Lieve Stella,
Vanmorgen stond een overlijdensadvertentie in De Dordtenaar van Anton Stoop (die achtentachtig jaar is geworden, maar dit terzijde), waarin een dichtregel van jou. Het ontroerde me. Ik zag het via het internet. Hans van Rijn maakte mij er op attent, want ik ben op het ogenblik in Athene. Ik schrijf dit op het terras van O Glykys, dat je je nog wel herinnert van onze bezoeken aan de stad. Ik vind het mooi dat jouw woorden, zoveel jaren na je overlijden, nog troost bieden. Het is een prettig terras, dat mij ook een beetje troost biedt op ogenblikken dat ik je mis, als ik alleen door Athene heb gezworven. 'Ben je eenzaam?' vroeg de jongedame die mijn bestaan nu en dan luister bijzet. Nee, dat ben ik niet, maar ik zou er heel wat voor geven als jij hier bij me kon zijn.
Gisteren heb ik het vliegtuig genomen. Op Schiphol. Ik arriveerde om een uur of tien. Omdat het toestel om twaalf uur vertrok, had ik tijd genoeg om na al het gedoe bij de controle koffie te drinken. Ik doe dat graag bij Het Paleis, maar daar was ik kennelijk nagenoeg onzichtbaar geworden. Hoewel het allerminst druk was, kwam geen enkele ober of serveerster de bestelling opnemen. Eén juffrouw zei goedemorgen in het voorbijgaan, maar daar bleef het bij. Na vijfentwintig minuten ben ik vertrokken. In de buurt van de gate was een aardig koffietentje. Wel zo makkelijk en ik denk nog goedkoper ook, al is niets op Schiphol echt goedkoop.
Ik heb met Aegean gevlogen. Er was nogal wat turbulentie. Misschien dat daarom het eten niets voorstelde. Doorgaans krijg je bij Aegean, die daarin een van de laatste der Mohikanen is, een maaltijd die voor luchtvaartbegrippen wel aardig is, maar nu...., een paar stukjes onbestemd vlees met kritharaki en een sausje dat nergens naar smaakte. Ik heb er vrijwel niets van gegeten en 's avonds de schade ingehaald bij Zorbas. Daar werd ik als de verloren zoon ontvangen. Het was er verontrustend stil, maar dat kan toeval zijn.
Ik ben hier ten eerste om Vaso en Alexis te zien. Alexis heeft mij opgehaald met de auto, zodat ik niet de metro van het vliegveld naar Monastiraki hoefde te nemen. De tweede reden is af te komen van mijn Griekse pensioentje, dat mij meer last dan profijt oplevert. Toen jij overleed had ik recht op een nabestaandenpensioen en in het begin was het een aardig extraatje, waarover ik in Nederland belasting betaal, want, zegt de Belastingdienst, dat wordt bepaald door het belastingverdrag dat Nederland met Griekenland heeft gesloten. In 1984, meen ik. Tot 2012 viel het in Griekenland onder de belastingvrije voet en hoefde ik daar geen aangifte te doen. Dat werd mij in het begin verteld, maar in Griekenland veranderde dus die voet, waardoor ik aangifteplichtig werd. Daarop heeft de Griekse fiscus besloten dat ik daar ook moet betalen, want zo is het volgens het belastingverdrag bepaald, zeggen ze op het kantoor in Thessaloniki. Beide diensten vinden dat ze gelijk hebben, waardoor er slechts een gering bedrag voor mezelf overblijft. Die fooi is de moeite niet waard en aangezien ik al lang droom dat ik helemaal niets meer te maken heb met de Griekse bureaucratie, heb ik al twee keer een aangetekende brief gestuurd met het verzoek dat pensioen te stoppen. Dan hoef ik ook geen aangifte meer te doen in Thessaloniki. Kennelijk heeft het ministerie veel prullenbakken, want ik kreeg geen enkele reactie.
Ik weet het, het is een luxeprobleem, maar het veroorzaakt niettemin nogal wat spanning. Jouw landgenoten eisen steeds weer andere verklaringen die, als de Nederlandse fiscus ze al afgeeft, moeten worden vertaald en van een apostille voorzien, waarna ze in Thessaloniki zeggen dat dit niet het papier is dat ze willen. Ik wil gewoon onbezorgd van Griekenland genieten, zonder al dat gedoe met die Derde Wereld-ambtenarij. Vandaar dat ik nu maar persoonlijk een verzoek tot stopzetting van het pensioentje ga indienen.
Ik logeer als gewoonlijk in Plaka. Niet in het luxe, maar dure Herodion, maar in het Adrian, vlakbij de Romeinse agora. Een sterretje minder, maar gerieflijk genoeg. De badkamers zijn net vernieuwd en er is voldoende toiletpapier. De zestiende september logeerde ik in het Courthotel in Utrecht, in kamer 105. Een paar dagen later logeerde ik in het Holland Hall in Upholland (Lancashire) in kamer 105 en nu in het Adrian zit ik opnieuw in kamer 105. Ik vind dat op de een of andere manier een goed voorteken, al zit ik straks bij Roos en Nikos op Skyros natuurlijk gewoon in mijn 'eigen' kamer 215.
Ik was in Utrecht voor de Nacht van de Poëzie. Die heb ik niet helemaal uitgezeten, want ik moest de volgende ochtend alweer vroeg met de trein terug naar Dordt, om een lezing te geven voor het Humanistisch Verbond, in Villa Augustus. Het ging over nostalgie en daar sluiten een paar verhalen uit mijn nieuwe bundel, Oude dromen, min of meer bij aan, ook al ben ik minder nostalgisch dan ik de mensheid soms wil laten geloven. Dat boek is op 28 september gepresenteerd in Visser en daar juichend ontvangen. Het is mooi geïllustreerd door buurvrouw Elvira, die ook het omslag heeft ontworpen.
In Engeland was ik op bezoek bij Sue en Bill P. Een tegenbezoek, want Sue (voor mij nog gewoon Susan D., het buurmeisje van oom Harold en tante Ann in Newton-le-Willows) was in juni in Dordt. Voor het eerst sinds 1969. Toen stond het oude postkantoor aan het Bagijnhof er nog, dat niet lang daarna door vandalen werd afgebroken. Iedere Dordtenaar van boven de vijftig is daar nog woedend over. Ze (Sue en Bill, niet die vandalen) wonen in Upholland, een dorp in de buurt van Wigan, in het armoedige noordwesten, waar veel industrie is verdwenen, maar waar landschappelijk veel is opgeknapt met geld van de EU. Dezelfde EU waar net iets meer dan de helft van die merkwaardige eilandbewoners nu uit wil. Dat de Engelsen een tikje krankjorum zijn, zie je bijvoorbeeld aan hun obsessie met veiligheid. We gingen een ritje maken met de fietsclub van Wigan. Ik moest en zou zo'n achterlijke helm op, terwijl het veel lekkerder rijdt onder mijn hoed. Na de Brexit wordt alles beter. Er zijn er veel die dat nog geloven ook. Ja, als alle boeren in 1963 op boer Koekoek hadden gestemd, waren ze nog veel rijker geweest dan nu.
Ik heb met Sue ook neef Brian in Newton-le-Willows bezocht, die het naar omstandigheden wel maakt, al is hij oud geworden. Ik niet natuurlijk. Ik draag een elfenring en blijf altijd drieëntwintig.
Ik moet je iets ergs vertellen: ik heb een e-reader gekocht. Voor op reis. Ik had een stapel boeken klaarliggen om mee te nemen naar Griekenland, maar ik was dat gesjouw al een tijd zat. Het leest niet fijn, maar het leest en het weegt niks. Als ik thuis ben ga ik direct weer aan de echte boeken, maar voorlopig ben ik gesteld. Ik lees nu Lord of the Rings. Of het de achtste of negende keer is, weet ik niet precies, maar het blijft fascineren. Weet je dat ik, lang voor ik je leerde kennen, twee cavia's had die Meriadoc en Peregrijn heetten?
Straks ga ik met Vaso en Alexis eten bij Zorbas. Daarna ga ik op tijd naar bed, want morgenochtend ga ik met Vaso naar de pensioenautoriteit, die zich in de buurt van het Omoniaplein schijnt op te houden. Vaso weet waar het is. Je hoort het allemaal nog wel.
In gedachten, altijd,
Kees
Athene, 3 oktober 2017
Foto: auteur