Lieve Stella,
Het is eigenaardig weer vandaag. Vanmorgen was het drukkend en benauwd. Het had me niet verbaasd als er een onweersbui was overgekomen, maar in plaats daarvan stak de wind op, woei de lucht schoon en werd het minder drukkend. Het werd boven zee zelfs zo helder dat je vanaf het terras van café Melkiades, hierboven, net buiten de stadsmuren, niet alleen de Olympos, maar vaag in de verte zelfs Athos, de Agion Oros, kon zien. Nu zijn de wolken weer terug, maar het blijft heerlijk, mild weer. Vanuit Nederland hoorde ik dat het daar twaalf graden is en zeiknat. Een beetje water kon het chaotisch vaderland wel gebruiken, maar dan moet het weer direct met bakken vol. Typisch Nederlands, altijd doorslaan van het ene uiterste naar het andere.
Ik zat met je broer Menelaos bij Melkiades aan de koffie. Je nichtje Marina zou ook meekomen, maar die lag ziek in bed. 'Een beetje kou gevat,' aldus Menelaos. Hij is gelukkig niet zo paniekerig als veel andere Grieken, die al een covid-zelftest doen als ze twee keer achter elkaar niesen. Het blijft me verbazen, die tegenstelling tussen bijvoorbeeld het roekeloos en onverantwoord rijden in het verkeer en die wijd verbreide hypochondrie. In vrijwel iedere straat vind je een apotheek en allemaal hebben ze klanten zat. Ik heb er vanuit mijn pied-à-terre in de bovenstad vijf die ik binnen tien minuten kan belopen. De dichtstbijzijnde rechts om de hoek: anderhalve minuut de helling op, een halve minuut de helling af.
Zelf ben ik aan het begin van de week met een flinke keelontsteking teruggekomen van Skyros. Ik heb het niet vaak, angina, maar vrijwel altijd als ik in Griekenland ben. Geen idee waarom. De laatste keer, als ik het me goed herinner, was toen ik het Schrijfhuis nog had, in 2014 of 2015. Toen ben ik ermee naar de dokter gegaan, een kno-arts in het gezondheidscentrum aan de Lambraki, die een of andere gorgeldrank voorschreef waarmee het vrij vlot overging. Ik kan me de naam van die vrouw niet meer herinneren, maar ik weet nog wel dat ze van Armeense afkomst was en overtuigend knap. Ik heb er ook weleens Broxil, een soort penicilline voor gehad. Even dacht ik naar een van de vijf buurtapotheken te lopen om dat spul te halen, maar toen realiseerde ik me dat ik geen idee had van de dosering en de lengte van de kuur en dat ik maar beter niet zelf kon gaan rommelen met antibiotica. Die wordt hier toch al veel te veel voorgeschreven en gebruikt. Er hoeft maar een scheet dwars te zitten, of een teennagel te zijn ingegroeid en hoppa, daar gaan we met de pillendoos.
Ik heb het maar bij paracetamol (dat heet hier Depon) en zoutspoelingen gehouden, alsmede enige dagen abstinentie van alcohol. Ook heb ik kafeneion en restaurant even gemeden en zie: na een week was ik er vanaf. Bijkomend voordeel: het was goed voor de portemonnee en de gedwongen rust heeft ook goed gewerkt tegen de ischias (al doen de oefeningen van Saskia, mijn terzake diligente beweegtherapeute, ook hun werk). Wat een mens in zeven dagen allemaal niet voor elkaar kan krijgen!
Tot zover weerbericht en ziekenrapport. Skyros was zonnig en warm, maar drie dagen voor terugkeer naar het vasteland begon die angina dus. Daardoor heb ik niet alles gedaan wat ik wilde doen. Nog wel met Roos en Nikos uit eten geweest in Linaria, de charmante haven van Skyros, en een paar gezellige avonden gehad in taverna O Lambros, maar dat was het wel. Ik ben maar één keer in het stadje (Chorio, ofwel Skyros-stad) geweest, waar ik toevallig Niko, een Nederlander die daar al jaren woont, tegen het lijf liep. We hebben samen gezellig geluncht. Chorio is een charmant plaatsje, maar om op de platia te komen, moet je een geweldig steile helling op, steiler dan de Muur van Geraardsbergen. Meestal laat ik me door een taxi afzetten bij de Platia en loop ik terug naar Aspous, een wandelingetje van veertig minuten, maar daar was ik dit keer te lui voor. Of de angina zat al een beetje te werken. Hoe dan ook, ik heb me na de lunch weer comfortabel laten terugbrengen naar het hotel.
Het was wat stil in Aspous. Ik dacht dat half september het vakantieseizoen nog niet geheel op zijn einde zou zijn, maar dat gold niet voor Aspous. Daar was men al aardig in de winterstand aan het raken. Na het weekeinde had ik het hotel geheel voor mezelf. Dat stelde wat teleur, maar ja, je kunt de mensen niet aan de haren naar binnen slepen. Ik bedoel, dat kan wel, maar dat bevordert de gezelligheid niet. Ook de strandbars waren al dicht, eigenlijk kon je alleen terecht bij O Lambros, die het hele jaar open is, want die trekt klanten van over het hele eiland, en het visrestaurant aan de overkant, maar dat is allemaal glas en ik eet graag vis, maar niet in een aquarium.
Je begrijpt dat ik het vliegtuig heb genomen. Dat mag eigenlijk niet van de milieumilitie, maar ik ga voor een verblijf van vijf dagen natuurlijk niet eerst die vijfhonderd kilometer met de trein naar Athene, daarna nog een paar uur in een bus naar Kimi en vervolgens ruim anderhalf uur op de veerboot, als ik er in vijfendertig minuten naartoe kan vliegen. Als ik in Athene had gezeten, was het anders geweest. Van daaruit is het over land en zee een leuke reis. Eerst met de KTEL, de lange afstandsbus, naar Evia, die je in Kimi naast de boot aflevert. De overtocht is net niet te lang, iets korter zelfs nog dan van Alexandroupolis naar Samothraki, en het binnenvaren van Linaria is een kleine belevenis. Ze zetten zelfs de muziek voor je aan.
Nadat de keel was genezen, heb ik me naar de belastingconsulent (een oud-leerling van je broer Savvas) gerept om hem te betalen voor de aangifte van dit jaar. De aanslag zelf heb ik direct na aankomst al betaald, zodat we heel even, hoop ik, een paar maanden van de fiscus zijn bevrijd, al dreigt er nog iets te komen over 2015. Ja, ja, men is er hier als de kippen bij! Ik kreeg van zijn lieftallige secretaresse zomaar 50% korting. In april kreeg ik van 'meneer Ioannis' een fles heerlijke tsipouro mee en nu die korting. Geen idee waaraan ik het te danken heb. Die secretaresse heet ook Stella. Wie weet vandaar. 'What's in a name?' zou Shakespeare zeggen.
In gedachten, altijd,
Kees
Thessaloniki, 27 september 2022.
Foto: auteur