet ik al snel voor wat het was. Je zou in deze tijd weleens willen horen wat voor plannen de partijen hebben voor na de verkiezingen, maar niets van dit alles. Ook het woord Gaza, waarover het meest recente gebakkelei toch is ontstaan, heb ik niet horen vallen, maar dat kan ik door mijn snelle vlucht naar Lubach hebben gemist.


Van Lubach heb ik ook maar een fragment gezien. Sinds hij weg is bij de publieke omroep, heb ik de indruk dat zijn programma nogal riekt naar verschaald bier en rode wijn die al te lang in een open fles heeft gestaan, maar dat is natuurlijk mijn vooroordeel jegens commerciële zenders.


Eerder op avond miste ik de documentaire Het geweten van Israël van Nadia Boussaid over Gaza, maar die heb ik vanmorgen teruggekeken. Hij heeft mij diep geraakt. De volkerenmoord die Israël onder leiding van Netanyahu pleegt zou niemand onberoerd moeten laten, zeker niet Nederland, dat altijd pretendeerde voorop te lopen als het ging om internationaal recht en dat nu keihard door het ijs is gezakt. Diep respect heb ik voor de Israëliërs die weigeren in het leger te gaan om niet medeplichtig te worden aan genocide. Diepe walging voor de verantwoordelijken voor de moord op onschuldige burgers, journalisten, vrouwen, kinderen. Diepe walging voor de man die ik hoorde zeggen 'iedereen in Gaza is schuldig'.


Nu moet ik natuurlijk zeggen dat wat Hamas op 7 oktober deed ook verschrikkelijk is, anders gaat er altijd wel iemand roepen dat ik een antisemiet ben en een terroristische organisatie steun. Ja, wat er op 7 oktober 2023 is gebeurd is ook verschrikkelijk. Ik praat dat allerminst goed, maar misschien is het verstandig om eens terug te gaan in het verleden, na te gaan hoe de geschiedenis vanaf de stichting van Israël is verlopen, om te begrijpen waarom dit deel van het Midden-Oosten zoveel bloedig geweld kent en waarom er wellicht iets van waarheid zit in de stelling 'Hamas is een schepping van Israël'.


Het geweten van Israël is hier terug te zien.



zondag, augustus 24, 2025

De pastoor en zijn 'schoonmoeder'




In mijn blogje 'Montaillou', geschreven naar aanleiding van een oude foto van mij bij een richtingbord dat naar het gehucht wees, sloot ik af met de zin: 'Geen spoor van de pastoor die zijn schoonmoeder de tong liet uitrukken.' Ik meen me dat feit te herinneren toen ik Montaillou las van Emmanuel le Roy Ladurie tijdens mijn studie geschiedenis, maar een opmerking van een collega historicus heeft me aan het twijfelen gebracht.


Dat een pastoor rond 1300 een schoonmoeder had is onwaarschijnlijk, hoewel sommige geestelijken het celibaat met een flinke korrel zout namen. Een van die geestelijken was pastoor Pierre Clergue uit Montaillou, die een centrale rol speelt in het boek. Getrouwd was hij niet, maar hij had een uitzonderlijk libido, ergo, hij was verzot op seks en hield er in de loop van de tijd maar liefst twaalf erkende maîtresses op na, waaronder de kasteelvrouwe van Montaillou. Die informatie is te vinden in hoofdstuk negen van het boek.


Clergue kan dus niet zijn schoonmoeder de tong hebben laten uitrukken, maar misschien wel de moeder van een van die maîtresses, een 'schoonmoeder' zogezegd. Er staat me toch helder voor de geest dat er van een dergelijk feit sprake was, maar het distilleren van een literair dagboek uit mijn dagboeken, heeft me geleerd hoe verraderlijk het geheugen is. Als er een ding onbetrouwbaar is, is het wel het menselijk geheugen. Vandaar dat je zonder dat er sprake is van ondersteunende, schriftelijke bronnen de zogenaamde mondelinge geschiedenis, in het vak oral history genoemd, uitzonderlijk moet wantrouwen.


Wantrouwen doe ik mijn eigen geheugen ook. Ik las Montaillou meer dan veertig jaar geleden en om zeker te weten dat mijn geheugen me dit keer niet bedriegt, zou ik het moeten herlezen. Het uittreksel dat ik destijds voor mijn studie maakte is al lang met het oudpapier mee, dat biedt dus geen soelaas. Montaillou vond ik destijds buitengewoon interessant, maar het is wel bijna vijfhonderd pagina's dik. Daar heb ik nu even geen tijd voor. Ik heb daarom maar voor de makkelijkste weg gekozen en de laatste zin veranderd in: 'Geen spoor van de pastoor en zijn vele maîtresses.' Dan zijn de twijfels verdwenen en rest alleen het voornemen om Montaillou in de toekomst nog eens te herlezen.



zaterdag, augustus 23, 2025

Montaillou




Rond 1980 had een collega van een goede vriend van me een buitenhuis in Aigues-Vives in het departement Hérault. Wij mochten daar in het voor- en najaar gratis verblijven, als we het huis respectievelijk zomer- en winterklaar maakten. Zomerklaar hield in dat het zwembad moest worden schoongemaakt en gevuld en dat de televisie moest worden opgehaald bij de burgemeester. Winterklaar betekende dat je het zwembad moest laten leeglopen en de televisie naar de burgervader moest brengen.


Er woonden ruim driehonderd mensen in Aigues-Vives. Er waren nogal wat wijngaarden en een wijncoöperatie. Waren wij er in de herfstvakantie, dan geurde het hele dorp van het druiven persen, ook op het plateau net buiten de bebouwde kom waar het buitenhuis stond. 's Morgens vroeg mengde de wijngeur zich in de dorpsstraat met die van de bakker, die nog bakte met een houtgestookte oven.


Soms reden we naar Carcasonne, een mooi voorbeeld van een gave, middeleeuwse stad, als je even niet op de buitenwijken lette. Ik gaf in die tijd geschiedenisles en studeerde voor mijn eerstegraads bevoegdheid. Een van de boeken die ik daarvoor las was Montaillou van de bekende, Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie (1929-2023). Op een morgen in de voorjaarsvakantie, in februari dus, besloten de bewuste vriend, mijn toenmalige vriendin en ik naar Andorra te rijden.


Andorra bleek echter onbereikbaar, omdat een aantal bergpassen nog dicht zat wegens sneeuw. We besloten toch iets van het tochtje te maken door koers te zetten naar het dorp Montaillou dat op de route lag en wel te bereiken was. Eenmaal daar bleek Montaillou, niet meer dan een gehucht, potdicht te zitten. Luiken voor de ramen en geen mens te zien. Het was gedegradeerd tot een vakantieplaatsje voor rijke Parijzenaars, die er in februari niets te zoeken hebben. We slenterden wat rond, maar vertrokken al snel weer onverrichter zake. Geen spoor van de pastoor en zijn vele maîtresses.


Foto: Marion Vomberg



zaterdag, augustus 09, 2025

Spiegelbeeld




Ik was er nog niet geweest, in het Depot van Boijmans in Rotterdam (in de volksmond De Pot). Een uniek, spiegelend gebouw in de vorm van een bloempot met op het dak een restaurant omringd door bomen en struiken. Binnenin is het voornamelijk doorzichtig, met hier en daar een glazen vloer waardoor je diep in het gebouw kijkt. Nogal een opgave voor iemand met hoogtevrees, zoals ik.


Ik heb het niet op hoogten en hoewel de 'skyline' van Rotterdam vanaf het dak van De Pot indrukwekkend is, houd ik het liever bij laagbouw. Ik hoop dan ook dat de megalomane plannen voor het Dordtse Maasterras niet door zullen gaan, al is er natuurlijk niemand die mij gaat dwingen in te trekken in een woontoren. Als ik moet kiezen tussen de Zalmhaventoren in Rotterdam of de Hofstraat in Dordrecht, dan wordt dat zonder aarzeling het laatste.


Ik heb mij zo goed en zo kwaad als mogelijk over mijn hoogtevrees heengezet en ben met het zweet in mijn handen door het gebouw gaan zwerven, samen met Lé, een goede vriendin. We hebben ook deelgenomen aan een rondleiding door een medewerkster. Dat bracht ons in een van de ruimten waar de collecties liggen een opgeslagen. Ik moest denken aan mijn bezoek, vorig jaar, aan het depot van de gemeente Dordrecht, nabij de Moerdijkbrug, waar ik ineens met een duizend jaar oude schedel in mijn handen stond. Hier mochten we, terecht, er liggen zeer kwetsbare voorwerpen, niets aanraken.


Na afloop zaten we nog even op een bank in het Museumpark en ontdekten we ons spiegelbeeld in De Pot. Op grote hoogte keken we vanaf de begane grond naar onszelf. Een bijzondere ervaring.


Foto: Lé Holshuijsen


woensdag, juli 30, 2025

Water en melk




De eerste Turkse arbeiders in Dordrecht beschikten aanvankelijk nog niet over een eigen moskee. Hoe het contact tot stand kwam, weet ik niet, maar we woonden nog niet zo lang achter de remonstrantse kerk, toen Turkse arbeiders daar op vrijdag samenkwamen voor het vrijdaggebed. De kerkenraad heette hen van harte welkom. De banken in het midden van de kerk gingen aan de kant, er werden tapijten uitgespreid en na afloop werd alles weer keurig in de oude staat teruggebracht.


Uit respect voor het andere geloof trok mijn vader, de koster, ook zijn schoenen uit als hij over de tapijten liep. Soms sloeg ik het tafereel stiekem gade door een kier van het deurtje boven het klankbord van de preekstoel. Dat deurtje zat in de gang van de kosterswoning, tegenover de zwarte, bakelieten telefoon aan de muur.


Ik herinner me niet hoelang de Turken gebleven zijn, maar op een gegeven ogenblik kregen ze een eigen gebedsruimte en was de kerk weer geheel voor de remonstranten, de meest verdraagzame gelovigen in het christendom. De 'refo's' spraken minachtend over een 'water en melk kerk'. Die zouden geen islamiet ooit toestaan in hun kerk te bidden. Daar mochten vrouwen begin jaren zestig niet eens broeken dragen. Die zouden de Heere een gruwel zijn.


Het was de eerste kerk waar homo's konden trouwen. De kerkenraad werd een tijdje voorgezeten door een transgender. Er heerst geen spoor van de haat die uit het Witte Huis walmt. Dezelfde haat die ze ooit koesterden in een Berlijnse kanselarij.


Foto: auteur


maandag, juli 21, 2025

Telefoonnummer

       



         voor Wendy Lancefield


          When we two parted
        In silence and tears,
        Half broken-hearted
        To sever for years,
        Pale grew thy cheek and cold,
        Colder thy kiss;
        Truly that hour foretold
        Sorrow to this.

                        George Gordon, lord Byron


Ik zette het ooit op muziek en

in een romantische bui

denk ik nog weleens aan dat afscheid

in een pub in Chester waarvan ik

de naam al lang vergeten ben.


Ik weet nog wel dat het regende,

het weer huilde een beetje met ons mee.

Ik was net negentien, jij iets jonger

en we dachten natuurlijk

dat het slechts tijdelijk was,


maar op zo'n leeftijd kan een zee

voor de liefde fataal zijn.

Het leven nam zijn loop,

ik heb je nooit meer gezien, behalve

op de foto's die ik nog van je heb.


Ik ben weleens teruggegaan naar Chester

in de wonderlijke hoop

op een toevallige ontmoeting,

maar we zouden elkaar na al die jaren

waarschijnlijk niet hebben herkend.


Wat ik me nog wel herinner

is de straat waarin je woonde,

in het charmante gehucht op de Wirral

met de middelbare meisjesschool

waar ik je 's middags ophaalde.


Zelfs je telefoonnummer

zit nog in mijn geheugen.

Soms borrelt het op onverwachte

ogenblikken op, maar ik heb het

nooit meer durven draaien.


                    ...


Foto: auteur




vrijdag, juli 18, 2025

Kwak




Soms kom je onverwacht iets verrassends tegen. Ik wilde een aantal boeken herschikken in een van mijn kasten, toen ik een oud mapje vond met foto's uit de jaren vijftig. Een paar herkende ik, die zitten in een album dat ik van mijn ouders erfde (heb georven, zeggen we dan in Dordrecht), anderen had ik niet eerder gezien. 


Een aantal bracht allerlei herinneringen naar boven, maar er zit ook een mysterieuze tussen van mij, als ventje van een jaar of negen, met mijn zusje Marja bij een waterval. Onwillekeurig denk je dan aan de Ardennen of Luxemburg, maar ik kan me niet herinneren in die tijd met mijn ouders daar te zijn geweest. Ik denk dus dat het tijdens een van onze vakanties bij de Engelse familie moet zijn geweest. Ergens in het Lake District of in Noord-Wales, plekken die vanuit Newton-le-Willows met de auto van oom Harold gemakkelijk te bereiken waren. Die auto, een Vauxhall, heeft het meer dan twintig jaar uitgehouden, maar dit terzijde.





Wat ik me nog heel goed herinner zijn de duiven in park Merwestein. Die gingen we als kind regelmatig voeren, ik meen met spliterwten. Ze waren zo tam dat ze op je arm kwamen zitten om uit je hand te eten. Duiven hebben tegenwoordig een slechte naam. Ze zouden ziekten overbrengen en worden door sommige mensen zelfs vliegende ratten genoemd. Ik heb op de middelbare school heel slecht biologieles gehad, de leraar was meer bezig met zijn verleden in 'Ons Indië' dan met wat hij ons moest leren, maar dat van die ziekten lijkt me een onwaarschijnlijk verhaal. Tja, ze schijten weleens op je hoofd, maar welke vogel doet dat niet? Je kunt het ze niet kwalijk nemen. Beter een kwak van een duif dan van een reiger, zeg ik altijd maar.


Foto: archief auteur




zaterdag, juni 28, 2025

Een stukje familiegeschiedenis




Ieder jaar houden wij een familiedag. Dit jaar gaat die plaatsvinden in Dordrecht, de geboortestad van onze gezamenlijke grootvader, Cornelis Bekker (1891-1966). Dordrecht is ook mijn geboortestad en de plaats waar ik altijd ben blijven wonen en werken.


In mijn jeugd met gemengde gevoelens. Dordrecht was in de jaren zestig en zeventig nou niet bepaald een bruisende stad met een rijk cultureel leven, maar van lieverlee vergroei je ermee en toegegeven, op cultureel en horeca gebied is er in alle jaren dat ik hier woon veel verbeterd. Ook heeft Dordrecht, ondanks de verwoestende kaalslag van de megalomane stadssanering uit de jaren zestig, nog veel schoonheid behouden. Hoewel deels gefotoshopt, is de Hofstraat bijvoorbeeld een pareltje, resultaat van de omslag in het gemeentebeleid, eind jaren zeventig, van afbraak naar restauratie. Weliswaar na het jarenlang negeren van felle protesten uit de bevolking tegen de stadssanering, maar goed, uiteindelijk een gelukkige koerswijziging. Hoewel ik regelmatig in Thessaloniki verblijf, waar het ook aangenaam toeven is, wil ik nooit meer weg uit Dordrecht. Mijn wortels zijn er inmiddels te diep.


Voornoemde grootvader was een verhalenverteller, evenals mijn moeder. Die verhalen, die ik jammer genoeg niet heb opgetekend toen beide nog leefden, spelen vaak in Dordrecht. Nog een band die mij met de stad verbindt. Ooit vertelde opa Bekker mij, als ik met hem als kind door de stad wandelde, dat het café De Poort van Kleef, we gingen er weleens wat drinken, door een familielid was gebouwd. Ik dacht me te herinneren een neef. De Poort van Kleef werd in 1920 een café zo leerde ik van Jan Willem Boezeman, de directeur van het Augustijnenhof. In het pand zit nu Bluebirds in the Backyard en daar begint straks onze familiedag.


Ik ben historicus, dus geïnteresseerd in het verleden. Daarom besloot ik eens uit te zoeken hoe dat zat met die veronderstelde neef van dat café. Zo kwam ik te weten dat een zekere Arie Brenkman twee panden op de Voorstraat samenvoegde tot De Poort van Kleef. Jan Willem Boezeman stuurde me heel behulpzaam een kopie van de bouwtekening. Arie Brenkman was getrouwd met Wilhelmina Recourt en daar ging me een licht op. Mijn overgrootmoeder heette namelijk Anna Recourt, afkomstig uit Dubbeldam, die in 1888 trouwde met de uit Bodegraven afkomstige Daniel Bekker. Zij bleek een oudere zuster van Wilhelmina. De Poort van Kleef is dus niet door een neef van mijn opa, maar door een oom gebouwd.


Arie Brenkman en Wilhelmina Recourt waren in 1920 ook de eigenaren van het café op de Voorstraat, het huidige Centre Ville, dat voorheen werd uitgebaat door haar zus Anna en haar zwager, mijn overgrootouders. Een korte speurtocht in het Regionaal Archief Dordrecht leerde dat boven dat café in 1891 opa Bekker werd geboren, iets dat hij weleens had verteld, maar dat ik nu dus ook kan aantonen. Even voor 1900 moet Daniel Bekker de zaak hebben overgedaan aan zijn schoonzus en zwager en een nieuwe café zijn begonnen op de hoek van de Nieuwbrug en de Wijnstraat, waar hij tot 1946 caféhouder was. Overigens was Arie Brenkman toen nog niet in beeld. Wilhelmina was oorspronkelijk getrouwd met Jan Frans van Leen, die op 18 maart 1900 op 32-jarige leeftijd overleed. Waaraan vermeldt de overlijdensakte niet. Op 23 oktober 1902 hertrouwde Wilhelmina met de uit Heukelom afkomstige Brenkman.


Een en ander maakt me nieuwsgierig naar mijn verdere familiegeschiedenis. Aan mijn vaders kant is daarover een kloek boek De familie Klok en Van der Klok uit Nijkerk verschenen. Daar hoef ik niet meer naar te speuren. Mijn vader was een Rotterdammer die in 1947 uitweek naar Dordrecht om met mijn moeder te trouwen. Het gaat me vooral om de familie aan moeders kant. De familie van de familiedag. Ik speur af en toe wat verder. Wie weet wat voor interessants daar nog uitkomt. Inmiddels weet ik dat een grootmoeder van mijn overgrootmoeder Anna Recourt Arendina Recourt-Van Efferen heette. Arendina, een prachtige naam die, voor zover ik weet, uit de familie is verdwenen. Jammer dat ik geen dochter heb en die op mijn licht gevorderde leeftijd ook wel niet meer zal krijgen. Een broer van mijn grootvader, Jacobus, een naam die in de familie Recourt veelvuldig voorkomt, is in 1942 in de gevangenis van Stassfurt in Saksen-Anhalt overleden en ligt begraven op het ereveld in Loenen. Ik heb nog heel wat uit te zoeken.


Foto: mijn grootouders Cornelis Bekker en Magcheltje Rijkhoek