Hij dacht dat Julia aan covid-19 was overleden. Dat ging rond op haar begrafenis. Achteraf bleek het een darminfectie, de laatste klap voor haar toch al wankele gezondheid. In zijn ruime kring vrienden en bekenden hebben een stuk of acht het virus opgelopen. Twee daarvan kampen met langdurige vermoeidheid, eentje moest naar het ziekenhuis. Die was na drie dagen weer thuis en fietst, na twee weken, alweer fluitend door de stad. De rest merkte er weinig van. Wat verkouden, wat spierpijn. De mortaliteit van covid-19 is hoger dan van 'gewone' griep, zegt de WHO, maar beduidend lager dan van de Spaanse griep, laat staan de builenpest, de Zwarte Dood.
Zijn vader overleed aan een verkoudheid. Die ontwikkelde zich razendsnel tot een longontsteking. Hij verbleef tijdelijk in een gesticht vanwege lichamelijk ongemak. De gestichtsarts had niets in de gaten. Er waren geen mondkapjes, er was ook geen handgel, afstand bestond niet. Oude mensen in gestichten gingen in de winter nu eenmaal op grote schaal dood, hoe verdrietig ook voor de nabestaanden. Eén onervaren dokter voor het hele gesticht vond men wel genoeg.
Hij had zijn vader graag nog een tijdje gehouden, maar een mens legt zich snel bij het onvermijdelijke neer. Hij weet niet of zijn 'netwerk' symptomatisch is voor het land. Hij is gestopt zichzelf bang te maken.
Foto: auteur