zaterdag, mei 21, 2022

Verademing




Lieve Stella,


Gisteren ben ik eindelijk weer eens fysiek bij een symposium geweest, in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. Het ging over de Griekse onafhankelijkheidsstrijd, die begon in 1821. Het was natuurlijk de bedoeling om dat vorig jaar te doen, maar toen gooide corona roet in het eten. Wetenschappers waarschuwen nu al voor een nieuwe covid-golf en uitten onlangs hun bezorgdheid, want in feite is door de overheid nog bitter weinig, zeg maar niets, ondernomen om daar goed op voorbereid te zijn. Dit uiteraard terzijde.


Het aardige van het symposium was, dat een internationaal perspectief werd gekozen en er daarom ook ruimte was om de geschiedenis vanuit Osmaans gezichtspunt te bezien. Ik ken geen Turks en ben dus afhankelijk van bronnen in het Grieks en andere talen die ik kan lezen of van vertalingen. Goed dus om over het Osmaanse perspectief te horen. De voertaal was Engels. Dat is op zulke bijeenkomsten weleens een probleem. Er waren een paar sprekers van wie het Engels, heel mild gezegd, niet erg verstaanbaar was. Ook was niet iedereen even begenadigd wat de voordracht betreft. Er werd veel voorgelezen. Ik vind dat dat eigenlijk niet kan, maar ik heb makkelijk praten met mijn zesendertig jaar onderwijservaring, terwijl ik van nature een extraverte flapuit ben die zijn mond maar een duw geeft. Het interesseert me weinig of ik een gezelschap van vijf of vijfhonderd mensen moet toespreken, maar niet iedereen heeft die afwijking, dat begrijp ik ook wel. Toch zouden universiteiten en hogescholen er baat bij hebben om studenten en personeel meer gelegenheid te geven zich te bekwamen in het spreken in het openbaar en in de uitspraak van het Engels. Het is toch zonde dat iemand veel tijd en moeite steekt in een verhaal om vervolgens bijna onverstaanbaar van een papiertje te brabbelen?


Hoe dan ook, het was na die ellendige coronajaren (waarvan de dreiging nog steeds niet over is, maar de politiek maakt zich liever drukker om de sms'jes van Mark Rutte) een verademing om me weer eens gewoon in gezelschap van anderen op niveau bezig te kunnen houden met geschiedenis. Ik moest er wel vroeg mijn bed voor uit, want het begon om negen uur. Gelukkig reed de Intercity Direct, iets waarvan je nooit zeker kunt zijn, zodat ik het net op tijd haalde. Ik was lang niet in Amsterdam geweest, dat in een reusachtige bouwput blijkt veranderd, wat de wandeling van het station naar de Singel er niet aangenamer op maakte. 's Avonds de metro maar genomen. Weer helemaal terug zijn de blowende en tetterende toeristen. De straten zijn ook nog even smerig als voor corona. 


Na de afsluitende borrel, waarbij ik gezellig heb bijgepraat met een aantal medeleden van het Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse Studies, had ik een afspraak met Bart en Claudia Damen voor een hapje en een borrel in café Van Wees aan de Heerengracht. Dat was heel aangenaam, maar erg laat hebben we het niet gemaakt, omdat ze in het weekeind gaan hardlopen, ergens in Brabant. Lopen is een prettige bezigheid. Net als bij Dickens verruimt het bij mij de geest en voedt het de inspiratie, maar sneller dan een kilometer per kwartier hoeft niet. Ik ben een aanhanger der traagheid, maar ja, die twee zijn nog piepjong en dan moet de energie eruit. Ik herinner me nog dat ik dertig werd en dacht dat het leven al zo'n beetje voorbij was. Achteraf moest het toen nog beginnen. Vijf jaar later leerde ik jou kennen en brak mijn Gouden Eeuw aan.


Het was een beetje een week van de geschiedenis. Ik ben niet alleen nog een keertje ingevallen voor een historische stadswandeling (vooruit, nog eentje dan), maar ook waren Anke en Lienke van Nugteren een paar dagen in Dordrecht met Philip Mansel, je weet wel, auteur van dat geweldige boek Constantinople. City of the World's Desire 1453-1924 en van die indrukwekkende biografie over Lodewijk XIV, waar ik je, meen ik, al eens over heb geschreven. Philip was onderweg naar een conferentie in Leiden. Hij was al van plan om voor de coronatijd Hollands oudste en mooiste stad te bezoeken en nu is het er dus eindelijk van gekomen. Dordrecht viel hem niet tegen en hij is van plan om later in het jaar nog eens terug te komen. 


We hebben, ook met Guus erbij, veel over de geschiedenis van Dordrecht en Thessaloniki gesproken. Zoals je weet is Philip niet alleen court historian, maar houdt hij zich ook bezig met de geschiedenis van steden in de Levant en dat sluit uiteraard aan bij mijn belangstelling voor de geschiedenis van de oostelijke Middellandse Zee. Ik zou weer eens naar Cyprus moeten, maar daar zal het dit jaar wel niet meer van komen. Nadat Philip afreisde naar Leiden zijn Anke & Lienke nog een nachtje gebleven, wat erg gezellig was. Het weer werkte mee, dus het was aangenaam toeven op de terrassen van Visser en Olympiada. Dat was gisteren even anders. Het was 's morgens heerlijk weer, maar toen ik na het symposium naar buiten stapte bleken de straten nat en was de temperatuur minstens vijftien graden gedaald. Ik had daar niet op gerekend. Dom, want het weer is in Nederland net zo betrouwbaar als de landelijke politiek. Ik had wel het geluk dat het onderweg naar de metro bijna droog was.


Dit weekeinde is, na vier jaren stilte, het Stoomfestival weer in Dordt. Dat betekent dat weer regelmatig de stoomtrein voorbijkomt, met twee van die indrukwekkende locomotieven. Ik zie het graag, want die machines roepen allerlei herinneringen op. Aan de vakanties in Newton-le-Willows, waar we 's morgens werden gewekt door de locomotieven die op stoom kwamen, en aan de verhalen van opa Klok, die tot zijn pensioen op zo'n ding reed. Je mag gerust stellen dat mijn vader zijn bestaan aan de spoorwegen dankt, want opa kreeg als standplaats Rotterdam en moest daar in de kost bij een jonge weduwe, waar van het een het andere kwam. Zo ging dat in die jaren: je ging als jonge, vrijgezelle man ergens in de kost of in pension en als oude, eenzame man werd je opgeborgen in het oudemannenhuis. Gezellig met zijn vieren op één kamer, elk een bed en een kastje en in het midden een tafel met vier rechte stoelen, een grote asbak voor de sigaren en een kwispedoor voor de fluimen van de pruimtabak. Wat is er toch veel moois uit het verleden verloren gegaan. Gelukkig heeft het neoliberalisme van tegenwoordig gezorgd voor woningnood, onbetaalbare huren en nog heel wat ander ongerief, maar daar heb in mijn vorige brief al over geschreven.


In gedachten, altijd,


Kees


Dordrecht, 21 mei 2022 


Foto: auteur



Geen opmerkingen: