zaterdag, oktober 12, 2024

Gewoon met de veerpont





LESKIMO de Zyrcsée is het eenmanstijdschrift dat op ongeregelde tijden wordt uitgegeven door Johan Everaers uit Noordgouwe. Als er een nummer verschijnt stuurt hij het naar Warnaar, die dat zeer waardeert. Gisteren kreeg hij opnieuw een exemplaar in de bus. Onderwerp waren dit keer de eilanden die Johan bezocht. Een nummer dat een vervolg krijgt, denk Warnaar, want de ondertitel is 'Eilanden 1'.


Warnaar werd geboren en woont nog steeds op het Eiland van Dordrecht. In Dordrecht leeft nog sterk het gevoel onder de bewoners dat ze eilanders zijn. Een beetje ons kent ons. Warnaar merkt zelfs dat mensen van buiten, niet in Dordt geborenen, die houding langzamerhand overnemen. Hij houdt van zijn 'eilandgevoel'. Hij weet ook wel dat het onzin is, maar van Warnaar zouden al die bruggen en tunnels mogen verdwijnen, behalve de spoorlijn, mits er weer met stoomtractie gereden gaat worden. Gewoon over met de veerpont in een wereld die minder hijgerig en jachtig is dan de huidige. Warnaar dagdroomt graag.


LESKIMO gaat vooral over de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, het deltagebied dat Warnaar dierbaar is. Ook Texel komt aan bod en tot zijn genoegen wordt ook zijn eigen eiland genoemd. Hij leest eveneens over Tiengemeten, dat kleine eiland waar, toen er nog boeren boerden, geen verkeersregels bestonden en je als kleine jongen al rustig autorijden kon. Het is grotendeels overgegeven aan natuur en water. Dat gebeurt ook met delen van de Dordtse Biesbosch in het zuiden van zijn eiland. Warnaar weet niet wat daarvan te denken.


woensdag, oktober 02, 2024

Trots




We zijn weer thuis in Dordrecht, na een vermoeiende reis. We hadden maar een half uurtje vertraging in Wenen, wat de piloot door snel te vliegen vrijwel goedmaakte, de koffer kwam op Schiphol wonderbaarlijk vlot aangerold, de taxichauffeur was deze keer gemakkelijk te vinden, maar wat de reis zo vermoeiend maakte waren twee dingen.


Op beide vluchten van anderhalf uur zat ik in de buurt van een onophoudelijk hysterisch krijsende baby en hoewel ik mij goed van vervelende geluiden kan afsluiten en ik ook wel begrijp dat zo'n hummel zich ongelukkig voelt in een vliegtuig, was het wel een beetje veel van het goede en bedierf het het genot van business class vliegen enigszins. Het tweede probleem was het eindeloze lopen, in Wenen van de lounge naar de gate en op Schiphol van de B-pier naar de bagagekelder. Omdat ik een rugzak van een kilootje of tien had, begon mijn rug al snel op te spelen en leek het alsof er geen eind aan het lopen kwam.


Ik had dat laatste probleem kunnen vermijden. Steeds als ik incheck vragen ze, omdat ze me met een stok zien lopen, of ik hulp nodig heb om bij het vliegtuig komen. Dan ben ik een beetje te trots om 'ja' te zeggen. Ik laat die trots volgende keer maar thuis, denk ik.


Foto: auteur

zondag, september 22, 2024

Nog even




Lieve Stella,


Griekenland is een prachtig, zij het ietwat chaotisch land, maar niet erg geschikt voor iemand met mijn rugklachten. Alleen al het geaccidenteerde terrein om het maar eens deftig te zeggen, de kuilen en gaten in de trottoirs en de matras in mijn pied-à-terre. Dat laatste ligt niet aan Griekenland natuurlijk, maar is dom toeval. Daar tegenover staat een aantal voordelen van het Voorlopig Schrijfhuis. De rust en ruimte die ik er heb, het feit dat er regelmatig netjes wordt schoongemaakt, de supermarkt om de hoek, uiteraard de nabijheid van Konaki en de tot nu toe goede internetverbinding (dat is weleens anders geweest, maar nu werkt het prima). Ik twijfel soms of ik het appartement in Ano Toumba niet had moeten aanhouden, maar dan had ik me voortdurend zorgen moeten maken over de waterleiding (die bij de bovenburen is tot twee keer toe gesprongen, met alle nare gevolgen van dien), over de steeds maar stijgende energieprijzen, over het onderhoud van de cv-ketel, over de verzekeringen en uiteraard de onroerendgoedbelasting, die hier enfia heet. Met het geld dat dat alles uitspaart, kan ik hier gemakkelijk de huur betalen terwijl de zorgen voor mevrouw Olga en haar man zijn.


Gisteren had mijn rug het een beetje zwaar. Ik besloot aan het eind van de middag een borrel te gaan drinken bij Pringipos. Dat loop ik gemakkelijk aan, alleen was er toen ik naar huis wilde om daarna bij Konaki te gaan eten, geen taxi te krijgen. Bovendien stond er ook een familie met een peuter en die laat je met zo'n kindje natuurlijk voorgaan. Dan maar lopen dacht ik, maar die helling op viel tegen. Gelukkig is er halverwege, op de hoek van de Theotokopoulou en de Olympiados, een terras bij een soort cafetaria, waar ik even heb uitgerust met een frapé.

Het was druk op het terras van Prigipos, want in het weekeinde komt de ene buslading toeristen na de andere het Atatürkmuseum bezoeken. Erg groot is dat niet en zodra ze het hebben gezien strijken ze neer op de terrassen aan de Apostolou Pavlou, meestal om thee te drinken. Dan zetten ze uit gastvrijheid bij Prigipos een bandje met Turkse muziek op en hoor je overal om je heen Turks spreken, alsof je in het Thessaloniki van voor 1912 bent. Er kwam een bruidsstoet voorbij, luid toeterend zoals de gewoonte is, en op het terras begon iedereen spontaan te zwaaien en te applaudisseren. In Nederland wordt nogal eens gezeurd over die Turkse (of Griekse) trouwstoeten en hun geclaxonneer, hier is dat alleen maar reden tot vreugde. Weer een stel dat hoopt gelukkig te worden. Ach, dat brengt me natuurlijk direct weer bij de avond van zaterdag 28 juli 1990, toen wij de gelukkigen waren en dan word ik even wat melancholiek. Neem het me maar niet kwalijk.


Vrijdag zou ik met Anastasia en Socrates lunchen bij Odysseas. Tot mijn grote genoegen kwam Ioannis Kyprianidis (Loxias) onverwacht ook met zijn vriendin Efi. Hij had van Rita gehoord dat ik had gereserveerd. Uiteraard heb ik hen direct aan tafel genodigd. Het werd een kostelijke middag, vol herinneringen (Socrates en Ioannis zaten bij elkaar op de middelbare school) en uiteraard gesprekken over literatuur. Van Ioannis komt op 1 oktober een bloemlezing uit met vertalingen van Giacomo Leopardi. Van apotheker, via boekhandelaar en kafeneionhouder naar literair vertaler. Het verbaast me niets, want zijn Italiaans is uitstekend, hij heeft jaren in Italië gestudeerd en gewerkt, en zijn kennis van de internationale literatuur is fabelachtig. Hij heeft nog wat exemplaren liggen van mijn Griekse dichtbundel die hij binnenkort opstuurt naar Nederland. Wat ik er daar mee moet weet ik eigenlijk niet, maar ik kan ze moeilijk hier opslaan en ik wil er Savvas of Menelaos ook niet mee belasten.

Donderdag had ik ook al een lunch, bij Konaki, al weet je dat ik liever 's avonds eet en het 's middags met een minihapje doe. Wim van Til, oprichter van het Poëziecentrum Nederland, en zijn vrouw Meja kwamen een dagje naar Thessaloniki vanuit Kerkini. Dat is uitgegroeid tot een leuke traditie: als we toevallig in Griekenland zijn organiseren we een ontmoeting in Thessaloniki en dat is bijna ieder jaar wel een keertje het geval. Eigenlijk hadden we voor woensdag afgesproken, maar toen was het 's morgens flink aan het regenen en hebben we de afspraak maar een dagje verschoven. 


Het bezoek aan Kilkis is niet doorgegaan dus heb ik opnieuw een rustige zondag. Geluisterd naar OVT, al besteedden ze daar vandaag erg veel aandacht aan het ontstaan van elektronische muziek, een onderwerp dat me weinig interesseert. Ik heb ooit eens, heel lang geleden, bij de redactie geïnformeerd of men belangstelling had voor het moderne Griekenland en Cyprus. Het antwoord was vriendelijk afwijzend, hoewel ik toen nog volop in de radiocommentaren zat. Vooral het meewerken aan Met het oog op morgen was plezierig om te doen. Vorig jaar ben ik nog eens door een omroep gebeld, maar ik heb de boot afgehouden. Ik heb geen zin meer om de ontwikkelingen op dagelijkse basis bij te houden en neem liever wat afstand van de actualiteit. Ik ben tenslotte historicus en geen journalist. Wie weet schrijf ik nog eens een artikel voor Lychnari, maar op het ogenblik komt me niets voor de geest en ben ik te druk bezig met de geschiedenis van Dordrecht. 

Eigenlijk wordt het tijd om de drie delen Geschiedenis van Dordrecht, uitgeven door Verloren en het Stadsarchief grondig te herzien, want het laatste deel is alweer uit 2000, en iets te doen aan de rommelige structuur van deel II en III, maar voor zo'n project is uiteraard geen geld in een tijd dat de regering van ons steenrijke landje vindt dat er op bijna alles moet worden bezuinigd. 

Ik word weleens een beetje moedeloos als ik bedenk wat voor ellende het woord bezuinigen in mijn loopbaan, vooral in de jaren tachtig, als leraar heeft veroorzaakt. Die schandalige HOS-nota, het jarenlang geen salarisverhoging krijgen, de ene collega ontslagen na de andere. Ik heb twaalf jaar eerstegraads lessen moeten geven voor een tweedegraads salaris omdat de automatische bevordering naar een hogere schaal net voor ik afstudeerde werd afgeschaft. Ik kan me er nog steeds over opwinden. Ik vond het heel begrijpelijk dat jij 'nee' zei toen je een aantal uren Engels werd aangeboden, nadat je je had verdiept in de secundaire arbeidsvoorwaarden. Je ging liever vertalen. Het enige goede uit die tijd was dat je nog rustig in de docentenkamer een sigaar kon roken.


Ik ga straks mijn rug toch even provoceren door de helling op te lopen naar kafeneion Melkiades om daar met een tsipourootje of een glaasje wijn te genieten van het uitzicht over de stad in het prettige vooruitzicht dat ik daarna alleen maar naar beneden hoef te lopen. Nog even genieten van de nazomer!


In gedachten, altijd,


Kees


Thessaloniki, 22 september 2024


Foto: auteur


woensdag, september 18, 2024

Verstandscrisis




Lieve Stella,


Vanmorgen kreeg ik een e-mail van het 'team aanbodselectie' van NBD Biblion, de club die recensies schrijft op grond waarvan bibliotheken hun aankopen baseren. Ze gaan de Griekse en Cypriotische besognes niet behandelen. Letterlijk schrijven ze: 'De reden hiervoor is: Voor deze titel verwachten wij te weinig belangstelling van de gemiddelde openbare bibliotheek.' Ik heb eens opgezocht hoeveel Nederlanders vorig jaar naar Griekenland of Cyprus op vakantie gingen. Meer dan een miljoen! Ik denk dat er een andere reden achter zit: meneer geeft iets in eigen beheer uit, via een Dordtse boekhandel, dus dat kan nooit wat zijn, anders had hij wel een echte uitgever gevonden. Nu zijn de kosten van het boek er ruim voor de presentatie al uit en zit ik niet op die paar euro's leengeld per jaar te wachten, dus ik reageer er verder maar niet op, ook niet op de mededeling dat terugsturen van de twee recensie-exemplaren te duur is. 


Gisteren ben ik helemaal naar Odysseas in de Kastritsiou gelopen, want de kuiten zijn wel weer aan de hellingen gewend. Ik heb de Agias Sophias genomen. Die is wel erg steil, maar dan kom ik langs de Experimentele School, waaraan wij beiden zoveel herinneringen hebben. Jij als docente, ik vanwege de schooluitwisseling in de jaren negentig. Nu is iedere collega die er toen werkte dood of met pensioen en zouden ze raar opkijken als ik ineens binnenstapte, maar in de twee jaar na jouw overlijden, toen Vasilis Chatzivassiliou directeur was, wipte ik nog weleens aan als ik in Thessaloniki was. De laatste keer dat ik nog wat mensen sprak uit de tijd van de uitwisseling was tijdens de viering van het 75-jarig bestaan in 2009. Ik zag dat ze net weer al die ziekelijke graffiti, die Thessaloniki zo ontsiert, op de schoolmuren hebben overgeschilderd. 

Een aardige herinnering uit de uitwisselingstijd. Twee van onze vwo-4 leerlingen waren zo verliefd op elkaar dat ze voortdurend liepen te zoenen. Op een gegeven ogenblik nam de toenmalige directeur, de heer Katramados, mij apart om te vragen of ik niet wat aan dat zoenen kon doen, want hij vond het maar een slecht voorbeeld voor zijn leerlingen. Ik heb ze toen gezegd dat als ze wilden zoenen ze het beste achter de boom op het schoolplein konden gaan staan in plaats van ervoor. Die jongen is nu een gerespecteerd doctor in de farmacologie, wat er van dat meisje geworden is weet ik niet, de verkering ging op een gegeven ogenblik uit en je kunt nu eenmaal niet van al je oud-leerlingen weten wat ze in het latere leven zijn gaan doen.


Rita en Sofia begroetten me allerhartelijkst en het aardige bij Odysseas is dat ik er altijd wel een bekende zie. Dit keer de advocaat Ioannis Androutsos. Altijd handig om een dikichoros te kennen want je weet het maar nooit met de bureaucratie hier. Vroeger vroeg ik weleens raad aan Artemis Kambas, maar die is vorig jaar benoemd tot rechter en heeft dus geen advocatenpraktijk meer. Het was aangenaam Ioannis na jaren weer eens te spreken. Hij was net als ik stamgast van Loxias, maar na de sluiting was hij een poosje uit beeld. Met Rita en Sofia is een beetje de sfeer van Loxias terug, of liever: de uitstekende keuken en de muziek die er vaak werd gespeeld, maar daar was de zaak wel veel groter. Als je wil eten bij Odysseas moet je vooraf reserveren anders is er alleen plek aan de bar en dat eet minder prettig. Voor ik de Kastritsiou insloeg ben ik even doorgelopen om te zien of Boneli nog bestaat. Gelukkig wel. Misschien koop ik er voor mijn vertrek nog wel een hoed. 

Volgens de kranten komt het eerste lijntje van de metro, van het treinstation tot Nea Helvetia, in november in bedrijf, maar dat was aan het station Agias Sophias niet te zien, daar is de boel nog volop met hekken afgezet, maar wie weet. De bouw heeft maar vijftien jaar vertraging opgelopen, of misschien nog wel langer, want ik weet niet meer precies wanneer hij volgens de planning gereed zou zijn. Het valt natuurlijk ook niet mee te bouwen in een land waar iedere kuil die je graaft wel een archeologische vondst herbergt en die moet dan uiteraard onderzocht worden. Men zegt dat het treinen zonder bestuurders worden. Dat lijkt me heel eng. Ik zal er weinig gebruik van maken, want er is nog geen lijn naar de Ano Polis en evenmin naar Ano Toumba. Ik doe het hier nog wel even met de taxi.


Ik heb zojuist naar de troonrede geluisterd. Weinig nieuws onder de zon, want de meeste kabinetsplannen waren al uitgelekt, maar het is wel wrang de koning waarderende woorden te laten zeggen over de sportprestaties van Nederland bij de Olympische en Paralympische Spelen, terwijl er stevig op sport bezuinigd gaat worden. Ik vraag me weleens af wat die man bij het uitspreken van zulke woorden moet denken. Dat iemand zin heeft om zo voor marionet te spelen! Het levert natuurlijk financieel wel wat op, al is de familie rijk genoeg van zichzelf om nooit, maar dan ook nooit te hoeven werken. Ik vind het, ik heb het je weleens eerder gezegd, geloof ik, vooral zielig voor die leuke prinsessen, die in een glazen huis moeten leven terwille van een sprookje voor de simpele geesten die op koningsdag met een oranje opblaaskroon op hun kop gaan lopen. Je zou die meiden in hun jonge leven gewoon een hoop wild plezier gunnen en niet dat een beetje voor aap moeten zitten als je pa een verhaal voorleest dat hij niet eens zelf heeft mogen schrijven.

Bij Konaki zat gisteravond een Duitse familie op het terras. Zo kwam ik er achter dat Rania wel goed Engels maar geen Duits spreekt. Ik moest even aan Visser denken, waar ook iedereen Engels spreekt, maar evenmin Duits. Er waren tijden dat we ons als Nederlanders op de borst klopten vanwege ons uitstekende talenonderwijs. Nu ja, als je les had van meneer Van Dalen of meneer Eckhardt dan leerde je niet veel, maar ik had dan weer het geluk dat mijn vader goed in talen was en Engels sprak ik al beter dan de leraar toen ik begon aan de middelbare school. Soms moet je gewoon de juiste familie hebben, maar wij kregen op school dus verplicht drie talen en daar heb ik later, toen ik geschiedenis ging studeren, heel veel plezier van gehad. Nog steeds trouwens, maar wat doen we in Nederland? We stellen alleen het Engels verplicht met als gevolg dat de meeste jongens en meisjes zodra ze over de oostgrens verblijven halve analfabeten zijn, om niet te spreken bij een bezoekje aan Brussel of Parijs. Als ze een taal willen leren nemen ze liever iets exotisch als Spaans of Japans, maar dan weer geen Nieuwgrieks.


Laat ik me niet druk maken. De rechts-extremisten waar we nu mee zitten opgezadeld hebben nog veel idiotere plannen. Minder buitenlandse studenten, terwijl de universiteiten erom schreeuwen, want er zijn onvoldoende Nederlandse studenten en het gaat nu prima met die universiteiten. Dat hoorde ik vanmorgen van de bestuursvoorzitter van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze willen ook een asielcrisis uitroepen, terwijl daar geen enkele juridische grond voor is. Er heerst een verstandscrisis in het kabinet! Het Centraal Planbureau en nog een paar van dat soort nuttige instellingen waarschuwden vanmorgen ook ernstig voor de negatieve gevolgen van de plannen van die club. Een mevrouw van het MKB uitte eveneens op de radio haar diepe zorgen, maar het gefrustreerde deel der natie stemt straks weer gewoon op extreem-rechts, want de eigen bijdrage voor de zorg gaat omlaag en misschien krijgen we eindelijk nog een keer het 'kwartje van Kok' terug. Ik ga naar de kroeg, het is mooi geweest.


In gedachten, altijd,


Kees


Thessaloniki, 17 september 2024


Foto: auteur


zondag, september 15, 2024

Teringherrie




Lieve Stella,


Wat me altijd opvalt in Griekenland is het vreselijke verkeersgedrag. Onderweg van het vliegveld naar het Voorlopig Schrijfhuis werd de taxi, die zelf ruim over de honderd reed, ingehaald door een motor waarop een knul in t-shirt en korte broek, met achterop een meisje in een flodderig zomerjurkje. Beide zonder helm. Met ruim honderdveertig per uur slalomden ze over de drukke Periferiako en raakten al spoedig uit zicht. Gisteren stoof een rood autootje in vliegende vaart over het nauwe paadje voor het huis naar de hoofdweg. Dat er niemand liep was een gelukkig toeval. Er wordt geracet, gejakkerd, door rood gereden en tegen de rijrichting ingegaan dat het een aard heeft. Ik zie het al zevenendertig jaren hoofdschuddend aan, maar het zal wel nooit veranderen, de vele, vele verkeersdoden ten spijt. Volgende week rijd ik met nichtje Eleni mee naar Kilkis om daar de familie te bezoeken. Ik houd nu al mijn hart vast.


Zo, even geklaagd. Ik werk regelmatig aan het volgende deel van mijn literair dagboek en ben nu in de zomermaanden van 1989 bij jou in Thessaloniki. Ook toen ging het al over de ergernissen van het verkeer. Weet je nog dat we die zomer met jouw Zastava Yugo 45 eerst naar Athene reden en daarna Pelion bezochten? Voor we Pelion aandeden bezochten we Arachova en Delphi. Ik heb nog steeds de poster met een foto van Miliès hangen die jij ergens kocht en later inlijstte. Ik zou graag weer eens naar Pelion gaan, maar ik moet er niet aan denken hier een auto te huren (zeker niet nu ik al ruim vier jaar geen auto heb gereden) en met het openbaar vervoer lijkt het me, met mijn rug, niet echt te doen. Dan moet ik eerst met de trein (deze week twee bijna ongelukken en de arrestatie van een machinist en een stationschef) naar Larissa, daar overstappen naar Volos en dan met een bus. Laat maar, denk ik dan, al kan ik natuurlijk ook een taxi nemen. 

Ik moet overigens niet te veel over mijn rug klagen, want met vier paracetamolletjes per dag valt een en ander goed te doen en dat alweer bijna een half jaar na de laatste behandeling in de pijnpoli. Het zou natuurlijk geweldig zijn als ik op een ochtend wakker werd en die rugwervel terug op zijn plek zou zijn geschoven, maar dat dat gebeurt is even waarschijnlijk als wanneer we iemand over water zien lopen.

Gisteren ben ik voor het eerst naar Baraka geweest, met een taxi, want ik was een beetje te lui om te lopen en bovendien doen mijn kuiten zeer van het helling op, helling af. Over een paar dagen is dat over, maar goed, taxi's zijn goedkoop dus waarom niet? In Baraka was het, op wat studenten na, rustig. Ik heb lekker zitten lezen in The Story of Russia van Orlando Figes, een boek dat eigenlijk iedere politicus zou moeten lezen om iets te begrijpen van de haat van tsaar Putin jegens het Westen. Ook wat Karel van het Reve over Rusland en de Russen schrijft, al is dat soms wat gedateerd, is verhelderend, maar wie leest in Nederland nog Karel van het Reve? 

Politici! Kees Buddingh' schrijft ergens: 'Er zijn twee soorten politici: zij die in hun leugens geloven en zij die niet in hun leugens geloven.' Ik weet niet precies meer waar het staat, maar het is niet onaardig. Onze Kees had het niet zo op politici, uitgezonderd een aantal plaatselijke. Ik heb dat ook. Jegens veel politici (al zijn er ook integere, ik ben niet van dat 'het zijn alleen maar Haagse zakkenvullers', wat dom geklets is van PVV en erger stemmers) heb ik een gezond wantrouwen, maar dat geldt veel meer voor de landelijke dan voor de Dordtse. Ik zal nooit van mijn leven VVD stemmen, maar ik vind bijvoorbeeld dat de Dordtse VVD wel een positieve rol in het stadsbestuur speelt. Ik kan met de meeste lokale VVD-raadsleden uitstekend opschieten, waardoor ik steeds weer verbaasd ben dat diezelfde partij op landelijk niveau collaboreert met de PVV, waarvan het fascistoïde gedachtengoed zonneklaar is. Zou dat komen doordat de VVD geleid wordt door een mevrouw die duidelijk wel in haar eigen leugens gelooft? 

Genoeg! Ik mijd in de kroeg zoveel mogelijk het gesprek over politiek, maar nu aanstaande dinsdag (Prinsjesdag) ons extreem-rechts gekleurde kabinet zijn eerste rampenplannen gaat aankondigen, moest ik even. Wat zullen al die mensen die rechts hebben gestemd in de hoop dat 'de zon weer gaat schijnen' op hun neus kijken. Minder Wilders, minder PVV, minder populistisch geblaat, het zou een zegen voor het land zijn.

Van Elvira, die voor ons huis zorgt, hoorde ik dat het na een paar herfstige dagen in Dordrecht ook weer een aardige dag is. Hier wordt het een graad of zesentwintig. Ideaal voor een kalme zondag. Ik zou naar Menelaos gaan, die herstelt van een operatie (nieuwe knie), maar hij liet weten vandaag met Zina naar Doxato te vertrekken. Ik denk dat ik maar rustig in mijn buurtje blijf. Lekker lezen op mijn balkon, al heb je daar wel hinder van het verkeer over de hoofdweg. In mijn dagboek uit 1989 klaag ik volop over de herrie in Thessaloniki. Ik ben er inmiddels aan gewend en tegenover het kabaal staan veel aantrekkelijke facetten van de stad, maar zo'n brullende, voorbij stormende motorfiets blijft een ergernis. Meestal mannen met een erg klein piemeltje die toch indruk willen maken, zeggen we dan in de kroeg. Ik denk dat dat best zou kunnen, want waarom anders je medemens die teringherrie aandoen? 


In gedachten, altijd,


Kees


Thessaloniki, 15 september 2024


Foto: auteur



donderdag, september 05, 2024

Akkerbouwer




Hoewel ik een geboren en getogen Dordtenaar ben en ik niet van plan ben deze stad en dit eiland ooit nog te verlaten, liggen er nogal wat wortels van mijn familie buiten de oudste stad van Holland.

Allereerst werd mijn vader geboren in Rotterdam, al stamt onze tak van de familie Klok uit het hertogdom Gelre en met name uit Nijkerk. 

Inderdaad, daar heb je tegenwoordig wolven. Mijn grootvader vertrok uit Nijkerk vanwege zijn werk. Hij was machinist bij de spoorwegen, nog op zo'n kloeke stoomlocomotief. Op een gegeven ogenblik kreeg hij als standplaats Rotterdam, waar hij in de kost ging bij een jonge weduwe met drie kinderen. Hij trouwde die weduwe en kreeg met haar mijn vader. Mijn oma, Sophia Groeneweg had rood haar en werd daarom 'rooie Fie' genoemd. Dat heeft helemaal niets met dit verhaal te maken, maar voordat ik grijze haren kreeg, zaten er heel wat sporen rood in mijn baard, hoewel ik verder het melkboerenhondenhaar heb van de kant van mijn moeders familie.

Aan die kant van de familie heb ik een grootmoeder Magcheltje Rijkhoek die werd geboren in 's Gravendeel (een voorvader was er ooit schout) en een overgrootmoeder die het levenslicht zag in wat tot 1971 Dubbeldam was. Anna Recourt was haar achternaam. In de familie ging het verhaal dat we vanwege die naam af zouden stammen van Hugenoten, maar het bleek lage Waalse adel uit de buurt van Luik (donc nous ne sommes pas de la rue !).

Door het toeval dat mijn grootvader aan moeders zijde tijdens de Eerste Wereldoorlog de neutraliteit van het vaderland moest handhaven, kwam mijn oma terecht in een huis op het erf van de vlasserij van haar vader aan de Schenkeldijk, gemeente 's Gravendeel. Daardoor heeft mijn oer-Dordtse moeder als geboorteplaats 's Gravendeel, een plaats waarvan mijn grootvader mij als kind vertelde dat de mensen er 'op verrekes' reden. Deze grootvader was, voor hij melkboer en grutter werd, zeeman. Ik heb het dus wel met mijn opa's getroffen. Zij spraken als kind zeer tot mijn verbeelding en ik voel me nog steeds schuldig dat ik het pijp- en sigarenroken eraan gegeven heb, maar ik ben naar beide vernoemd, dus hopelijk komt het in het hiernamaals toch weer goed.

In de 's Gravendeelse tak van de familie bevonden zich enkele ooms die landbouw bedreven. Als kind ging ik regelmatig op de diverse boerderijen in Strijensas, Mookhoek of Zuid-Beijerland logeren. Ik vond boer worden ook wel wat en reed op mijn veertiende al vlot tractor, al mocht ik tot mijn zestiende daarmee wel het land, maar niet de weg op. Toen ik studeerde ging ik in de zomer nog weleens helpen met oogsten. Dan reed je met tractor en kar naast de combine, die via een slurf die kar volstortte met graan, waarna je fluks koers zetten naar de dichtstbijzijnde silo om te lossen.

Tenslotte ben ik schoolmeester gewordenen en daarna onderzoeker, schrijver, vertaler en sinds enkele jaren stadsgids, maar mijn sympathie voor het akkerbouwbedrijf ben ik nooit kwijtgeraakt.


Foto: archief auteur


zaterdag, augustus 17, 2024

Fischer & Kahn




Zes jaar lang hadden Stella en ik een soort van weekendhuwelijk. Zij werkte op het Griekse consulaat in Düsseldorf en ik gaf les aan de scholengemeenschap Noordendijk in Dordrecht. In die jaren huurde ze een penthouse in een vooroorlogs flatgebouw aan de Kennedydamm, dat aan de verwoestingen van de oorlog was ontsnapt. Vijf trappen op zonder lift, uitstekend voor de conditie.


De ene week op vrijdagavond kwam zij met de auto naar Dordrecht, om op zondagavond, of maandagmorgen, net zoals het uitkwam, terug te rijden naar Düsseldorf. De andere vrijdagmiddag stapte ik op de trein om naar haar toe te gaan. De spoorwegen hadden toen een veel betere dienstregeling dan nu. Je stapte in Dordt in de trein naar Keulen en hoefde in Duitsland, in München-Gladbach, maar een keer over te stappen. De lesroostermakende conrector had begrip voor onze situatie en zorgde er altijd voor dat ik op vrijdagmiddag geen lessen had. In ruil daarvoor zeurde ik nooit over het aantal tussenuren in mijn rooster, een pijnpunt voor menig docent.


Dichtbij ons penthouse was het Nordpark aan de Rijn. Daar lag een partyschip 'Fischer & Kahn' dat, als er geen feesten waren, open was als kroeg voor de buurt. Al snel werd dat mijn Duitse stamkroeg wat heel goed was voor mijn Duits en iets minder voor de buikomvang. In de schoolvakanties verbleef ik doorgaans in Düsseldorf, behalve in de kerst- en zomervakanties, dan gingen we naar ons huis in Thessaloniki.


Ik mag graag terugdenken aan onze Duitse jaren, die er mede aan bijdroegen dat ik nu regelmatig tamelijk moeiteloos aan bezoekers uit Duitsland de mooie en interessante plekken van Dordrecht kan laten zien. Bij mijn laatste bezoek aan Düsseldorf, een jaar of vier geleden, was Fischer & Kahn verdwenen. Niets blijft ooit hetzelfde.


Foto: auteur



dinsdag, augustus 13, 2024

Universitair docent




Foutje, denkt Warnaar. Ik had de stiltecoupé moeten nemen. De man die tegenover hem plaatsneemt begint direct te praten. 'Warm hee, vandaag! Tijd voor de korte broek.' Warnaar kijkt met weerzin naar de onflatteuze, korte broek van de man, naar de buik die er overheen hangt en naar het warrige, sluike haar dat als een krans om zijn kalende kop hangt.


De man haalt een boek tevoorschijn uit een linnen tasje dat volgens Warnaar nog nooit een wasmachine heeft gezien. Hij zwaait ermee voor Warnaars neus. Het is een boek van Midas Dekkers. 'Voor me werk,' verklaart de man, 'deze kon ik namelijk nog niet.' Warnaar knikt, maar zwijgt. Hij vindt de man een groezelig, opdringerig type. 'Die mot ik leze voor de universiteit. Ik geef daar les in diergeneeskunde.' Vandaar misschien de eerste klas, denkt Warnaar. 'Ik mot vandaag langs een boer, die hep zieke koeien. Ik mot daar naar kijke, want ik ben ook dierenarts, doet ik d'r zo'n beetje bij.'


Warnaar vraagt zich af waarom hij met de trein reist. Boeren zijn doorgaans met het openbaar vervoer lastig te bereiken. Hij schuift ongemakkelijk op zijn stoel. 'Die Dekkers ken lekker schrijve, ik lees wel meer van hem. Ik gaat hem vragen op de uni, kenne me studenten wat van leren. Hij hep ook gezonde humor.' De trein rijdt een spoortunnel in en stopt even later op Rotterdam-Blaak. Warnaar knikt nogmaals. Hij stapt uit en een balkon verder weer in. Daarna neemt hij het trapje naar de stiltecoupé.


Foto: auteur

maandag, juli 29, 2024

Nergens haast mee




Lieve Stella,


Er liggen zeven maanden tussen mijn vorige en deze brief. Maanden met veel, heel veel water. Soms regende het zo overvloedig dat de tuin dagenlang blank stond. Niet de hele tuin, maar het achterste deel dat in een soort van put ligt. Nu schijnt de zon en is het zomaar een paar dagen fatsoenlijk zomerweer. Uitzonderlijk, want tot nu toe hadden we een bizar slechte zomer. Ik was bang dat zelfs ons prachtige Big Rivers Festival zou verregenen, maar zie, we hadden een beetje geluk. In de ochtenden regende het, maar tegen de tijd dat op vrijdagavond en zaterdag- en zondagmiddag de festiviteiten begonnen, was het weliswaar onaangenaam kil, maar droog. Je gelooft het niet als je er niet zelf bij was geweest.


In april ben ik de Hollandse blubber en grauwheid ontvlucht door een maand naar Griekenland te gaan. Drie weken in Thessaloniki, weer heel aangenaam in het pied-à-terre in de bovenstad, en een weekje in Vaso haar flat in Athene. Op zich zit ik daar ook prima, niet te hoog, rustige buurt, vijf minuten lopen van een metrostation, maar toch voelde ik me er niet helemaal senang. In het trappenhuis ontbreken leuningen en als de lift niet zou werken, zou ik niet weten hoe ik zonder hulp die trap af kom met die rug en de stok waarmee ik doorgaans loop. Ik vind het een vreemd bouwkundig gebrek en ik begrijp niet dat er niets aan wordt gedaan. Vaso is nota bene, naast te zijn afgestudeerd in de financiën, de Europese studies en de informatica ook nog eens civiel ingenieur. Niet dat zij dat alleen kan beslissen, daar gaat uiteraard een vereniging van eigenaren over, maar ze zou een voorzet kunnen geven. Misschien door te wijzen op die oude, wat moeizaam lopende oom die met enige regelmaat in de flat trekt. 

Een en ander verhindert me trouwens niet om zo af en toe te stadsgidsen. Ik vind dat nog steeds leuk om te doen en sinds ik in mei weer een behandeling bij de pijnpoli heb gehad, houdt de rug zich redelijk. Ik slaap nog steeds zonder pijnstillers en een wandeling van een uur of twee is wel te doen, zij het met het in- en uitschuifbare hulpstuk. Ik moet daarna wel even rust nemen, wat ik doorgaans doe in het onvolprezen Visser. Sommige mensen denken dat ik daar woon, maar wij weten wel beter. Ik moet tenslotte ook nog eens studeren, schrijven en Youtube-praatjes in elkaar zetten en dat kan allemaal niet in Visser. Daar schuiven onmiddellijk allerlei bekenden aan, wat heel gezellig is en waarvoor ik eigenlijk ook kom. Als ik serieus wil lezen of aan een artikel wil werken kan ik dat beter thuis doen of in een cafe waar ze me niet kennen, maar waar vind je dat in Dordrecht?


We hebben er weer nieuwe horeca bij. Een soort speak easy die 'l Archiviste heet. Verborgen achter een boekenkast met een geheime deur gaat een stijlvol restaurant met een heerlijke tuin (voor als het weder het toelaat) schuil. De zaak zit tussen de bibliotheek en Galerie Witt, aan de Groenmarkt. Vroeger zat er een Italiaanse ijsboer. Die noemde zich La Venezia, maar het echte La Venezia zit natuurlijk aan de Vest. Of er tussen die twee zaken een connectie was weet ik niet. Bij het echte La Venezia kun je tegenwoordig waterfietsen en peddelsurfplanken huren en dan kun je de Spuihaven op en neer, van de dam bij het Achterom tot het gemaal bij de Noordendijk. Toen ik jong was, was dat open water, de zand- en grindschepen van de firma Schenk voeren nog regelmatig naar de loswal achter de molen (alleen oude Dordtenaren en mensen met enige historische kennis weten wat ik bedoel, de rest gaat maar goegelen) en de Vriesebrug kon nog open. Ik heb het als kind vaak genoeg gezien, maar we dwalen vreselijk af.

Omdat het gisteren vierendertig jaar geleden was dat wij in Thessaloniki trouwden, ben ik met een goede vriendin bij 'l Archiviste gaan eten. Prima Franse keuken en niet te gek duur. Daarna hebben we bij ons thuis nog tot drie uur wijn en ouzo zitten drinken, tot ik in mijn stoel in slaap dreigde te vallen en zij een taxi naar huis heeft genomen. Ik was vanmorgen 'wat vermoeid' zoals we dat noemen, maar een paar bakken koffie en een lauw stortbad maakten het hoofd weer helder. Als beloning voor mijn goede gedrag viel vandaag de definitieve aanslag van de inkomstenbelasting in de bus. Ik had er op gerekend, de centen liggen klaar, in zo'n mooi, bruin envelopje waarin ik in de paar maanden dat ik op kantoor bij rederij Koenigsfeld werkte mijn salaris kreeg. Ik hoef er alleen maar mee naar het belastingkantoor te fietsen. Ook al uit Dordrecht verdwenen, het belastingkantoor, dus hoe pakken we dat aan?

De Griekse belastingaanslag heb ik ook al betaald. Ik heb het opgegeven de ambtenaren van belastingkantoor (ja, ja, daar hebben ze er in Thessaloniki nog verschillende van) nummer vier te overtuigen van het feit dat ik eigenlijk alleen in Nederland inkomstenbelasting hoor te betalen, ook over mijn Griekse pensioen. Dat zou alleen nog maar kunnen door een rechtszaak te beginnen, maar als ik naar een advocaat moet, blijft er van dat bedragje helemaal niets over. Het bespaart me ook ieder jaar zo'n tweehonderd euro die ik anders uitgaf aan het vertalen van een woonplaatsverklaring, een bewijs van Nederlanderschap en alle aanklevende apostilles.


In maart verscheen mijn jongste dichtbundel Voor je het weet bij Liverse. Er staat weer heel wat Griekenland in en ook heel wat Stella. Je blijft mijn belangrijkste inspiratiebron, al schrijf ik ook weleens over andere dingen. Een paar weken geleden was ik bij een boekpresentatie in Rotterdam, in die voor dat soort dingen veel te krappe boekwinkel van Van Gennep aan de Oude Binnenweg. Ik was samen met Heer Uitgever en zijn vrouw. De auto stond helemaal bij het Groothandelsgebouw geparkeerd en tijdens de wandeling naar de winkel bedacht ik wat ik altijd bedenk als ik in Rotterdam ben: wat een rotstad. Daar heb ik toen maar eens een snedig gedicht over geschreven. Wie weet publiceer ik het nog weleens ergens.

Ondertussen werk ik alweer aan een boek. Aan Griekse en Cypriotische besognes. Dat wordt een bundeling van artikelen en columns die ik voor het Griekenland Magazine schreef. Een selectie uit wat ik daar tweeëntwintig jaar lang in publiceerde. Na al die jaren is er in dat blad geen plaats meer voor mijn columns, want ze willen 'vernieuwen'. Toevallig vond ik het zo langzamerhand ook welletjes om steeds weer leuke dingen te bedenken, dus ik zit er niet mee, maar het is wel een mooie aanleiding voor een boek.

De uitgave houd ik geheel in eigen hand. Ik wil weleens zien hoe dat gaat en ik denk dat ook zonder uitgever het boek zijn weg naar de belangstellende lezer zal vinden. Het is wel een gedoe. Eerst de opmaak, via een sjabloon dat net even anders werkt dan mijn computerprogramma gewend is, zodat ik allerlei dingen die automatisch zouden moeten gaan, handmatig moest invoeren. Ik heb dat nooit eerder gedaan, dus de eerste drukproef zag er niet uit. Een omslag ontwerpen ging gemakkelijk met een programma dat ze je bieden, maar toen ik nog wat wilde veranderen ging het mis en heb ik twee dagen zitten tobben voor die veranderingen 'ingeladen' waren. Ik wacht nu op de nieuwe drukproef. Post.nl liet weten dat ze die morgen bezorgen, dus dat wordt wel donderdag of vrijdag die firma kennende. Gelukkig heb ik nergens haast mee.

Het is mooi geweest, deze brief. Ik ga naar het terras, even klagen dat ik het zo zwaar en moeilijk heb bij een sappig wijntje. Of zal ik het vandaag maar bij een spaatje rood houden?


In gedachten, altijd,


Kees


Dordrecht, 29 juli 2024


Foto: auteur



zaterdag, juli 13, 2024

Twee jaar



 Twee jaar


voor Wendy L.


Jong ruiste de beek 

toen we hielpen bij

het zomerkamp van de 

Newton-le-Willows scouts,


rechterhanden van mr. Keene

en mr. Farthing die soms 

zijn naam eer aandeed

al was het goed bedoeld.


De inspectie 's morgens

van de bedauwde tenten,

staf onder de arm, de knapen

benauwd voor corvee.


Er was altijd wel iets 

aan te merken want

iemand moest de aardappels

schillen en de afwas doen.


Onder het toezicht bij

het touwbrugbouwen

(de dikste welp moest eerst)

dachten we aan het kampvuur


die avond met de meisjes

van het buurkamp. Dat leidde

tot een hopeloze liefde op afstand 

die zomaar twee jaar duurde.



Foto: archief auteur


maandag, juni 24, 2024

Familiebezoek




Eindelijk een beetje zomer, zucht Warnaar, terwijl hij zijn veranda aanveegt. Het is mooi die bakken met bloemen, maar al die verwelkte blaadjes mogen wat hem betreft automatisch oplossen als de boel is uitgebloeid. Gewoon lekker verdampen. Wat maakt het uit, er zit al genoeg troep in de lucht en dat zal alleen nog maar erger worden. Kijk maar eens naar satellietfoto's van West-Europa, waarop de luchtvervuiling is te zien en luister daarna naar het gezwets van rechtse hobbyisten in het parlement.


Hij betrapt zich op de heimelijke gedachte dat het vroeger een stuk beter was, maar dan denkt hij aan het Engeland uit zijn jeugd. De beroete treinstations, het grauwzwart dat de gangbare kleur van de gebouwen was in Manchester, Liverpool en in het relatief groene dorp van zijn familie. De slakkenberg van de laatste kolenmijn in die er nog in bedrijf was.


Die mijn is gesloten, Manchester en Liverpool zijn netjes opgepoetst, slakkenbergen verwijderd of herschapen in een heuvellandschap. Heel vaak met geld van de Europese Unie. Daarna vond het achterlijke deel van de Britten, dat zich liet voorliegen door schorremorrie als Johnson en Farrage, het welletjes. Ze kozen voor een Brexit. Engeland is mooi opgepoetst, maar het noorden is nog steeds zo arm als een legioen kerkratten en zal dat nog wel heel lang blijven. Hij zucht, misschien toch het familiebezoek nog maar even uitstellen, maar ja, waarom heeft hij zich dan scheel betaald aan dat klotepaspoort dat je tegenwoordig voor een reisje naar Engeland moet hebben?


Foto: auteur



vrijdag, juni 14, 2024

Stadionverbod




De soap die kabinetsformatie heet wordt steeds leuker, vindt Warnaar. Dat komt ervan als je met extreem-rechts denkt te kunnen samenwerken. Hij herinnert zich de geschiedenislessen van vroeger. Hoe de leraar uitlegde dat de Duitse conservatief Von Papen in 1933 dacht Hitler binnen een coalitie wel in toom te kunnen houden. Mooi niet. Het duurde niet lang of de nazi's grepen de macht. De rest is geschiedenis. Die liegende mevrouw van de VVD dacht misschien hetzelfde als Von Papen, maar lijkt, denkt hij, op de valreep van gedachten te veranderen.


Hij vraagt zich af hoe het in 's hemelsnaam mogelijk is dat een zogenaamde partij, een stichting met niet meer dan een man aan het hoofd, zonder leden met enige inspraak, totaal gespeend van democratie, een rol kan spelen in het staatsbestel. Zo'n constructie van een politieke partij zou wettelijk verboden moeten worden, meent hij, nog los van de opvattingen van de PVV. Warnaar vindt PVV-aanhangers politieke hooligans die een 'stadionverbod' verdienen. Misschien moet de KNVB het land maar een poosje overnemen. 


Als dit kabinet er komt, iets waarin hij niet gelooft, al is dat misschien wishful thinking, ontploft het waarschijnlijk binnen enkele maanden. Hij weet wel dat de toekomst niet te voorspellen is, maar dat het land afstevent op een periode van chaos en ellende kan iedere blinde zien. Hij moest maar weer sigaren gaan roken en een voorraad cognac en whisky inslaan. Nog even genieten voor hij met de rest van de elite de afgrond wordt ingeduwd.


Foto: auteur


zondag, juni 02, 2024

Zwijgen




Stel, denkt Warnaar, dat reïncarnatie bestaat. Niet dat hij dat gelooft, maar stel. Als wat zou hij dan terug willen komen op aarde? In ieder geval niet als mens. De aarde lijdt al te lang onder een mensenplaag. Als loopvogel misschien, of als mol. Lekker knus onder de grond. Zeemeeuw zou ook een idee zijn. Lekker vliegen, dobberen op het water en iedere dag vis. Hij denkt aan een uitspraak van Gerard Reve: 'Voor de ware visliefhebber is het iedere dag vrijdag.' Zoiets.


Hij werpt een mismoedige blik uit het raam. Alweer bewolkt, alweer zo'n harde pestwind. Het zal straks ook wel weer gaan regenen. Er was een tijd dat hij zichzelf een geboren optimist vond. Hij gelooft dat die tijd wel zo'n beetje voorbij is. De gruwelen in de wereld liegen er niet om en dan al die mensen die overal een simpele oplossing voor hebben. Hoe dommer je bent, hoe zekerder je weet hoe het verder moet met de samenleving. Hij denkt aan het gezwets van sommige beterweters in de stamkroeg. Hij doet er liever het zwijgen toe.


Hij herinnert zich dat hij een paar jaren geleden een plaats in Engeland bezocht. Ze hadden daar nog een stadsmuur uit de Romeinse tijd, een rivier en daardoor veel meeuwen. Die maakten een lawaai dat het een aard had. Ze scheten bovendien alles onder, inclusief die stadsmuur. Het is maar goed, bedenkt hij, dat hij niet in reïncarnatie gelooft. Zo'n schijtvogel lijkt hem bij nader inzien ook geen prettig idee.


Foto: auteur


maandag, mei 27, 2024

Stoomtractie




Dit weekeinde was weer het tweejaarlijkse stoomfestival in Dordrecht. Ik vond het, ondanks het kwakkelweer, zoals altijd een geweldig evenement. Ik zit er letterlijk bovenop, want de stoomtrein die van station Dordrecht CS naar Baanhoek rijdt en vice versa, komt vlak langs mijn huis. 

Dat doet me altijd denken aan mijn jonge jaren, als we op vakantie waren bij mijn oom en tante in Engeland. Achter hun huis was een park en vlak daarachter liep de spoorlijn van Liverpool naar Manchester. Tot 1968 reden er in het Verenigd Koninkrijk nog stoomtreinen en regelmatig deed ik met mijn neven aan train spotting. Ik heb wat van die machtige machines langs zien denderen en zelf ook nog regelmatig in zo'n stoomtrein gezeten. Als je 's zomers door een tunnel reed moesten als de bliksem de ramen van het compartiment dicht, anders zat je onder de roet.

De locomotieven van de Dordtse stoomtrein zijn overigens niet in Engeland, maar in Duitsland gebouwd. Dat vernam ik van mijn collega Guus de Landtsheer, een expert op het gebied van treinen. Als je de machines goed onderhoudt, zijn ze bijna onverslijtbaar. Ik moet daar weleens aan denken als ik voor de zoveelste keer vertraging op het spoor heb wegens een kapotte trein die in de weg staat. Misschien moeten we gewoon weer terug naar de stoomtractie. Ik ben onmiddellijk voor. Ook omdat mijn Rotterdamse opa machinist was op een stoomlocomotief. Toen de NS in 1958 de laatste stoomlocomotief de deur uitdeed, nu ja, niet helemaal, de 3737 staat in het Spoorwegmuseum in Utrecht, was opa al een aantal jaren met pensioen, maar hij kwam vaak naar ons in Dordrecht (hij had als oud-machinist altijd vrij reizen eerste klas) met zijn prachtige verhalen over het spoor.

Ook de vlootschouw was weer indrukwekkend, ondanks de regen. 'Het is maar water,' zou mijn goede vriend Gerard zeggen, maar ik ben toch maar sneller dan anders een plekje in Costa d'Oro gaan zoeken. Gelukkig was het zaterdag en zondag gedeeltelijk droog, zodat ik zonder nat pak die prachtige schepen (ik kan er ook niets aan doen, maar mijn Dordtse opa was zeeman, ook altijd met geweldige verhalen) kon bewonderen en al die andere stoommachines die de Industriële Revolutie, de basis van onze moderne maatschappij, mogelijk maakten. Veel van de antieke bussen waren trouwens ook een feest der herkenning. Even terug naar vroeger tijden. Daar word ik als historicus gelukkig van.


Foto: auteur


vrijdag, mei 10, 2024

Horizonvervuiling




Eigenlijk vindt hij, op een enkele uitzondering na, alle nieuwbouw van de jaren vijftig en daarna niet om aan te zien. Saai, lelijk, sfeerloos, kil, te hoog, te hoekig, te vierkant. Zelf heeft Warnaar een huis uit 1914 waarin weliswaar het een en ander verknald is door de wansmaak van eerdere eigenaren, maar het heeft, zeker van buiten, zijn eigen karakter bewaard. Zoals meer huizen in zijn straat. Helaas is een aantal daarvan gebombardeerd in de oorlog. Daar is herbouw gepleegd, direct na 1945. Die panden zijn nog wel aardig om te zien, maar in de jaren zestig is de bakkerij op de hoek gesloopt en zijn er fantasieloze maisonnettes voor in de plaats gekomen waar kraak noch smaak aan zit.


Over hoogbouw wil hij het helemaal niet hebben. Die vindt hij niet alleen verschrikkelijk vanwege zijn hoogtevrees, erger nog is de horizonvervuiling. Je zou maar hoog in zo'n ladenkast wonen met onder en boven buren en altijd in angst dat de lift dienst weigert en je al die trappen op of af moet. Hij maakt zich zorgen over de plannen van het gemeentebestuur voor meer woningen en dan vooral hoogbouw. Alsof zijn riviereneiland al niet vol genoeg is.


Hij denkt aan de sierlijke lijnen en ornamenten van de gevels in zijn buurt en vooral van die aan gene zijde van de spoorlijn. Een wijk die qua sfeer nog helemaal de vroege jaren van de twintigste eeuw ademt. De tijd van de Jugendstil, nog onwetend van latere verschrikkingen, ook bouwkundige.


Foto: auteur


vrijdag, april 26, 2024

Jozef en de vrouw van




In zijn tienerjaren had Warnaar een tijdje de gewoonte zijn dromen op te schrijven. Dat deed hij direct nadat hij uit een droom wakker schrok, want als hij er te lang mee wachtte, waren ze alweer verdampt en vergeten. Hij had altijd een boekje en een pen op zijn nachtkastje liggen. Na poosje stopte hij ermee. Hij zou niet weten waar dat boekje met aantekeningen is gebleven. Hij vermoedt zoekgeraakt tijdens een van zijn verhuizingen. 


Hoewel hij geen slechte slaper is, wordt hij 's nachts weleens wakker. Hij maakt dan een sanitaire stop, waarna hij weer gaat slapen. Het valt hem op dat dan de dromen komen. Misschien ook eerder, maar daar is dan niets van blijven hangen. 's Morgens tuimelen droomfragmenten door zijn hoofd, die langzaam verdwijnen. Een soort van verwazen in zijn onderbewuste. In die dromen moet hij vaak een enge trap beklimmen in een of ander bouwvallig huis, of is hij paniekerig op zoek naar een toilet dat, als het wordt gevonden, altijd ongehoord smerig is, of hij komt terecht in een of andere bezemkast die als plee dient.


Op de zondagsschool leerde hij over Jozef en de vrouw van Potifar, een boosaardig wijf dat de arme jongen in haar bed wilde krijgen. Dat lukte niet zodat ze hem vals beschuldigde, waardoor hij in het gevang kwam. Daar ging hij dromen uitleggen. Over de zeven vette en magere jaren. Hij herinnert zich niet of Jozef het ooit had over het beklimmen van trappen en zoeken naar latrines.


Foto: auteur



zondag, april 21, 2024

Uitgaansbloot




Warnaar herinnert zich dat hij op een late zaterdagmiddag, een jaar of tien geleden, de trein nam van Manchester naar Liverpool. In een plaatsje halverwege stapten vijf meisjes in die kennelijk van plan waren om die avond in Liverpool uit te gaan. Het was een mooie zomerdag en ze waren stuk voor stuk nogal schaars gekleed. Hij werd er, op zijn leeftijd, een beetje verlegen van. Niet te nadrukkelijk kijken, dacht hij, want dan ben je een vieze, oude man, maar als je geen aandacht aan hen schenkt, word je al snel voor homo gehouden. 


In Liverpool stapten ze uit en verdwenen naar een onbekende bestemming. Hij liep naar zijn hotel om zich wat op te frissen. Daarna maakte hij een wandeling die leidde naar de Mersey. Terwijl hij over het brede water staarde moest hij denken aan zijn eerste verkering. Een Engels meisje met weelderig rood haar. Ze woonde in een gehucht achter Birkenhead, aan de overkant van de rivier. Onwillekeurig kwam het lied Ferry across the Mersey bij hem op.


Dat meisje, dat hij had leren kennen tijdens een weekend kamperen in Corwen in Wales, droeg ook altijd van die korte rokjes zoals hij in de trein had gezien. Behalve als ze naar de grammarschool was. Daar moest ze een uniform aan dat bestond uit een vormeloze soepjurk met een hoedje a la majoor Bosshardt. Hij vraagt zich af of al dat Engelse uitgaansbloot misschien een reactie is op die idiote schooluniformen die ze daar nog steeds dragen.


Foto: auteur



zondag, april 14, 2024

Swami Bami




De jaren zeventig, vraagt Warnaar zich af, waren die niet ook het hoogtepunt van al die reli-malloten? Hij herinnert zich dat hij weleens met vrienden naar Amsterdam ging, de stad waarvan men dacht dat die het Rome van de moderniteit was. Damslapers, hippies in het Vondelpark, het Maagdenhuis, seks, drugs en rock and roll. Daar zag je van die Hare Krishna's, kaalkoppen in jurken. Anderen liepen met triangels of iets dergelijks achter een Indiase oplichter aan. Hij herinnert zich dat ze die in Dordrecht Swami Bami noemde. 


Dordrecht maakte in die jaren overigens wel naam als de plaats waar de Chick, een van de populaire seksbladen van toen, het levenslicht zag. De provobeweging, meent hij zich te herinneren, bestond er uit een man of vijf. Op een keer zetten ze 'ludiek' een ijsje op Arie Scheffers hoofd. Het regende daarna boze, ingezonden brieven in de plaatselijke krant.


Toen de Amsterdamse progressiviteit uiteindelijk ook was doorgedrongen tot zijn provinciestad, opende een enkele sekswinkel de deuren en werd op een dag de pedagogische akademie (met vooruitstrevende k) bezet. De studenten wilden meer inspraak. Die kregen ze. Er mocht zelfs worden meebeslist over de kleur van de wc-deuren en de kwaliteit van het aanklevend papier. De omgangsvormen werden ook een stuk losser. Sommige van zijn docenten namen daarom verkering met studentes. Er kwamen krakers en zaakjes met wierook en spirituele rifraf. Er werd ook tegen de oorlog tegen Vietnam betoogd. Pas later realiseerde hij zich dat die Noord-Vietnamezen eigenlijk de grootste rotzakken waren.


Foto: auteur



zondag, april 07, 2024

Geen normaal mens




Was het Gerard Reve, vraagt Warnaar zich af, die ooit schreef dat in zijn boeken geen normaal mens voorkwam. Hij dacht van wel, maar vindt dat dat evenzeer geldt voor de dagboeken van J.J. Voskuil. Hij leest nu Martelaarschap en heeft nog geen normaal mens ontmoet. In de recente werkelijkheid trouwens ook niet. Onlangs sprak hij in het café een vrouw die onvoorwaardelijk in het spiritisme gelooft. Ze beweerde met de geest van tal van beroemdheden een goed gesprek te hebben gehad. Hij zou weleens willen weten hoe gezellig Churchill en Hitler zich 'daar boven' met elkaar onderhouden, maar hij heeft het haar maar niet gevraagd.


Een paar dagen geleden sprak hij een vrouw, alweer, die vond dat meisjes altijd bij hun ouders moeten blijven wonen tot ze trouwen. Ze beklaagde zich dat haar dochter het huis had verlaten en in het intens verdorven Amsterdam in zonde is gaan leven. De vrouw is niet eens van het SGP of een soortgelijke club. Het is 2024, denkt hij, en die dochter drieëntwintig. Goed zo, lief kind, in zonde leven, dat helpt voor een gezonde spijsvertering.


Op een feestje werd hij aangeklampt door iemand die op vakantie wilde naar Sao Tomé en zich druk maakte over nucleaire straling uit Afrika die het eiland zou teisteren. Hij had de reis op het laatste ogenblik afgezegd. Warnaar moest het even laten bezinken. Afrika, hoeveel kernreactoren zouden ze daar hebben? Je weet het niet met die Chinezen die overal hun neus in steken, maar kernreactoren?


Foto: auteur


woensdag, april 03, 2024

Andere koek




Vliegschaamte. Warnaar vindt het een van die modieuze onzinnigheden van deze tijd. Hij houdt niet van vliegen en al helemaal niet van het gedoe ervoor. Die controles op de vliegvelden. Als ze in de stemming zijn, moet je nog net niet naakt door een of ander poortje en dan gaan ze ook nog aan je lijf wriemelen. Als het een aardige dame is, nu ja, denkt hij, dan is het nog te doen, maar het is altijd een kerel en kerels houdt hij het liefst op afstand. Hij vliegt als het niet anders kan of als een reis per trein en boot veel duurder is dan met het vliegtuig en schaamt zich daar in het geheel niet voor. 


Een paar jaar geleden ging hij naar Cambridge om een nichtje te bezoeken dat daar een promotieonderzoek deed. Omdat hij liever vaart en treint reisde hij niet per vliegtuig. Dat bleek uiteindelijk vijf keer duurder dan een vlucht. Toegegeven, de luxe eersteklashut en het diner met whisky na aan boord hadden wat minder gekund, maar hij vindt dat als je reist, je het ook goed moet doen. Wel neemt hij zich voor het prijsverschil een volgende keer terdege in ogenschouw te nemen. Het nichtje is inmiddels gepromoveerd en heeft een functie elders, dus dat dilemma is voorlopig uit de wereld.


Cambridge, hij had er graag zelf een periode gestudeerd. Hij vindt dat hij het niet slecht heeft gedaan met een Fulbrightbeurs aan de University of Minnesota, maar Cambridge is toch andere koek.


Foto: auteur



zondag, maart 17, 2024

Techniek




Altijd hetzelfde getob, denkt Warnaar, terwijl hij wacht tot de lezing met lichtbeelden begint. Een powerpoint presentatie heet dat tegenwoordig, maar volgens hem komt zoiets vrijwel altijd neer op gewoon een praatje bij een plaatje, zoals hij vroeger tijdens college aanhoorde. De professor projecteerde bijvoorbeeld de kop van Caesar op een scherm, dat meestal ietwat scheef en wankel op een standaard stond, en stak vervolgens van wal. Zo'n scherm dat ook werd gebruikt voor dia-avonden na een vakantie. Vrienden en familie hoorden beleefd, maar niet zelden knikkebollend, het goed bedoelde geklets aan in de hoop op een spoedige afloop en een stevige borrel.


Hij hoort dat er iets is met de 'beamer', zoals de projector aan het plafond in Nederland in universitair steenkolen-Engels meestal wordt genoemd. Het hele land papegaait het na, zoals het ook 'prajvasie' papegaait waar een beetje onderlegd Engelsman 'privasie' (met de i van ik) zegt. Warnaar ergert zich daar soms aan, al weet hij dat hij alleen zichzelf daarmee heeft. Iemand blijkt koortsachtig op zoek naar een zoekgeraakte afstandsbediening. 


De projector hangt zo hoog dat alleen de Reus van Rotterdam hem met de hand zou kunnen bedienen, als hij op zijn tenen ging staan. Warnaar wordt vrolijk bij de gedachte dat hij sinds de 'beamer' zelden of nooit een lezing heeft bijgewoond waarbij de techniek probleemloos werkte. Hij kijkt geamuseerd naar de geërgerde en ongeduldige koppen om hem heen. Dan ziet hij dat de afstandsbediening op de projector ligt. Zo kan het dus gaan, glimlacht hij.


Foto: auteur