In zijn kinderjaren maakten ze regelmatig een uitstapje naar Slot Loevestein. Dan namen ze de trein naar Gorkum, staken vandaar met het veer over naar Woudrichem en liepen vervolgens door dat charmante stadje naar de roeiboot die hen overzette naar het slot. Als het bootje aan de overzijde van de rivier lag, moest je een bel luiden. In zijn herinnering was het op zo'n dag altijd zonnig.
Een gids leidde hen bij elk bezoek rond en vertelde uiteraard het beroemde verhaal van Hugo de Groot en zijn boekenkist. 22 Maart 1621 was de dag van zijn ontsnapping. Of het ook werkelijk in die kist was, weet hij niet. Er zijn drie kisten die Hugo opeisen. De rondleidingen verveelden nooit, al kende hij het verhaal van Loevestein na verloop van tijd uit het hoofd. Hij had zo zijn eigen, romantische gedachten over het verleden als hij over de vestingwallen zwierf. Hij sluit niet uit dat Loevestein ertoe heeft bijgedragen dat hij geschiedenis ging studeren.
In die studietijd ging hij regelmatig met vrienden uit fietsen. Dan namen ze vanuit Dordrecht het veer van de Kop van 't Land naar Brabant en reden over de dijk via Sleeuwijk naar Woudrichem. Soms staken ze over naar Loevestein, andere keren bleven ze in Woudrichem, alvorens via dezelfde weg terug te rijden. Je moest vooral niet te laat komen bij de pont naar het Eiland van Dordrecht. Dan was je goed de lul en moest je helemaal omfietsen via de brug bij Gorkum. Dat betekende nachtwerk.
Foto: auteur