Na
jaren ben ik terug in Lefkosia. In de tijd dat ik weg was, lijkt de
stad in de ban van de waterpijp geraakt. Op zoek naar een aardig
kafeneion moet ik slalommen tussen de nargilehs, die
als pilonen naast de terrasbezoekers staan. Waterpijp en ijskoffie
strijden om populariteit. Ik vind een plek op een terras met een
televisiescherm. De wedstrijd Anorthosis-Apoel wordt met aandacht
gevolgd, terwijl de waterpijpen een aangename, zoetige geur
verspreiden.
De
Cyprioten roken niet in cafés
en restaurants en parkeren hun auto's niet bij voorkeur op
straathoeken of andere onmogelijke plekken. Het zijn een soort
model-Grieken, al hoorde Cyprus nooit bij Griekenland, waar men geen
boodschap heeft aan rook- en parkeerverboden. Of er op Cyprus ook
model-Turken zijn, weet ik niet. De meeste Turkstaligen wonen aan de
andere kant van de Groene Lijn. Die ga ik voorlopig liever niet over.
De Turkse president Erdogan heeft er er bijna veertigduizend soldaten
gelegerd en ik ben niet zo van het soort democratie dat hij
voorstaat.
De
Turks-Cyprioten hebben in eigen huis niets te vertellen. 'Wij leven
in een bezet gebied,' hoorde ik een Turks-Cypriotische
vakbondsvoorzitter zeggen, zeven jaar geleden, op een conferentie in
de bufferzone, waar de VN de baas zijn. Misschien is de waterpijp
over de Groene Lijn even gewild. Dat zou een gunstig voorteken kunnen
zijn. De wedstrijd eindigt in 0-0. Ik ga terug naar mijn hotel, waar
ik hoor dat FC Dordrecht de bekerwedstrijd tegen Sparta met 1-3 heeft
verloren. Mijn club heeft wat pech, dit seizoen. Misschien kan een
waterpijp uitkomst brengen.
Foto: auteur