dinsdag, juli 31, 2018

Wijn!


   Foto: auteur

De Dordtse Wijnstraat was vroeger, en is dat misschien nog steeds een beetje, een straat van enige literaire allure. Niet alleen omdat Jacques Perk er in zijn jeugd korte tijd woonde of omdat de 19e eeuwse classicus Petrus van Limburg Brouwer er werd geboren, wetenswaardigheden die we in het alleraardigste boekje Literatour. Literaire ontdekkingstocht door Dordrecht (verkrijgbaar bij de VVV en in de Dordtse boekhandels) kunnen lezen. Waar nu Pandora zit was in de negentiende eeuw de Dordtse Schouwburg gevestigd en in het pand met de aardige naam Vin de vent woonde naar ik meen Cornelis van Beveren, die daar een ketterse bijbel verborgen hield, iets waar je in de waanzinnige zestiende eeuw de brandstapel mee riskeerde. 


Na 1 april 1572, toen de Watergeuzen, die in hun wrede gedrag niet zo gek veel verschilden met de knapen van het tegenwoordige IS (denk maar aan de martelaren van Gorcum), den Briel innamen, koos Dordrecht al snel de kant van de opstandelingen tegen de Spaanse landvoogd, de 'ijzeren hertog' van Alva. Daarmee was het brandstapelrisico aanzienlijk verminderd, al kon je als katholiek, en dat was nog lange tijd een meerderheid van de bevolking, door zo'n Watergeus, nog wel de kop worden afgeslagen. Het was niet alleen de dreigende taal van Filips II van Spanje die koningin Elizabeth I van Engeland deden besluiten haar havens voor de Watergeuzen te sluiten, ze had waarschijnlijk ook gewoon tabak van het zootje ongeregeld.

De Wijnstraat is ook de straat waar zich het antiquariaat Oud-Dordrecht bevond. Aris v.d. Tol was daarvan de eigenaar, later werd dat Bertje Kooijman en de bekendste klant was Kees Buddingh', die niet te beroerd was om af en toe ook als boekverkoper op te treden. In mijn in september verschijnende boek Dijkbewaking (uitgeverij Liverse) staat daarover: 

Vrijdag was ik met Gerrit bij Oud-Dordrecht. Kees Buddingh' nam de honneurs waar, met naast hem een glaasje whisky. Een tijdje zitten praten. Kees maakte een wat vermoeide indruk.

We zagen hem daar vaker, maar een trefpunt voor schrijvers en andere intellectuelen, zoals de inmiddels gesloten boekwinkels Loxias en Rayas in Thessaloniki, is Oud-Dordrecht nooit geworden, daarvoor was het te overvol met boeken. 

   Foto: Beeldbank Regionaal Archief, Dordrecht

Niet ver van Oud-Dordrecht was tot voor enkele jaren geleden uitgeverij Liverse gevestigd, naast het pakhuis Bordeaux. De inmiddels befaamde poëziereeks die Liverse uitgeeft, de Bordeauxreeks, is naar dat pakhuis vernoemd. Liverse is uit de binnenstad verdwenen naar de Stadspolders. De baas van de uitgeverij is echter nog regelmatig te vinden in Visser. Een andere, zij het wat vagere, band met de schone letteren is het feit dat mijn overgrootvader tot 1946 een café uitbaatte op de hoek van Wijnstraat en de Nieuwbrug en natuurlijk kwam er nog weleens een schrijver voorlezen in Bibelot, toen dat nog in de Bonifatiuskerk zat. Ik herinner mij daar samen met Stella eens naar Renate Dorrestein te hebben geluisterd.

Tenslotte woont de romancier en vertaler Wil Boesten in de Wijnstraat, maar de sterkste associatie tussen de straat en de literatuur wordt gevormd door de naam. Wijn! De inspiratiebron voor mening verhaal of gedicht. Vraag dat maar aan Gerard Reve.


donderdag, juli 26, 2018

Vertrutting



Het is zesentwintig juli. Het is Stella's verjaardag. Elf jaar geleden vierden we die voor het laatst, met een etentje in een restaurant op een heuvel aan de rand van het bos, met uitzicht over Thessaloniki. We toastten op een mooie toekomst. Dat is riskant. Nauwelijks terug in Nederland werd ze ziek. Drie maanden later overleed ze. De toast had niet gewerkt. Waarom ben ik nooit te weten gekomen. 

Op de vraag waarom denken alleen idioten het antwoord te weten. Zoals bisschop Ambrosios van Kalavrita, die meent dat de bosbranden, die deze week in Attica meer dan tachtig mensen het leven kostten, een straf van God zijn, omdat Griekenland een atheïstische premier heeft. Het is het soort gelovige dat in de zestiende eeuw ketters op de brandstapel zette. Hij is enthousiast over de Gouden Dageraad, de Griekse nazi's. Die zijn ook Gods wil. 

Op de radio klinkt Alain Stivell. De Tour de France woedt en dan herinnert Hilversum zich dat ook Fransen muziek maken. Stivell is geen Fransman, hij is een Breton, maar soms zingt hij in het Frans. De temperatuur in de woonkamer, de koelste van het huis, is zevenentwintig graden. Dat is uitzonderlijk warm. Buiten is het nog warmer. Hilversum spreekt van een hittegolf. Claire is haar huis ontvlucht. Ze zegt dat het er niet te harden is. Ze ligt op een stretcher op de veranda. Naakt. De achterburen kunnen haar zien. 'Al die vertrutting. Je kunt niet eens meer topless zonnen in het park,' moppert ze. Ik zeg dat het volgens bisschop Ambrosios Gods wil moet zijn, maar dat ik zo'n feministisch standpunt wel waardeer. 

Afbeelding: Jean Auguste Renoir - Naakt in de zon. 1875. Musée d' Orsay, Parijs.





dinsdag, juli 24, 2018

Onrecht



Op de middelbare school hadden wij een leraar met weinig pedagogisch inzicht en slechte orde. Laat ik hem maar meneer X. noemen. Het was aan het einde van een bloedhete junimiddag tijdens een saaie les. We snakten naar de verlossende bel. We hadden een ettertje in de klas dat voortdurend de puisten op zijn kin wilde compenseren met stoer gedrag. Tijdens die les liet hij een harde boer en toen de leraar verstoord opkeek, zette hij een in zijn tas verborgen lachzak aan. Door die flauwiteit ontstak meneer X in grote woede. 'Wie deed dat?' bulderde hij. Niemand antwoordde. 'Jullie blijven net zo lang na tot iemand bekent.' Het duurde een erg lang kwartier voor het ettertje besloot de boosheid van de klas niet langer te riskeren.

Wat belachelijk, vond mijn moeder, toen ik thuis vertelde waarom ik laat uit school kwam. Een hele klas straffen voor wat een klier uithaalt, dat vond ze niet normaal. Toen een soortgelijk voorval zich een paar keer had herhaald, besloot ze naar de directeur te stappen. Als je iets had gedaan, verdiende je straf. Dan kreeg je er thuis nog een straf bij, maar iemand voor iets laten opdraaien waar hij part noch deel aan had, dat was een onrechtvaardigheid waar tegen ze in het geweer kwam. Met succes. Meneer X kreeg een reprimande en het was uit met het nablijven van de hele klas.

Hadden de Dordtse horeca-eigenaren maar zo'n moeder, bijvoorbeeld in de vorm van een gemeentelijke ombudsvrouw. Die is hard nodig, omdat de gemeente een 'meneer X-beleid' hanteert. Als er gedonder is in je zaak, wordt deze onmiddellijk voor twee weken gesloten, of je aan dat gedonder nu iets kon doen of niet. Dat gaan we pas achteraf uitzoeken, maar eerst zul je bloeden, is de gedachte. Het gaat zelfs zover dat er cafés werden gesloten voor incidenten die zich buiten op straat voordeden, soms zelfs met lui die helemaal niet uit die zaak kwamen, maar er toevallig ruziënd voorbij liepen. Dit onrechtvaardige beleid is ooit zo vastgesteld door de gemeenteraad. Al vaker werd op de sluitingen, op deze Pavlovreactie van de overheid, stevige kritiek geuit. 

Dat B & W het absurde van dit beleid niet allang hebben ingezien en niet hebben aangestuurd op een wijziging, bevreemdt mij. Dat er vanuit de raad maar door enkele leden al vanaf het begin bezwaar werd gemaakt, verbaast mij eveneens. De meeste raadsleden zouden immers ook niet graag in de les hebben gezeten bij meneer X. Dit onrecht is onacceptabel. Gezien de vele boze reacties op de meest recente spoedsluiting vinden veel andere Dordtenaren dat ook. De gemeenteraad moet daarom snel ingrijpen. Laten we hopen dat het met het jongste slachtoffer, Arina Nickolson van café Arina, binnen de kortste keren goedkomt, met gemeentelijke excuses erbij. 

Foto: auteur


vrijdag, juli 20, 2018

Vooruitgang



Het is de zomer van 1978. We zitten op een grasveld in het Dordtse Wantijpark en luisteren naar een popgroep die speelt in een ouderwets ogende muziektent. Zo een die je soms nog aantreft op een plein in een stad waar de tijd langzamer voorbijtrekt dan bij ons. Ik zit er met Marion en Lupius. We roken, we drinken bier, we luisteren naar de band en praten. De muziek is achtergrond.

Lupius zegt dat hij een thriller wil schrijven en dat hij daarom alles moet weten over de perfecte moord. Marion zit op de havo. Wat ze daarna wil weet ze nog niet. Vanavond zullen wij ons uitkleden en samen gaan douchen, waarna we waarschijnlijk seks hebben. We zijn jong en nog geneigd tot experimenteren. Lupius rookt zware shag van Javaanse Jongens, Marion halfzware van Samsom en ik een tuitknak van Balmoral.

Na het optreden besluiten we naar het nabije Wantijpaviljoen te lopen, waar we op het terras bier drinken, roken en staren naar het groen en de vijver in het park. Peter, een gezamenlijke vriend, noemt dat sudderen. Peter is dood, Marion is dood, Lupius is dood. Muziek is er nog steeds in het park. Op een afgebakend terrein, met strenge ingangscontroles en een enorm podium, waardoor je het paviljoen en het terras niet meer kunt zien.

Foto: archief auteur


dinsdag, juli 17, 2018

Tuin



Twee hoveniers brengen mijn tuin op orde. Toen ik terugkwam uit Griekenland was hij veranderd in een oerwoud. Ik zag er geen gat meer in. Uit Griekenland bracht ik een achillespeesontsteking mee. Dat spit niet lekker en schoffelen was niet afdoende. Iemand raadde me aan het zevenblad te oogsten, je kon er soep van koken. Ooit had ik een leraar biologie die zijn eerste les begon met het recept van brandnetelsoep. Na drie weken kreeg hij ontslag.

De hoveniers komen uit de Alblasserwaard. Ik draag nu en dan koffie aan, terwijl ze in een paar uur tijd van het oerwoud een tuin maken. Er is geen zevenblad meer te zien. Wel zie ik nu overal bloeiende planten. Ik wil een tuin met veel kleuren. Dan moet ik denken aan Stella, die daar intens van kon genieten.

Als de koffie is gedronken en de mannen weg zijn, denk ik aan de Graafstroom. Daar ben je vanaf mijn huis op de fiets al in zo'n drie kwartier. Als kind ging ik weleens met mijn vader naar de Graafstroom. Bij een café huurden we dan een roeiboot. Ergens in een rietkraag werd de hengel uitgeworpen. Gevangen vissen maakten we voorzichtig los en zetten we terug. Altijd scheen op zulke dagen de zon en altijd waren de oevers geel van de boterbloemen.

Foto: auteur


vrijdag, juli 13, 2018

Afscheid



Ik fiets naar de school waar ik het laatst heb gewerkt. Ik kom er weinig meer. De laatste lichting leerlingen die les van mij heeft gehad, deed drie jaar geleden eindexamen. Sindsdien word ik niet meer uitgenodigd voor de diploma-uitreiking. Ik heb er niets meer te zoeken, behalve vandaag. Een oud-collega neemt afscheid. In de aula zie ik mensen waarmee ik nog heb gewerkt, een enkele jonge docent ken ik omdat het een oud-leerling is, ik zie ook veel onbekenden. Er is koffie, gebak en wijn, maar de wijn is pas voor na de toespraken, anders luistert niemand.

Een onbekende meneer neemt het woord. Het is de nieuwe directeur. Sinds 'mijn directeur' een paar jaar geleden met pensioen ging, is er bij ieder afscheid een andere directeur. Of dat een verbetering is, weet ik niet. Het rookhok is verdwenen, het vrijdagse borreluur is afgeschaft, het aantal leerlingen per klas is uitgebreid, evenals het aantal lesuren per docent.  

Na de nieuwe directeur voert de sectievoorzitter het woord. De oud-collega wordt uitbundig geprezen, van de vertrekkenden niets dan goeds. Toen ik vertrok had ik geen behoefte aan lovende woorden. Ik nam afscheid in de kroeg. 'Mijn directeur' zei welgemeend 'proost'. We dronken er nog een. Na een paar glazen wijn verlaat ik via de achterdeur en het fietsenhok de school. Een handvol oud-collega's staat buiten te roken. Ik heb hier niets meer te zoeken.

Foto: auteur


maandag, juli 09, 2018

Zomersymfonie




Merwesteyn, het is een prachtig park, maar ik kom er niet vaak. Als je als man alleen zonder hond door een park wandelt, ben je in de hysterische tijden waarin we leven al snel verdacht. Voor je het weet heb je een heksenjager achter je aan. Ik heb een boek geschreven dat Idioten ontloop je nergens heet. U zou het eens moeten lezen. 

Je komt ze ook tegen in de politiek, idioten. Het Brexitgedoe is een schoolvoorbeeld van hoe een stel idioten bezig is een land naar de kloten te helpen. Het is ook een waarschuwing om niet te veel naar 'het volk' te luisteren. Meestal is 'het volk' een eng troepje schreeuwers dat een enorme keel opzet, vooral in de sociale media. Politici gaan dan geloven dat ze te maken hebben met de stem des volks. 'Holle vaten bommen het hardst,' zei mijn moeder altijd en daar houd ik mij aan.

Het was een heerlijke zomerdag. Overal stonden kunstwerken uitgestald, een trio speelde mooie muziek, er waren dichters en ik kocht een sandwich met brie bij een paar lieve elfjes. De herten liepen vredig te grazen, de schaduwen en een windje gaven verkoeling. Het was een louterende Zomersymfonie. Jammer dat het weer een jaar duurt voor je als man alleen zonder scheve ogen het park in kan.

Foto: auteur


dinsdag, juli 03, 2018

Fiets



Vandaag heb ik een nieuwe fiets gekocht. Sinds het overlijden van Stella, reed ik op haar fiets, een klein model Gazelle. Een heerlijk fietsje, maar net iets te klein voor mij. Mijn eigen fiets, waar mijn vader eerst meer dan veertig jaar op had gereden, was verworden tot een roestig skelet, dat ik met iemand had meegegeven die fietsen opknapte om ze daarna cadeau te doen aan kinderen uit een weeshuis in Polen. Toen was Polen nog niet op de terugweg naar het autocratisch paradijs dat het voor de val van het communisme was. Er was nog iets van een rechtstaat, net als in Hongarije. Daar lijken ze op de terugweg naar de tijd van de Pijlkruisers. In Turkije was het nog lang zo erg niet als nu, al dreigden ze ook toen al hun Griekse buren regelmatig met oorlog. 

Je kunt, als je de tijd hebt, naar die landen fietsen. Ilja Leonard Pfeiffer fietste naar Italië en bleef er. Ik zou nooit naar Polen, Hongarije of Turkije fietsen, laat staan dat ik er wil blijven, ook al rijdt mijn nieuwe exemplaar soepel en is de zit aangenaam. Ooit was ik op vakantie in Hongarije, in het mooie Budapest. Daarna gingen we naar een vreselijk hotel aan het Balatonmeer, dat volgepakt zat met bier drinkend en schreeuwend Oostduits spek. De Turkse dictatuur zag ik alleen vanuit Griekenland. Talloze Turken uit het vrije Nederland, die hun familie daar die vrijheid niet gunnen, hebben onlangs voor de dictator gesstemd, maar gelukkig ging een flink deel van de Nederturken helemaal niet stemmen. En Polen? Daar is mijn fiets al naartoe. Inmiddels zal hij wel weer verworden zijn tot een roestig skelet.

Vanmiddag heb ik een ritje gemaakt over het Eiland van Dordrecht. Dat eiland dat, als de megalomane en onrealistische plannen van het gemeentebestuur werkelijkheid worden, in de toekomst de last van 140.000 inwoners moet dragen. Ik mag mij in alle vrijheid tegen die onzin uitspreken en reken maar dat ik ze op het stadskantoor en in de raadzaal gedegen in de gaten houd, want over een paar jaar moet ik weer naar de stembus. Het woei iets te hard voor het mooi, ik moest flink zweten. Toen ik via de onbegrijpelijke wirwar van erven in de Stadspolders de terugweg gevonden had, was die vermaledijde wind gedraaid en had ik hem weer tegen. In Hongarije, Polen of Turkije zouden ze daar de oppositie de schuld van geven. Het is een fijne fiets, ik heb er drie stevige sloten op.

Foto: auteur