Wanneer ik pijp en sigaren ben gaan roken herinner ik me niet precies, maar in ieder geval genoot ik er als student al van. Ik denk er graag aan terug. Vooral een pijp roken, meestal met goede Deense tabak, vond ik jarenlang heerlijk. Ik heb het roken er negen jaar geleden aan gegeven, wat geen probleem was. Ik rookte nooit over mijn longen, waardoor je nauwelijks nicotine binnen kreeg en er van verslaving geen sprake was.
Ik ben wel met tegenzin gestopt, op advies van mijn cardioloog. Die tegenzin komt voort uit mijn grote weerzin voor verbieders en betuttelaars in het algemeen en anti-rook zeloten in het bijzonder. Wij hadden een collega op school die het roken fanatiek bestreed. Hij was van nature al geen lachebekje, maar zijn buitengewoon onaangename gedrag jegens rokende collega's was niet alleen lomp, maar nogal opvallend. Op een dag begrepen we waarom. Tijdens een personeelsuitje nam hij zijn vrouw mee, die de hele dag sigaretten rokend rondliep. De grote anti-roker, die voor de klas ook nog eens buitengewoon autoritair was, bleek een laffe pantoffelheld.
Een tijdje geleden besloot ik weer eens een pijp te stoppen. Ik heb in mijn noodpakket ook een voorraadje tabak. Het smaakte me absoluut niet meer. Geen idee waarom, maar misschien verandert je smaak met de jaren. Als ik Indisch of Surinaams eet, vind ik het ook al snel te heet, hoewel ze mij in Suriname ooit een 'pepervreter' noemden. Mijn pijpenrek heeft sindsdien de status van museumstuk. Het zij zo.
Foto: archief auteur