Als
jong onderwijzer ben ik een keer uit mijn broek gescheurd. Ik raapte
voor de klas iets op, een krijtje misschien, en krak! Vrolijkheid in
de klas, maar wat nu? Ik werkte in Hendrik-Ido-Ambacht, ruim een half
uur fietsen van de pont naar Dordrecht en de reddende naaimachine van
Annemarie. In die tijd bestond er nog een vak dat nuttige
handwerken heette. Dat werd gegeven door de juffrouw van de
tweede klas, die daarom 'de naaijuf' werd genoemd. Zij dirigeerde mij
naar het toilet, waar ik na afgifte van de broek wachtte tot ze de
schade met een grove steek provisorisch had hersteld.
Terug
in de klas werd er nog wat na gegrinnikt, wat ik afstrafte met een
extra saaie rekenles. Ik vond rekenen een kutvak om te geven.
Gelukkig zijn er tegenwoordig rekenmachines, al geef ik toe dat het
handig is als je de tafels van één
tot twaalf uit je hoofd kent. Ik heb daar veel plezier van gehad in
de tijd dat ik bij DFC achter de bar stond en voortdurend meters bier
moest afrekenen.
Een
vriendin van mij is op vakantie. Ik zorg voor haar huisdier en haar
planten. Als ik in de kroeg zeg: 'Ik zorg voor de poes van Claire,'
regent het flauwe grappen. Binnenkort is dat afgelopen, dan komt niet
alleen de rookinspecteur langs, maar ook de seksismepolitie. Het moet
maar eens uit zijn met naaijuffen, kutvakken en de poes van Claire.
Leve een rookvrij Groningen! Leve de farizeeërs!
Foto:
auteur