Een wijze oud-collega vond dat het zinloos is om je zorgen te maken over een probleem, voordat het probleem zich voordoet en dat het even zinloos is je te ergeren aan iets waaraan je toch niets kunt doen. Toch ligt hij weleens wakker van een probleem dat zich misschien zou kunnen voordoen en ergert hij zich aan zaken waar hij bijna onmachtig tegenover staat. Vanmorgen rond acht uur reed een veegwagen van de gemeente zijn bescheiden straat in. Vanaf die tijd tot elf uur was het ding bezig met een hels lawaai, stoep op, stoep af, op onhandige wijze het straatvuil op te vegen, lomp manoeuvrerend tussen geparkeerde auto's en uiteindelijk met een mager eindresultaat. Hij dacht aan de kreet 'werk zoveel mogelijk thuis', die je tot voor kort vanwege covid hoorde.
Hij denkt aan de tijd dat hij in Thessaloniki woonde, aan een plantsoen met veel bomen en struiken. Iedere ochtend verscheen daar een dame of heer van de reinigingsdienst met een handkarretje en een veger. Zonder noemenswaardige geluidsoverlast werd het vuil tot vanuit de kleinste hoeken en gaten in het karretje gedeponeerd, door iemand die en passant aan gezonde lichaamsbeweging deed. En dat terwijl men in Griekenland 'het milieu' in veel minder opzichtige mate belijdt als de vroede vaderen van zijn stad, Dordrecht.
Even dacht hij aan een oplossing. De politie bellen wegens geluidsoverlast? Of de chauffeur eenvoudig uit zijn karretje trekken? Daarna kwamen de woorden van de wijze oud-collega weer boven en is hij koffie gaan zetten.
Foto: auteur