woensdag, mei 31, 2023

Kever




Warnaar had ooit een kever die op een dag niet meer wilde starten. Dat was met vrienden in de Ardennen. Ze waren daar om de dagen tussen Kerst en Nieuwjaar bij een open haard te verlichten. Ze hadden drank en een zakje wiet mee. Dat had later een onvoorzien gevolg. Bij kevers zat de motor achterin en moest de bagage voorin. Toen hij hem kocht was het ding al veertien jaar oud, voorzien van een kekke streep en brede banden, racekuipjes voorin en een klein stuur. Het bijzonderste was dat de motor uit een VW-bus kwam. Het verkoper had hem van een overenthousiaste volkswagenmonteur gekocht. Hij reed, als hij harder ging dan honderd, ongeveer één op vier. 


Warnaar hield het meestal op negentig. Hij genoot van de teleurgestelde verkeersagenten die hem regelmatig staande hielden. Geen malle patser, maar een sjofel ogend intellectueel. Zijn vrienden duwden hem in de buurt van Ciney weer aan. Het zou de accu wel zijn, maar hij bleef weigeren. Warnaar maakte er een gewoonte van bovenaan een helling te parkeren, dat scheelde geduw. Weer thuis bleek het de startmotor te zijn.


Wat later ging hij met een bejaarde tante op familiebezoek in Engeland. Na de boot sloeg een hasjhond aan. De panelen werden van de deuren gehaald, de stoelen eruit. Ze vonden een oud boodschappenbriefje. Nadat alles weer was teruggeschroefd troostte hij de douaniers met 'the dog probably has a bad day.' Op het briefje stond dat hij uien, knoflook en een fles zonnebloemolie moest halen.


Foto: Kees Klok



zondag, mei 28, 2023

Stamboom




Een goede bekende van hem heeft een landhuis in Engeland en een indrukwekkende stamboom. Warnaar zou dat ook wel willen, maar zoals de samenleving verre van maakbaar is, zo is dat met je afkomst ook, vreest hij. Een oom van vaderskant heeft onderzoek gedaan naar de stamboom. Die gaat voorlopig terug tot het begin van de achttiende eeuw, daarna raakte oom het spoor bijster. 


De familie bestond voornamelijk uit kleine krabbelaars die Veluwse grond bewerkten, voor anderen, zoals de voorvaders van die goede bekende, die het land in bezit hadden. Aan het eind van de negentiende eeuw daalde het kindertal, werd de dood in het kraambed zeldzaam en doken de eerste middenstanders op. In de twintigste trok een deel van de familie naar de stad en ging het langzaam aan voorspoediger met de vaart der volkeren. Van Warnaars generatie heeft vrijwel iedereen universiteit of hoger beroepsonderwijs. 


Dat landhuis, gelegen in het graafschap Dorset, kun je voor een weekend huren. Dan leef je van vrijdagmiddag tot en met zondagavond als lord Grantham en zijn illustere familie in Downton Abbey. Volop personeel dat in de krochten van het huis de overvloedige maaltijden bereidt, je de hele dag keurig verzorgt en zich daarna 's nachts tevreden op de minieme zolderkamers te rusten legt. Dat alles onder de strenge leiding van een geschoolde butler. Het is te duur en zo voorbij, weet Warnaar. Hij hoopt op een uitnodiging van de goede bekende, maar dan zou hij toch eerst iets aan die stamboom moeten doen.


Foto: Kees Klok


donderdag, mei 25, 2023

Skippybal




Warnaar denkt ineens aan een skippybal. Vreemd. Hij heeft nooit een skippybal gehad. Wel een hoelahoep, een grote plastic cirkel die je door heupbewegingen om je lichaam kon laten rondslingeren. Bij tijd en wijle was dat mode op het schoolplein, zoals er ook perioden waren dat er werd geknikkerd of touwtje gesprongen, al was dat laatste meer voor de meisjes. Het woord hoelahoep had iets met Hawaï te maken werd gezegd. Op een dag was hij hem kwijt. De benedenbuurman, een postbode die vaak in de ziektewet zat om bij te klussen, had er een elektriciteitsleiding van gemaakt. Zijn vader was daar te onhandig voor.


Vader Warnaar was meer van het boek. Toen Warnaar klein was zat hij, zijn vader, avonden lang te studeren om verder te komen op kantoor. Handelscorrespondent Engels, Frans, Duits, middelbare akte Duits, diploma technisch Engels. Het zat allemaal keurig opgerold in een koker die hij na zijn vaders overlijden in de boedel vond. Een hamer, een beitel, een soldeerbout, dat soort dingen was niet aan de oude Warnaar besteed, behalve om er over te corresponderen. Hij werkte op een kantoor waar groothandel in gereedschappen werd bedreven. Hij heeft er nog een foto van. Kantoorbedienden liepen toen soms nog in stofjassen, zoals de azijnpissende conciërge op Warnaars middelbare school.


Het moet jaren geleden zijn geweest dat hij kinderen met skippyballen op een schoolplein zag. Zouden ze nog bestaan? Zouden kinderen nog knikkeren op een schoolplein? Dat hij dat niet weet geeft wel te denken, vindt hij.


Foto: archief Kees Klok


vrijdag, mei 19, 2023

Dwarsliggers!




Het is altijd al een dorp van dwarsliggers geweest, denkt Warnaar, als hij over de Buiten Walevest loopt en naar de Zwijndrechtse oever van de Oude Maas kijkt. Als er iets is waaraan hij de pest heeft is het hoogbouw en aan de overkant zijn ze bezig met het optrekken van een torenflat. Indertijd niet meebetalen aan het CJP, bedenkt hij, weigeren met Dordrecht en Papendrecht gezamenlijk een luchtbeschermingsvereniging op te richten en dan nu nog ons uitzicht verzieken. 


Je komt wat tegen als je de archieven induikt. Er was recent ook iets met een zwembad, maar hij weet niet meer wat. Dat ze de Zwijndrechtse brug de Dordtse brug noemen, neemt hij ze ook kwalijk. Sommige mensen noemen het de Stadsbrug. Hij vindt het een brug van stad naar dorp. In zijn jonge jaren fietste hij er weleens overheen. Vanaf de brug is het uitzicht op Dordrecht indrukwekkend. Zwijndrecht herinnert hij zich, in de tijd dat hij er familie had, dat ook nog, als een gat waar meer werd afgebroken dan opgebouwd, maar dat blijkt toch anders. Ook dat vindt hij niks.


Het enige goede daar, bedenkt hij, is een restaurant vlakbij het pontveer. Hij heeft er weleens gegeten met uitzicht op zijn stad en op de stoere toren van de Grote Kerk. Sinds een paar jaar wappert op die toren de Dordtse vlag. Rood wit rood. Hij is niet echt van het vlagvertoon, maar dit kan hij eigenlijk wel billijken. Het zal ze leren, daar aan de overkant!


Foto: Kees Klok



zaterdag, mei 06, 2023

Wachtlijst




Lieve Stella,


Een mens doet weleens gek. Op aanraden van de mondhygiënist heb ik een elektrieke tandenborstel gekocht, een aanbieding, twee voor de prijs van een, maar desalniettemin duur genoeg, en daar bewerk ik nu de resten van mijn gebit mee. Het is nog altijd een fietsenrek waar ook nog wel een brommer bij kan, maar de laatste jaren, sinds ik in handen ben van een jong en ondernemend tandartsenechtpaar, wordt er diligent gewerkt aan het stuiten van het verval. Mijn ziekteverzekeraar en de eigen bankrekening weten daarover mee te praten. Het bevalt me niks, poetsen met dat zoemding, maar het schijnt effectiever te zijn dan met de traditionele borstel, al houd ik die in ere voor als ik op reis ben. Er moeten al genoeg opladers mee.


Ik heb die apparaten gekocht bij een buitensteedse firma die mij door de mondhygiënist werd aangeraden. Het pakket kon ik door de post laten bezorgen bij een afhaalpunt in de buurt. Waarom niet aan huis, vraag je misschien. Ik ben niet zo van het bezorgen, zeker niet als ik wat ik nodig heb in een niet al te ver buiten het centrum gelegen winkel kan halen, maar soms ontkom je er niet aan. Volgens mij staan die pakjesjongens (en -meisjes) om de hoek te wachten tot ik even een brief ga posten of een frietje bij de buurtsnackbar haal, want je kunt er vergif op innemen dat er, als ik even een minuut of tien van huis ben, een briefje in de bus zit met 'uw pakket is bij de buren op nummer zoveel bezorgd' of bij zo'n afhaalpunt. Soms hebben ze het naar een of andere kwijnende nering op kilometers afstand van huis gebracht, waar je dan op de fiets naartoe moet, in de regel tegen een harde wind in en door de regen, want we hebben een ongehoord belabberd voorjaar. Als je zelf kunt aangeven waar het naartoe moet, scheelt het tijd, moeite, een nat pak en veel ergernis. 


Genoeg geklaagd. Toen ik vanmorgen opstond scheen de zon. Bevrijdingsdag! ging het door me heen. Daar horen zon en warmte bij. Ik heb de vlag uitgehangen om het te vieren, maar terwijl ik dit schrijf is het alweer flink aan het regenen. Ik had met vrienden mee moeten gaan, die nu bij vijfendertig graden zitten te genieten aan de Guadalquiver, maar ik moet al vaak genoeg het eiland af en ik spreek de taal niet. Gek eigenlijk dat ik wel een aantal keren in Portugal ben geweest, maar nog nooit in Spanje. In Portugal spreek ik ook de taal niet, bijna niet. Net voor ik jou leerde kennen deed ik een cursus Portugees. Wat ik daarvan heb opgestoken ben ik grotendeels alweer vergeten, maar je komt daar met Frans een heel eind. In Spanje misschien ook wel, ik heb het nooit uitgeprobeerd. Misschien moet ik er toch een keer heen, maar op de een of andere manier trekt Portugal me meer. Ik denk graag terug aan ons reisje naar Lissabon en omgeving, aan die heerlijke uren in de botanische tuin en aan ons uitje naar het immer romantische Sintra. Lord Byron heeft er nog een tijdje gewoond. Dat paleis daar, met die kegelvormige schoorstenen, zou ik wel voor een tijdje willen huren, inclusief verzorging en bewassing natuurlijk, maar dan moet ik eerst een Engelstalige bestseller schrijven of de Staatsloterij winnen. Illusies genoeg, dat weet je. Als ik ooit een flinke prijs in een loterij win zit ik waarschijnlijk op hoge leeftijd in het Oudemannenhuis, geheel opgesloten in mijn eigen verleden, op het einde te wachten en als ik voor die tijd moet vertrekken, dan hoeft het ook niet meer. 


Wat zou ik eigenlijk met zo'n prijs doen? Mijn huis klimaatbestendig maken, wellicht, een keertje extra naar Portugal en Griekenland gaan en een Rijnreisje maken op zo'n varend hotel, waarvan ik nu en dan een groep toeristen rondleid door de stad. Meestal Amerikanen of Duitsers. Ik vind dat leuk om te doen, maar ik verbaas me weleens over het tijdstip waarop je zo'n Stadtrundgang moet houden. Op maandagmorgen om negen uur, bijvoorbeeld. Nou, dan krijgen die mensen een geweldige indruk van Dordtse gastvrijheid. Alle winkels potdicht tot twaalf uur, een doods centrum waar je een kanon kunt afschieten zonder iemand te raken en hooguit twee of drie horecazaken open, maar ook niet voor tien uur. Op maandag is bovendien de helft van de horeca dicht en op dinsdag de andere helft. Zondagmorgen negen uur is nog erger. Ik heb gelukkig sterke verhalen genoeg om die mensen toch een beetje te vermaken, maar als het dan ook nog eens regent, moet je als Stadtführer van goede huize komen. Gelukkig maar dat we samen die jaren in Düsseldorf hebben meegemaakt, daardoor kan ik met de taal nog steeds lekker uit de voeten.


Van je broer nog geen nieuws. Hij is, maar dat heb ik al geschreven, van de IC af en komt hopelijk een dezer dagen thuis om verder aan te sterken. Het zal een tijdje fysiotherapie worden, denk ik. Ik kreeg wel bericht dat je neef Vangelis is overleden. Nog geen maand nadat longkanker was geconstateerd. Ik kon niet naar de begrafenis, want in Griekenland hebben ze nog steeds de harteloze gewoonte om je op de dag na je overlijden te begraven. Weet je nog dat hij in Kilkis die disco was begonnen? Gelukkig ruim voor de financiële crisis. Na een poosje kon hij de boel goed verkopen en Rijnreisjes gaan maken, maar hij was nogal honkvast, anders hadden we hem wel een keer hier in Nederland gezien.


De dodenherdenking hebben we gisteren bij Visser gedaan. Keurig op tijd met de stamgasten en de jongelui twee minuten stilte gehouden. Een kort maar mooi ogenblik, omdat iedereen er serieus aan deelnam. Ook op het nabije Scheffersplein was het stil. Jammer dat dan toch nog één automobilist het niet kon opbrengen twee minuten te stoppen. Of het was een sukkel die niet kon klokkijken, dat kan natuurlijk ook. 


Domheid is nog alom tegenwoordig en als je het geklaag uit het onderwijs hoort, wordt dat alleen maar erger. Als je wil weten hoe dat komt, moet je mijn literaire dagboeken over de jaren tachtig maar eens lezen. Uit die tijd van bezuinigingen en kortzichtig beleid stammen nog veel van de huidige problemen. Ik kijk met veel plezier terug naar mijn onderwijstijd, als ik denk aan de vele leuke leerlingen die ik had, maar ook met afschuw, als ik me de mislukte fusies, het wanbeleid van de overheid en het niet aflatend gezanik van zogenaamde onderwijsvernieuwers (de duur betaalde zijlijnwerkers) herinner.


O ja, ik moet je ook nog even vertellen dat ik op de wachtlijst sta vanwege een liesbreuk. Die blijk ik al vele jaren te hebben, maar ik had er nooit last van, tot het na zo'n Stadtrundgang soms wat gaat drukken in de lies. Toen ben ik maar eens langs de dokter gegaan. Een wachtlijst dus, want we wonen niet voor niets in een van de rijkste landen van de wereld.


In gedachten, altijd,


Kees


Dordrecht, 5 mei 2023


Foto: auteur



 

maandag, mei 01, 2023

Rood!




1 mei, Dag van de Arbeid. In landen waar die wordt gevierd, vindt Waarnaar het een recept voor rellen en geweld. Hij verwacht de bekende beelden 's avonds wel weer in het televisienieuws te zien. Veel gezwaai en vooral gemep met rode vlaggen, traangas, leeggeplunderde winkels, een enkel brandend bankfiliaal en betraliede bussen vol opgepakte idealisten.


Hij denkt terug aan zijn studentenjaren. Toen was de Chinese massamoordenaar Mao Tse-toeng populair. Tegenwoordig moet je hem Zedong noemen, heeft iemand hem eens uitgelegd. Peking mocht ook niet meer, dat moest Beijing zijn. Beijing-eend! Hij vindt het niet klinken. Goed dus dat hij niet erg van de eenden is. Die Mao had een boekje gepubliceerd over zijn heilsleer, de Chinese variant van het communisme. Niet gedragen door het industrieel proletariaat, maar door de boeren. Van de boeren moest je het hebben. Hij denkt aan al die vlaggen die op hun kop in de polder hangen.


Dat boekje was rood. Als het Dag van de Arbeid was, of als ze demonstreerden voor meer inspraak door studenten, zwaaiden ze met dat boekje. Het was klein, handzaam en werd door vrijwel niemand gelezen. Dat zie je vaak onder gelovigen: zelden er zelf in gelezen en toch precies weten wat zo'n heilig boek verkondigt. En wie daarom lacht moet gekruisigd of liefst nog erger. Met die inspraak kwam het trouwens goed. Na veel vergaderen in commissieverband mochten de studenten mee beslissen over de kleur van de pleedeuren. Die werden uiteraard rood, als eerbetoon aan die geweldige Chinees.