Lieve
Stella,
Na
tien dagen wolken, met af en toe een spetter regen, zien we vandaag
een streepje zon. Het werd tijd. Mijn humeur klaarde er van op, al
ben ik van mezelf geen chagrijnig en klagerig type. Je zult mij ook
nooit in een korte broek in de stad zien. De laatste keer dat ik dat
deed, was ik een tienjarige padvinder. Nu, vijfenvijftig jaar later,
is het dik herfst. De bomen zijn prachtig aan het verkleuren, maar
het is wel de opmaat tot het seizoen van de dood. Demeter, die hier
gewoon Dimitra heet, is weer op weg naar haar tijdelijk verblijf in
Hades en je moet altijd maar weer hopen dat ze tijdig terugkeert.
Toen
ik op weg naar het Varken langs de Experimentele School kwam, werd ik
van achter het hek aangeroepen door een paar leerlingen: 'Meneer,
meneer, onze bal ligt onder een auto! Die Mercedes daar!' Ik heb die
bal onder de auto vandaan geplukt en hem met een zwierige boog, zoals
een fan van FC Dordrecht dat doet, teruggeschopt. Die kinderen
moesten eens weten, dacht ik, hoeveel voetstappen jij en ik op die
school hebben liggen. Jij toen je er Engels gaf, wij samen ten tijde
van de uitwisseling met mijn school in Dordrecht. Er werkt niemand
meer uit 'onze tijd', neem ik aan. Als ik zou binnenstappen, zou ik
vermoedelijk met enig wantrouwen worden bekeken. Welke docent kent
onze namen en foto's uit het herdenkingsboek voor het
vijfenzeventigjarig bestaan? Ja, jij staat nog wel in de lijst van
(oud)docenten op de internetpagina, maar voor de huidige leerlingen
is die tijd al bijna de oudheid. Zoals het gepraat over de oorlog, de
breuklijn in het leven van mijn ouders, voor mij als kind de oudheid
was. Ik moest zelf op zekere leeftijd geraken om te begrijpen hoe
actueel die periode nog voor hun was en waarom hij eigenlijk altijd
actueel is gebleven.
FC
Dordrecht blijft een zorgenkind. Het vorige seizoen verliep tamelijk
rampzalig en nu zit het weer in de kelder van de Eerste Divisie. Er
wordt meestal wel met enthousiasme en inzet gespeeld, maar vaak is de
selectie net een maatje te klein. Het is een jongensteam met beperkte
ervaring. Wat zou helpen is een oudere speler met inzicht en een
zeker pedagogisch overwicht, een soort Dirk Kuijt, maar dat kan Dordt
niet betalen. Ik maak mij zorgen over degradatie naar de Tweede
Divisie. Ik zou dan nog wel naar de wedstrijden gaan, maar ik vrees
dat degradatie de doodssteek is voor de club. Althans in zijn huidige
vorm. Dan moet de boel maar weer opgaan in de moederclub, DFC. Kan
het stadion worden gesloopt, zodat de gemeente er villa's kan laten
bouwen. Dat zo pakweg tweeduizend mensen dan hun tweewekelijkse
wedstrijd zullen missen, zal de meeste raadsleden worst zijn. Er
wordt regelmatig hoog opgegeven over Dordrechtpromotie en ja, er is
van alles verbeterd in de stad, maar er blijven altijd een paar
assepoesters. Ik denk dat het komt omdat het stadion aan de verkeerde
kant van de spoorlijn ligt en Beter Voor Dordt niet Het Beste Voor
Dordt blijkt.
Nu
Loxias er niet meer is, kom ik regelmatig bij Baraka. Mooi uitzicht
op het paleis van Galerius, muziek van Ross Daly, geen loeihard
sprekende tavlispelers, maar op beschaafde toon pratende bezoekers,
die soms gaan zitten schaken. Dat staat me weleens tegen in het
verder mooie Prinkipos, die schreeuwende mensen en die veel te luide
muziek, die dat tetteren noodzakelijk maakt. Zeg me niet dat dat de
leeftijd is, want te harde muziek en geblèr
in de kroeg staan me al vijftig jaar tegen, evenals die typisch
Nederlandse afzeikhumor.
Overmorgen
is het Ochidag en hebben we weer die parades. Zojuist denderden er
een paar straaljagers laag over de stad. Er moet namelijk worden
geoefend. Onderwijs en gezondheidszorg zijn grotendeels ingestort
door gebrek aan financiën, maar voor dat soort vertoon is altijd
geld te vinden. Desnoods betalen we de ambtenarensalarissen maar wat
later. Vlak voor ik aankwam hebben de buschauffeurs bijna twee weken
achter elkaar gestaakt, omdat hun salaris te laat werd uitbetaald.
Geweldig voor de taxibranche natuurlijk, maar je zal als arme,
autoloze bejaarde maar hier in de bovenstad wonen.
De
Grieken worden trouwens steeds zenuwachtiger door de agressieve,
nationalistische taal van de Turkse president Erdogan. Ze hebben
natuurlijk al decennia ruzie met de buren over het continentale plat
en de afbakening van het luchtruim en al die tijd is Turkije de
agressieve, provocerende partij. Je zou van een NAVO-bondgenoot goed
nabuurschap verwachten, bereidheid tot overleg en tot het desnoods
voorleggen van de conflicten aan het Internationaal Gerechtshof, maar
niets van dit alles. Turkije gedraagt zich hufterig, zoals de
grootste jongen op het schoolplein die alle anderen met zijn vuisten
intimideert. Omdat de Grieken even akelig nationalistisch zijn als de
Turken, kan er gemakkelijk een explosieve situatie ontstaan, vooral
nu Erdogan wel wat afleiding voor zijn binnenlandse problemen kan
gebruiken. Die prachtige Egeïsche
Zee als het nieuwe kruitvat van Europa. Ik ben er niet gerust op.
Gisteravond
heb ik in Baraka koffie en tsipouro gedronken met Haido, die het
laatste jaar in Loxias werkte. Ze is erg aangedaan door de sluiting.
Niet alleen omdat ze haar baan kwijt is, op zich al een ramp in het
Griekenland van nu, maar ook voor haar was Loxias een thuis. 'Ik loop
nog steeds niet door de straat,' zei ze met tranen in haar ogen. Ze
is op zoek naar werk, maar voorlopig moet ze thuis voor haar
inwonende grootmoeder en haar zieke moeder zorgen. Ze vertelde dat ze
lid is van een vereniging die de feestdagen van de Olympische goden
in ere houdt, met bijbehorende rituelen. 'Niet die extreem-rechtse
fanatiekelingen,' haastte ze zich te zeggen, maar meer een soort van
theatergezelschap. Later op de avond voegden zich nog twee Loxianen,
Giorgos (de liefhebber van Engelse literatuur) en Yiannis (de zwager
van jouw oud-leerling Aïdarinis, de wijnmaker), bij ons. Het was
goed hen weer te zien.
Vanmorgen
koffie gedronken met Menelaos, in de citadel, waar we een aardig
kafeneion vonden, met een mooie tuin. net achter de Byzantijnse
muren. Daar heb ik voor de zoveelste keer het verhaal van mijn
hartstilstand verteld. Het wordt routine, met steeds dezelfde
grapjes, want je moet zulke dingen een tikje luchtig houden. Ik
hoorde van Haido, die ook aan EHBO doet, dat er hoop en al twee AED's
in Thessaloniki zijn. Als het klopt is dat wel erg weinig voor meer
dan een miljoen inwoners. Ik heb in ieder geval geluk gehad dat het
me niet hier overkwam, want dan had ik het vrijwel zeker niet
overleefd, zoals Sofronis twee jaar geleden.
Na
de koffie naar het Agia Sofiaplein gegaan, waar ik geld moest
trekken. Daarna heb ik een tijdje in het Varken zitten schrijven. Ik
herinner mij de eerste keer dat ik bij het Varken kwam, toen de zaak
anders heette en nog niet was verbouwd. Het was het sjofele kafeneion
waar veel gepensioneerde onderwijzers kwamen. Nu is het een café
voor het sjiekere segment. Ik ga er al jaren 's morgens koffie
drinken als ik in de stad ben. Dan kocht ik onderweg een paar kranten
bij Newsstand, maar daar hadden ze vorige week ineens niets meer. 'Ik
ga sluiten,' zei de eigenaar, met wie ik vaak een praatje maak. 'Ik
kan het financieel niet meer volhouden.' Ik zag de kop van
Dijsselbloem voor me, die weer eens beweerde dat het beter gaat met
de Griekse economie. Ondertussen kan ik straks nergens meer een
Guardian en een Times Literary Supplement kopen.
Toen
ik gisteren een hapje ging eten bij Myrovolos Smyrni, kwam de baas
tot mijn verbazing aan met een papiertje met Hebreeuwse woorden, die
hij begon voor te lezen. Nu weet ik wel dat er regelmatig groepen
Israëliërs komen eten, die hun wortels in Thessaloniki hebben, maar
wat moet ík met Hebreeuws? Toen ik dat vroeg, bleek hij me te
verwarren met een Israëliër die ieder jaar het filmfestival bezoekt
en die nogal op mij schijnt te lijken. Ik word hier meestal wel voor
buitenlander aangezien, wat ik ook ben, maar voor Israëliër, dat is
nieuw. Ik droeg niet eens mijn zwarte, maar mijn bruine hoed. Ik
vraag me af hoe lang deze zaak nog zal bestaan. Ze hadden wat tafels
buiten (in de stoa), maar het binnengedeelte zat op slot. Van die
tafels waren er maar twee bezet, terwijl het volop Griekse lunchtijd
was. Het eten smaakte er niet minder om
In
gedachten, altijd,
Kees
Thessaloniki,
25 oktober 2016