Lieve Stella,
Afgelopen donderdag was ik bij het afscheid van Peter Schoon, de directeur van de Dordtse musea en het regionaal archief. Hij is met pensioen gegaan. Na twintig jaar directeur te zijn geweest. Eerst van het Dordrechts Museum, later ook van het Huis van Gijn en het historisch museum in het Hof.
In de goed gevulde zaal van theater Kunstmin werd als eerbetoon een programma aangeboden met sprekers, uiteraard, en mooie muziek. Twee bands, waarvan ik de naam niet meer weet, omdat ik het programmablad tijdens de receptie daarna, in het Dordrechts Museum, kwijt ben geraakt. Ik kan het ook niet even snel opzoeken, want ik heb grote problemen met mijn laptop, die tijdens mijn verblijf in Athene ineens ondragelijk langzaam begon te werken. Ik ben hem nu opnieuw aan het installeren. Hij geeft aan dat dat nog even duurt. Zolang schrijf ik je op het oude rammelbakje van Toshiba, dat ik alleen nog maar gebruik als opslagplaats en, zoals nu, als veredelde tekstverwerker. Met het internet is hij niet meer verbonden, want dan heb ik over vijf minuten vijftig virussen in huis. Ik geloof dat ik afdwaal.
Peter heeft dat eerbetoon dik verdiend. Hij heeft veel betekend voor de Dordtse musea en in het bijzonder voor de collectie van het Dordrechts Museum. Helaas heb jij de verbouwing en uitbreiding van dat museum niet meer meegemaakt, maar ook van het 'oude' waren wij grote liefhebbers. Ik moest direct denken aan de tentoonstelling over Griekse goden en helden, die eerst in Athene te zien was en daarna in het Dordrechts Museum. Je herinnert je vast die avond dat ik in een soort van toga als nepfilosoof mensen rondleidde en daarbij een aantal Griekse mythen vertelde. Daarna dronken wij in het oude café Mignon samen met Peter Schoon en de directrice van de Pinakotheek uit Athene heel gezellig een borrel. Niet lang daarna overleed die mevrouw, zodat van de voorgenomen ontmoeting in Athene niets meer kwam.
Peter gaf onmiddellijk toestemming om het schilderij Groothoofd bij maanlicht van Jongkind te gebruiken voor jouw postume dichtbundel en alleen daarom al kan hij geen kwaad bij mij doen. Uit het fraaie liber amicorum, dat we bij het afscheid na de receptie kregen, blijkt dat hij een liefhebber is van de negentiende eeuw, in het bijzonder de periode van de overgang naar de moderne kunst. Precies de tijd mij ook zo boeit.
Ik hoorde in de wandelgangen dat er een tentoonstelling komt die gewijd is aan het werk van Jan Veth. Ik kijk daar naar uit. Als het er tenminste ooit nog van komt. Door de escalatie van de oorlog in de Oekraïne is er een serieuze dreiging van een kernoorlog ontstaan en dan is het eenvoudigweg afgelopen voor de aarde en de mensheid. De natuur zal er na een paar duizend jaar wel weer bovenop komen, maar de mensheid? Ik merk ineens dat mijn doorgaans redelijk optimistische levensopvatting is omgeslagen in een ernstig pessimisme. Als ik door de stad loop krijg ik soms even een visoen van smeulende, stinkende puinhopen, waarin geen enkele vorm van leven meer is te bespeuren. Dan spoed ik mij maar snel naar Visser voor een glaasje wijn. Voor mezelf ben ik niet zo bang. Ik leef na mijn hartstilstand met wonderbaarlijk goede afloop al zes jaar in blessuretijd. Een cadeautje dat wat mij betreft nog even mag duren, maar zo niet, nu ja, ik kijk terug op een leven waarvoor ik me niet hoef te schamen, maar waarvan het overgrote deel toch al voorbij is. Je zou echter maar jong zijn en nog van alles van de toekomst verwachten. Je zou maar, zoals nichtje Danielle en de laatste lichting oud-leerlingen die ik had, net aan kinderen zijn begonnen. Als ik daaraan denk, krijg ik het benauwd.
Spreekstalmeester bij het afscheid van Peter was Arno Brok, onze vorige burgemeester, die nu commissaris van de koning in Friesland is. Een man die evengoed cabarettier of acteur had kunnen worden. Hij deed het meesterlijk. Aan het eind kwam onze huidige burgemeester het podium op om Peter te verrassen met het ereburgerschap van Dordrecht. In het rijtje bij Kees Buddingh´, Top Naeff, Jan Eijkelboom enzovoort. Er zal op het internet wel een lijstje van alle ereburgers zijn, maar dat kan ik nu niet raadplegen, want met de computer schiet het niet op. Die staat zichzelf al uren te installeren, wat de vrees oproept dat ik morgen waarschijnlijk in de computerwinkel sta om een nieuw exemplaar aan te schaffen. Gelukkig heb ik een back up van alle bestanden, maar je moet nog maar afwachten of die zich laten terugplaatsen. Het ding heeft eigenlijk van meet af aan slecht gewerkt. Hij was altijd al een beetje traag en er haperde regelmatig wat aan, maar waarom het in Athene ineens helemaal mis ging, daar heb ik geen idee van.
De dag voor het afscheidsfeest ben ik teruggekomen uit Thessaloniki. Gezien alle paniekberichten over chaos op Schiphol (hoezo paniek, op Schiphol heerst toch meestal chaos?) had ik me op het ergste voorbereid, maar de reis verliep onverwacht vlot. De taxi was stipt op tijd, het vliegtuig maar een kwartiertje te laat, we hadden een purser met een prettig gevoel voor humor, de koffer kwam na een half uur wachten al van de band en na de Intercity Direct had ik in Rotterdam onmiddellijk aansluiting op een intercity naar Dordrecht. Daar kom je dan aan op een station waarvan alle liften (alle vijf!) buiten werking waren. Nu ben ik nog wel in staat om die koffer een trap op en af te dragen, maar je zou maar slecht ter been zijn, of iets anders mankeren. Dan moet je naar een paal voor noodgevallen om een knop in te drukken en daarna heel hard te hopen dat er een stem van een levend wezen, ergens in het land, uitkomt, die iemand kan sturen. NS personeel zie je op station Dordrecht vrijwel niet meer, maar wie weet kom je in zo´n geval onverwacht een vriendelijke jongeman of jongedame tegen die uitkomst biedt.
Ik was door de vlotte terugreis vroeg in de avond thuis, zodat ik nog maar even naar Visser ben gefietst. Het was koningsdag in de stad. Mijn hemel, overal in oranje gestoken, stomdronken figuren. Het was zelfs zo erg dat Visser om half negen sloot, ze waren al dat bezopen volk kennelijk zat. Ik ben nog even met een kennis naar De Lachende Monnik gefietst, maar daar hadden ze de tent ook al dichtgegooid. Toen ben ik thuis maar braaf de koffer uit gaan pakken. Ik had daarna geen zin meer om de deur uit te gaan naar het vuurwerk op het Groothoofd. Ik houd niet van massa´s en zeker niet van een benevelde, oranje massa. Koningsdag, het is leuk voor kinderen en demente bejaarden, maar geef mij maar de Dag van de Republiek.
De laptop zegt al drie kwartier dat voor de installatie nog ´ongeveer vijftien minuten´ resteert. Ook in dit geval begin ik mijn optimisme in snel tempo te verliezen. Ik geloof dat ik maar een knoop doorhak en vandaag nog naar de winkel fiets. Heb ik er misschien nog even wat aan, voor de apocalyps komt.
In gedachten, altijd,
Kees
Dordrecht, 2 mei 2022
Foto: auteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten