zaterdag, februari 22, 2025

Pijplijn




Wanneer de presentatie plaatsvindt weet ik nog niet, want ik ben pas toe aan het corrigeren van de eerste drukproef, maar mijn volgende boek zit er aan te komen. Het is het derde - en laatste - boek met brieven aan Stella. Natuurlijk is het wat merkwaardig dat iemand, zeventien jaar na haar overlijden, nog iemand brieven aan haar schrijft. Dat is in de eerste plaats een literaire onderneming, die min of meer in het verlengde ligt van het bijhouden van een dagboek, iets waarmee ik mij ook al vele jaren bezighoud, zoals de lezers van mijn literaire dagboeken weten. Ook aan een nieuw deel literair dagboek wordt gewerkt. Hopelijk verschijnt dat in 2026.


In de tweede plaats is het een vorm van contact houden met Stella, die ik nog steeds als mijn partner beschouw, ook al denkt de burgerlijke stand daar anders over. Die ziet een weduwnaar als een alleenstaande. Feitelijk is dat natuurlijk ook zo, maar ik zie dat net even anders.


Er zit wat boeken betreft nog meer in de zogenaamde pijplijn. De avonturen van Warnaar, bijvoorbeeld, en ook op geschiedenisgebied is een en ander in beweging. Met collega Guus ben ik bezig met een onderzoek naar het patriciaat in Dordrecht in de 18e en 19e eeuw. Een meerjarig onderzoek, verwachten we. Voorlopig zijn we nog bezig aan het literatuuronderzoek, daarna volgt het archiefonderzoek, in het Hof in Dordrecht, met uitzicht op een van de mooiste, historische plekken van Nederland.


donderdag, februari 06, 2025

Kunstwerk jubileert





Het kunstwerk Ars celare artem van Ton van Dalen werd dertig jaar geleden geplaatst op de Noordendijk, of liever in de Noordendijk in Dordrecht. Dat was de aanleiding voor het schrijven van een verhaal met dezelfde titel dat werd opgenomen in mijn bundel korte verhalen IJzeren logica. Vanwege het jubileum publiceer ik het hier opnieuw.



ARS CELARE ARTEM


Het noordelijk gedeelte van de hoofdwaterkering rond het Eiland van Dordrecht heet voor de hand liggend Noordendijk. Hij begint aan de rand van het stadscentrum. De enige windmolen die Dordrecht nog heeft staat er te pronken. Een groot deel van de negentiende-eeuwse bebouwing is verdwenen. Het schipperscafé de Vrijheid, helemaal aan het begin, is op het nippertje gered, maar wat er nog staat aan huizen wacht op de sloop of is vervangen door zouteloze nieuwbouw. Voorbij de molen ligt een verlaten kantoorgebouw van het elektriciteitsbedrijf. Veel grauw beton en gebroken glas. Het soort pand waarin Amerikaanse pornofilms worden opgenomen. Het is een dijk waarover je uitsluitend uit noodzaak loopt.

De Noordendijk heeft ogenschijnlijk niets vertederends en toch mag ik er graag wandelen. Ooit kwam ik er vrijwel dagelijks. De vriend waarmee ik m.o.-geschiedenis studeerde woonde er, in een krot dat ook allang tegen de vlakte ligt. Van zeven tot tien zaten we achter de boeken, daarna schoven we op naar de Vrijheid. Daar liep het regelmatig uit de hand. Mijn studiemaat leed nogal onder zijn verlegenheid. Vrouwen durfde hij pas aan te spreken als hij dronken was. Als versierder was hij daardoor geen succes, maar soms verdween hij stilletjes met een weduwe in de overgang, die weleens wat anders wilde dan haar rantsoen Tia Maria. Dan bleef hij een tijdje weg uit het café. Toen hij op een ochtend wakker werd naast een gespierde lesbische beeldhouwster die nog lavelozer was geweest dan hij, besloot hij te verhuizen. Een paar jaar later was hij dood, gesloopt door een ellendige vorm van kanker.

Op de Noordendijk ligt een indrukwekkend kunstwerk. Het is in het voorjaar van 1995 gemaakt door Ton van Dalen. Tussen de rijweg en het trottoir loopt een betonnen rand, die bij extreem hoge waterstanden de vloed moet keren. In die rand heeft Van Dalen vierenvijftig gaten geboord, waarin buurtbewoners een voorwerp hebben gestopt dat hun dierbaar was. De gaten heeft hij afgesloten met gietijzeren deksels waarop de spreuk Ars celare artem staat, vervlochten met het silhouet van de rivierkruising ten noorden van het eiland (waar Merwede, Oude Maas en Noord samenkomen). Met dit monument heeft Van Dalen de dijk tot leven gewekt, een hart gegeven. De vaak ontroerende verhalen die verbonden zijn aan de afgestane voorwerpen zijn door Gert van Engelen opgetekend in een schitterend boek met de titel Putjes in de dijk. Van Dalen heeft de verhalen geïllustreerd met tekeningen van de verborgen voorwerpen.

Altijd lijkt het te waaien op de Noordendijk. Plotselinge ruk- en valwinden sjorren aan mijn kleren. Onheilspellend loeien ze door de gebroken ramen van het elektriciteitskantoor. Ze laten de oude molen op zijn fundamenten trillen. Een fietser zwoegt, de dijk vervloekend, voorbij. Ik loop op weg naar de Vrijheid langs de putjes van Ton van Dalen en denk aan nummer vijfenvijftig. Het putje van mijn eigen herinneringen.


In: Kees Klok, IJzeren logica, verhalen. Liverse, Dordrecht 2009


dinsdag, februari 04, 2025

Poëzieweek



Omdat het poëzieweek is, voor de verandering een gedicht op dit weblog. Het staat in mijn jongste bundel Voor je het weet, die te bestellen is bij de boekhandel, de uitgever (Liverse) of eenvoudig met een mailtje bij mij. Het adres vind je op keesklok.nl


Vertrek


Op weg naar het vliegveld

reed de taxi langs het bos

waar we ooit dagelijks voor 

het ontbijt gingen wandelen.


Soms droom ik nog de route: de eenzame 

pijnboom, de scheefgeroeste brandkraan,

het benedenkapelletje, de schaduwvallei

die leidde naar de bovenkapel.


Vandaar zagen we de stad in de diepte,

de havenkranen, de schepen op de rede,

met een beetje geluk de Olympos

aan de overzijde van de baai.


Niet lang na je dood kwam ik boven en zag 

dat de bankjes waar we altijd zaten

waren weggehaald. We waren 

niet meer welkom in het bos.