Lieve Stella,
Het afgelopen weekeinde hadden we het Big Rivers festival in de stad, wat weer een groot succes was, wat mij betreft. Je hebt natuurlijk altijd mensen die vinden dat er te veel van dit (coverbands) en te weinig van dat (peperdure internationale artiesten) zijn, maar daar haal ik mijn schouders over op. Ik genoot van de geweldige sfeer in de stad, vooral omdat het prachtig weer was met heerlijke, zoele zomeravonden. Heel even dreigde het mis te gaan toen het KNMI met een onweerswaarschuwing kwam voor zondagmiddag, maar na twee donderslagen en een buitje van tien minuten kon het feest gewoon doorgaan en werd het, alle waarschuwingen en kleurcodes ten spijt, weer een heel aangename, droge, avond.
Onze oude vriend en collega historicus Alan Denny was voor het weekend overgekomen uit Engeland. Hij wilde zondagavond graag Indisch eten, maar Mulia was dicht en Rasa Senang is te ver van het festival dus hebben we bij Olympiada op het terras gegeten, waar we werden getrakteerd op een optreden van Brassociety, de huisband van Big Rivers die bij mij immer favoriet is. Scotch the Band, die ermee is gestopt, zoals je weet, werd deerlijk gemist, maar ik was ook heel blij met optredens van Vera & the Sleepoverclub, Salmon on a Leash, de Amazing Stroopwafels, de Badjak Boys, De Bende van Annabel, de verrassende De Doopsgezinde Gemeente en zo nog wat meer, al is het onmogelijk alles te zien en werd ik, in ieder geval zaterdag, enigszins gehinderd door mijn rug.
Op zaterdagochtend vroeg had ik een Engelstalige stadswandeling met een leuke, belangstellende groep, maar daarna te weinig tijd om mijn rug de nodige rust te gunnen, dus heb ik me af en toe met de stok-van-Klok van podium naar podium moeten slepen, met, uiteraard, een aantal tussenstops op het terras van het onvolprezen Visser. Het zal je niet verbazen dat de zaterdagavond bij Costa d' Oro werd gegeten, waarna de afloop van de avond me niet helemaal meer helder voor de geest staat. De warmte, denk ik.
Alan sloot halverwege die wandeling aan en was verbaasd over het standbeeld van Willem van Oranje in de Hofstraat, dat hij ontzettend lelijk vond. Ik vind het ook een monstrueus gedrocht, maar dat krijg je als je 'de mensen' over een ontwerp laat stemmen. Dan krijg je steevast het lelijkste ontwerp want het volk heeft van alles, maar geen smaak. Daarom ben ik ook blij tot de intralectuele elite te behoren en niet tot de aanhang van hoempa en jolijt. Gerard Reve heeft de mensen zo vaak gewaarschuwd voor de platvloerse hordes, maar niemand die echt luisterde.
Terwijl het festival voortging bleek het kabinet-Rutte er de brui aan te hebben gegeven. Het laat een spoor van onopgeloste problemen en maatschappelijke afbraak achter. Mark Rutte zelf lijkt me een heel aardige man, een geboren docent (hij geeft trouwens nog altijd een paar uur les) die maar snel helemaal voor de klas moet, dan helpt hij in ieder geval mee het lerarentekort op te lossen. Er komen nieuwe verkiezingen in november. Een nieuwe kans voor de roeptoeters van extreem rechts en links om chaos en wanorde te prediken, vrees ik, dus ik houd het op voorhand maar op iets gematigds, een beetje links van het midden, maar niet te betuttelend, want dan hebben ze het, voor je het weet, voorzien op je borrel.
De schoolvakanties zijn begonnen en normaal is het dan rustig in de straat, maar de school aan gene zijde is vertrokken naar de wijk De Staart. Althans, de bedoeling is dat de leerlingen daar hun carrière voortzetten, maar ik heb al van verschillende buurtouders gehoord dat ze dat onverantwoord ver weg vinden en hun kroost op een school dichterbij huis doen. Er komt nu een andere school in en daarvoor moet het een en ander worden verbouwd. Dat betekent een zomer lang bouwvakkers aan de overkant met al hun aanklevende herrie en klotemuziek. Gelukkig ben ik een ochtendmens en ben ik meestal op voordat het gedoe begint. Beneden heb ik er, vanwege de dubbele ramen, weinig last van, maar begrijpen doe ik het niet helemaal, want dat gebouw is een paar jaar geleden compleet gerenoveerd. Ik bedoel, ik begrijp wel dat het voor deze leerlingen moet, het is speciaal onderwijs, maar dat het toch een beetje maf is om een geschikt schoolgebouw te slopen omdat de gemeente daar een handjevol villa's wil bouwen en een pas opgeknapt gebouw weer te gaan verbouwen. Het is tenslotte allemaal wel van onze belastingcenten en wat er uiteindelijk van die villa's terechtkomt moeten we maar afwachten. Mijn vroegere schoolgebouw op de Noordendijk, dat voor de nu te slopen basisschool stond, is alweer tijden geleden afgebroken, ook om ruimte te maken voor superluxe nieuwbouw, maar daar is nog helemaal niks, nada, niets gebouwd. Ze hebben er wat zogenaamde tiny houses opgezet, want 'kleine huizen' klinkt klaarblijkelijk te Hollands, en verder ligt de boel braak.
Ik denk soms met enige weemoed terug aan de uren dat ik daar voor de klas heb gestaan, met uitzicht op het Vlij en verder weg de bomen van het Wantijpark. In die tijd zat je als leraar nog met je bureau op een podium en kon je gewoon voor de klas een sigaar opsteken. Ik denk nog weleens aan Van Wijnen, mijn bejaarde leraar geschiedenis op mulo-Groenedijk. Hij was officieel al met pensioen, maar werkte gewoon door, waarbij hij de ene sigaar na de andere rookte. Op een dag gooide hij er eentje die niet helemaal uit was in de prullenbak, die prompt in brand vloog. Toen hij het vuur wilde uittrappen, wat niet lukte, bleef de bak aan zijn voet hangen en moest de ijlings toegesnelde conciërge hem met een emmer water blussen. Goed dat hij op de begane grond lesgaf, ongeveer naast het hok van de conciërge. We turfden iedere les de keren dat hij 'juist zo' zei. Het record staat geloof ik op tweeënveertig.
Dat was in het jaar dat een wiskundeleraar op een ouderavond tegen mijn moeder zei: 'Het is een aardig ventje, mevrouw Klok, maar er zal weinig van hem terechtkomen.' Niet eens zo gek veel jaren later waren we collega's. Hij nog steeds derdegraads wiskunde en ik doctorandus in de geschiedenis. In mijn boek Van chagrijn worden de leukste gezichten lelijk kun je lezen hoe dat allemaal zo gekomen is. Die wiskundeleraar had als bijnaam de Vuurtoren vanwege zijn rode haar. Hij rookte pijp voor de klas, een forse met een rechte steel. Als hij de klas betrad, hij liep niet, hij schreed, kwam altijd eerst die pijp om de hoek van de deur. Je kon hem ermee uittekenen.
Nu staan mijn oud-collega's die nog roken met hun peuk of sigaar in de pauze buiten het hek van het schoolterrein te paffen. Ik dank Onze Lieve Heer dat ik tijdig uit het onderwijs kon vertrekken, ik weet zeker dat, als ik nog zou werken, ik uit afkeer van die anti-rookterreur op een dag in de docentenkamer zou opsteken en vervolgens vermoedelijk worden ontslagen. De dwarse puber in mij is nog steeds niet helemaal verdwenen, wat ook bleek uit mijn omgang met die idiote avondklok tijdens de covid staat van beleg.
Ik geloof dat ik weer eens een flink eind ben afgedwaald, maar dat ben je van me gewend. Ik wilde je nog even laten weten dat ik mijn volgende reis naar Griekenland alweer heb geboekt, ook al duurt het vertrek nog even. Ik vlieg opnieuw business class. Reizen is al vervelend genoeg, zeker met de rug, al moet ik die kwaal niet overdrijven. In de familie en vriendenkring gaat de een na de ander aan afschuwelijke ziekten dood. Een paar dagen geleden neef Christos nog, aan een aneurysma. In mei ben ik nog fris en vrolijk met hem uit eten geweest. Hij was op leeftijd, dat wel, maar je weet wat Jean Paul Franssens ooit schreef in Zuiderkerkhof 1: 'Geen sterveling van wie je houdt heeft ooit een leeftijd om dood te gaan'.
In gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht, 13 juli 2023
Foto: Cees Kloosterman