Lieve Stella,
Zojuist heb ik maar eens even naar nichtje Vaso gebeld, want ze stuurde gisteren een berichtje dat je oudste broer in het ziekenhuis ligt met covid en zuurstof krijgt toegediend. Covid, ik ben het bestaan ervan alweer bijna vergeten, of liever, ik ben goed in verdringen, maar hier kijk ik toch van op. Als ik het me goed herinner, heeft hij alle vaccinaties gehad. Gelukkig lijkt hij aan de beterende hand, al maak ik me toch een beetje zorgen. Duimen maar, al zal dat weinig helpen, evenals het maken van die zorgen.
Over niet al te lange tijd vlieg ik weer voor even naar Thessaloniki en dan is hij hopelijk weer de oude. Letterlijk, want we worden er niet jonger op. Ik vrees dat onze generatie wat roestig begint te worden. Iedere dag hoor je in de kroeg wel een verhaal dat iemand een nieuwe knie heeft gekregen, aan een kunstheup toe is, gedotterd moet worden, aan de hoge bloeddrukpillen zit of, zoals in mijn geval, bij een fysiotherapeut loopt vanwege slijtage aan de wervelkolom. Dat zijn dan de lichte gevallen. Ik zal het maar niet over al die vrienden en bekenden hebben die voortijdig aan kanker zijn gestorven, daar weet jij alles van. Ondertussen lullen de pensioendeskundigen en zorgverzekeraars maar door over dat we steeds ouder worden. Ik heb zo mijn twijfels, maar ik heb gelukkig alleen maar verstand van het verleden.
Wat het verleden betreft hebben Guus de Landtsheer en ik ons onderzoek naar de Dordtse Riedijk in de negentiende en eerste helft van de twintigste eeuw afgerond en in een artikel beschreven. Het is uiteindelijk een stuk van bijna zevenduizend woorden geworden, dat na de zomer in een gerenommeerd historisch tijdschrift komt. We zijn nu een onderzoek begonnen naar het reilen en zeilen van de luchtbescherming in Dordrecht, zo vanaf eind jaren twintig van de vorige eeuw tot 1945. Toen werd de boel afgebouwd en gingen de taken over naar de Bescherming Bevolking, in de volksmond de BB.
Ik herinner me nog als jongetje dat bij ons op de Vrieseweg ergens op een deurpost een emaille bordje met Blokhoofd Bescherming Bevolking zat. Ik probeerde me het hoofd van die man voor te stellen. In die jaren had je ook hier en daar bordjes met Hier brand melden. Dat kan de smartfoongeneratie zich natuurlijk helemaal niet meer voorstellen. De wereld zonder internet, hoe was dat ook alweer? Nou, we hebben al een paar aardige staaltjes van pre-on-line communicatie in de archieven gevonden, maar die houd ik nog even onder de pet, tot we klaar zijn met het onderzoek.
Morgen is het orthodox Pasen. Dit jaar een week later dan Pasen bij ons, dat voornamelijk een feest is van chocolade hazen, verstopte eieren en bezoeken aan ongure oorden als meubelboulevards en tuincentra. Vorig jaar Pasen zat ik in Griekenland, maar zo vroeg in het jaar vond ik het daar nog net een beetje te fris. Ik heb me toen wel goed vermaakt, dankzij mijn goede vriendinnen Anke en Lienke, in Ermoupolis, op Syros, maar ik ga nu toch maar wat later naar het tweede vaderland, waar ik weer gedoe voorzie vanwege de belastingaangifte. Ik stuurde een noodzakelijke verklaring van de Nederlandse fiscus naar het Ministerie van Financiën om de handtekening te laten legaliseren, een vorm van bureaucratische flauwekul, maar goed, het ding is zoekgeraakt in de post. Het zoveelste belangrijke stuk dat daar in de mist is verdwenen. Na jouw overlijden, toen ik een paar weken met verlof in Thessaloniki was, had ik een of andere verklaring van mijn rector nodig. Die heeft hem drie keer opgestuurd, maar hij kwam maar niet aan. Tenslotte heeft een bevriende collega, die naar de herdenking, na veertig dagen, van jouw dood kwam, de vierde editie meegebracht. Dat krijg je als je de eis laat vallen dat postbodes moeten kunnen lezen.
Mensen vragen me weleens waarom ik je, ruim vijftien jaar na je overlijden, brieven schrijf. In een hiernamaals geloof ik niet, al weet je het nooit zeker, maar ik heb het al eens uitgelegd, in een van de twee veelgeprezen eerdere boeken met brieven aan jou. Ik houd het er maar op dat zo onze band blijft, ook al houd ik hem eenzijdig in stand en eerlijk gezegd ligt het schrijven van brieven als vorm van literatuur mij nu eenmaal goed. Ik kan, wat ik te zeggen heb, ook in verhalen vatten (voor een roman heb ik onvoldoende adem, tenzij het misschien ooit nog eens een brievenroman wordt) en dat doe ik soms ook wel, maar brieven schrijft gewoon lekkerder. De boeken van Gerard Reve die ik het meest waardeer, Op weg naar het einde en Nader tot u, zijn in de aard der zaak ook brievenboeken. Heel lange, soms uiterst hilarische en scherpzinnige brieven. Nu jij weer.
Vorige week is je achterneefje Alexandros, landbouwkundig ingenieur én schipper op een jacht, een nachtje te logeren geweest. Hij was op doorreis van Düsseldorf naar Brussel. Hij kwam met de waterbus vanuit Rotterdam. Een mooie manier om naar Dordrecht te reizen, zo deden we het voor 1872, toen de spoorbrug tussen Dordt en Zwijndrecht werd geopend, tenslotte ook. En eigenlijk ook nog een flinke tijd daarna. Voor de Tweede Wereldoorlog was het heel normaal om vanuit Brabant, de Hoekse Waard of Rotterdam met een schip naar het Groothoofd te varen en daar het Eiland van Dordrecht te betreden. De waterbus, zeg de Rotterdamse boot, zet je tegenwoordag op de Merwekade af, maar het is natuurlijk veel indrukwekkender om door die prachtige Groothoofdspoort de stad in te gaan. Philips II, de hertog van Leicester, Alva, Willem van Oranje, de prinsessen Wilhelmina en Emma, koning Willem-Alexander en menig voorvader en -moeder van mij gingen u voor, maar als daar ieder uur een boot afmeert heb je een grote kans dat een paar binnenstadsbewoners, die wel de lusten van het wonen in het mooiste deel van Dordrecht willen, maar zelden de lasten, amok gaan maken.
Alexandros was onder de indruk van Dordrecht, maar ik heb hem dan ook ver gehouden van spuuglelijke plekken als de Grote Markt, het Bagijnhof, het Achterom, het Statenplein en de Spuiboulevard. Hij moest wel op een kampeerbed tussen de boeken en alles wat in de afgelopen twee en veertig jaren in mijn werkkamer aanspoelde. Normaal doe ik het nooit, mensen bij mij thuis laten logeren, ik stop ze liever in een hotel, want het geeft gedoe met beddengoed, de badkamer delen en ontbijt maken, maar ik heb voor een keertje een uitzondering gemaakt. Die jongen is net afgestudeerd, moet nog aan zijn eerste baantje als schipper (in het zomerseizoen toeristen rondvaren in Halkidiki) beginnen en eigenlijk was het heel gezellig. Voor hij de trein nam om verder te reizen hebben we voor het gemak in de stad ontbeten. De avond ervoor hebben we in café The Hide Away Feyenoord van Ajax zien verliezen. Hoewel ze er in Griekenland ook wat van kunnen, was hij verbaasd over het idiote gedrag van sommige zogenaamde supporters. Vuurwerk, rotzooi op het veld gooien, Davy Klaassen met een hoofdwondje. De spelers konden er ook wat van. Van die opgefokte macho's die met de koppen tegen elkaar gaan staan. Hoe dom kun je zijn? Als je dat zo ziet, ben ik blij fan van FC Dordrecht te zijn. Dat heeft gisteren weer eens verloren. Achttiende in de eerste divisie, het geeft een vertrouwd gevoel.
In gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht, 15 april 2023