zaterdag, juni 21, 2025

We zijn er klaar voor




We leven niet in een ideale wereld, dat weet ik ook wel, en op allerlei leidende posities zitten schurken, oorlogsmisdadigers en verwarde idioten, namen hoef ik niet te noemen, iedereen kent ze, maar ik word langzamerhand doodziek van al dat gekwaak over miljarden meer steken in het versterken van onze defensie ter bevordering van de zogenaamde veiligheid. De geschiedenis leert dat al die oorlogshitserij alleen maar leidt tot een nieuwe wapenwedloop en als iets bedreigend is voor de veiligheid dan is het dat wel.


De Russen zijn erop uit de voormalige Sovjet-Unie in ere te herstellen, zo klinkt het, en wie weet willen ze daarna wel de rest van Europa onder de voet lopen. Wanneer hebben we dat eerder gehoord? In de Koude Oorlog. Een historische periode waar onze jeugd niet of nauwelijks meer wat van weet, omdat we ons geschiedenisonderwijs in de afgelopen decennia grotendeels naar de verdommenis hebben laten gaan.


We moeten vele miljarden investeren, luidt het, om ons de Russische overmacht van het lijf te houden. De Russische overmacht? Kijk even naar de militaire verhoudingen tussen Rusland en de Navo. Zelfs zonder Amerika, onder Trump afgegleden naar de status van onbetrouwbare bondgenoot, als je nog van bondgenoot kunt spreken, staat de Navo sterk genoeg tegenover de Russen, als die er al op uit zouden zijn om met hun tanks het Hollandse polderland te komen omploegen. Toegegeven, een zwak punt is de vrijwel volledige afhankelijkheid van Amerikaanse wapensystemen en technologie, maar de Europese Navo-bondgenoten hebben genoeg in huis om op termijn van die afhankelijkheid af te komen. Dat hoeft niet op stel en sprong, doe het geleidelijk en let daarbij een beetje op de centen.


Het lijkt een gekte te worden, die oorlogshitserij. Iedere dag op de sociale media advertenties om bij defensie te komen werken. Vooral vrouwen worden opgestookt om dat te doen. De ideale baan, zo wordt het voorgespiegeld. Klaargestoomd worden om in een loopgraaf te creperen. Fijn carrièreperspectief.


Noodpakketten in huis, ook zoiets. Nuttig hoor om een paar flessen water en een paar blikken knakworst op de bovenverdieping te zetten in het geval van een overstroming, maar denken ze nu echt dat je overlevingskansen daarmee stijgen als er bommen in de buurt vallen? Het lijkt me vooral een buitenkans voor de fabrikanten van noodradio's. De reclames voor die dingen tieren eveneens welig in de sociale media.


In 1962 brak de Cubacrisis uit. Weten de meeste jongelui ook niet meer. De BB (Bescherming Bevolking, een soort Dad's Army avant la lettre) verspreidde een boekje waarin stond dat je onder de trap moest gaan zitten als er een kernbom in de buurt viel. Dat bij gebrek aan schuilkelders in de buurt. Nu komt dat soort goede raad via het internet. We zijn nog even krankzinnig als toen, maar gelukkig zijn we paraat!


Foto: archief auteur


woensdag, mei 28, 2025

Sjoelen met Johan de Witt




Vierhonderd jaar geleden werd Johan de Witt geboren. Het Dordrechts Museum wijdt er een tentoonstelling aan, vergezeld van een fraai uitgevoerde en informatieve catalogus. Deze zomer besteedt ook de Dordtse bibliotheek aandacht aan Johan de Witt. Iedereen die de vestiging in het centrum bezoekt gaat aan het standbeeld van Johan en zijn broer Cornelis voorbij en zet misschien wel de fiets daar neer, want beide broers, stammend uit een geslacht van kooplieden en ondernemers, drijven heden ten dage een fietsenstalling. Daar wordt door allerlei mensen over gemopperd, maar ik vind dat helemaal niet zo gek. Naast de strijd tegen het water, is de fiets een van de kenmerken van 'de' Nederlander, die mag daar van mij best in beeld.


In het weekblad Dordt Centraal van 28 mei lees ik dat veel jongeren niet bekend zijn met de naam De Witt. Dat klopt, vrees ik. Dat is het gevolg van de teloorgang van het geschiedenisonderwijs en van onnozelheid of desinteresse. Soms komt het later goed. Het valt mij bij lezingen steeds weer op dat allerlei mensen die geschiedenis niet in hun 'profiel' hadden of bij de geschiedenisles geen enkele belangstelling toonden, later juist wel die interesse in zekere mate hebben ontwikkeld. Dat er een wachtlijst is voor de cursus Dordtologie stemt mij wat dat betreft ietwat optimistisch en gelukkig heeft Nederland nog enkele bekwame historici die naast wetenschappelijke ook goed leesbare publieksboeken schrijven. Bovendien: jongeren hoeven in hun jeugd niet alles te weten. We doen in Nederland toch aan 'levenslang leren'? Of is dat inmiddels ook al wegbezuinigd door ons kolderkabinet?


"Jongeren zijn denk ik niet bekend met de naam. Hij was echter een groot staatsman en is belangrijk geweest voor onze democratie," zou volgens Dordt Centraal projectleider bij de bibliotheek David Timmer in het Algemeen Dagblad hebben gezegd. Als dat klopt zou hij een opmerkelijk gebrek aan historisch besef hebben geëtaleerd. Johan de Witt belangrijk voor onze democratie? Dat is rabiate onzin. Hij was belangrijk voor allerlei zaken die de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tijdens zijn raadpensionarisschap betroffen en en-passant ook voor de wiskunde, maar democratie? Daar was in de zeventiende eeuw nog lang geen sprake van. De steden, die via de gewestelijke staten (en indirect dus in de Staten Generaal) in de Republiek de dienst uitmaakten werden bestuurd door een kliek van (invloed)rijke regentenfamilies, die de macht zoveel mogelijk binnen eigen kring hielden. Het volk had niets in te brengen, de ambachtslieden, althans in Dordrecht, een heel klein beetje via de gilden. Dat noemen we oligarchie en bij mijn weten had Johan de Witt daar niets op tegen. Mij is niet bekend dat hij ooit iets in zijn talrijke correspondentie heeft opgemerkt over het begrip democratie, tenzij hij het misschien over het klassieke Athene had, absoluut geen democratie in de zin zoals wij die opvatten. Ik word graag gecorrigeerd als ik het fout heb.


Ik vind het als historicus uitstekend dat er veel aandacht is voor de betekenis van Johan de Witt en dat men daar ook jongeren bij wil betrekken, als het maar niet zo is dat hij er dan als voorwendsel met de lange haren bij wordt gesleept en er historisch onjuiste verbanden worden gelegd, want dan is het misschien nuttiger om met de jongeren te gaan sjoelen.


Foto: auteur


vrijdag, mei 23, 2025

Onthaasting




De hele maand dat ik in Griekenland was, hoorde ik dat het in Nederland zomer was en dat de temperatuur boven de twintig graden lag. In Griekenland was het iets te kil voor de tijd van het jaar. Op het ogenblik dat ik in het vliegtuig naar huis stapte, draaide het weerbeeld om en hebben we voorlopig zonnig weer, maar herfstachtige temperaturen. In Thessaloniki is het op het ogenblik zevenentwintig graden. Was ik er maar gebleven. Alhoewel..... binnenkort zal daar de eerste zomerse hittegolf wel uitbreken en die duurt meestal weken, in plaats van een dag of twee, drie bij ons aan de Noordzee.


Het is de eerste dagen na thuiskomst altijd even wennen. Vooral het fietsen. Ik bedoel, dat ben ik niet verleerd tijdens mijn afwezigheid, maar wat opvalt is de enorme haast die de gemiddelde Nederlandse fietser schijnt te hebben. Ook wie niet op een elektrische fiets rijdt of op zo'n a-sociale puber-fatbike moet doorgaans snel, sneller en snelst. Ik ben een type dat floreert bij een zekere mate van onthaasting, waardoor ik me steeds minder prettig voel in het fietsverkeer en ik zelfs enige afkeer van snelheid heb ontwikkeld. Evenals van gasten die rondracen op bulderende quads of op waterscooters voor het Groothoofd heen en weer scheuren.


Op zomerdagen wemelt het in de polders rond Dordrecht niet alleen van de (snel)fietsers, maar ook van die groepen nietsontziende wielrenners in hun bespottelijke kleding, die de fietspaden terroriseren. Het moet natuurlijk allemaal kunnen, maar van mij hoeft het niet.


Foto: auteur


maandag, mei 12, 2025

Tot zondag




Gisteren kennisgemaakt met Alexandros, het jongste lid van de familie. Een levendig, vrolijk ventje dat heel slim uit zijn ogen kijkt. Dat zie je na zes maanden al. Voor de kennismaking moest ik naar Athene. Met het vliegtuig is dat twintig minuten vliegen vanaf Syros, maar in tegenstelling tot mijn heenreis, was het toestel vertraagd. Een half uur werd op het vliegveld omgeroepen. Dat werd een uur. Ach, vooruit, we waren toch nog vroeg genoeg in Athene om er een mooie avond van te maken. Ik had ook de boot kunnen nemen, ik houd van varen, maar ik heb te veel chaotische taferelen in de haven van Piraeus gezien om daar aan te beginnen.


Ik blijf maar twee dagen in Athene. Genoeg voor familiebezoek, het afgeven van een boek bij het Nederlands Instituut en een maaltijd in het iconische Zorbas. Daarna roept Dordrecht, waar aanstaande zondag om 16.00u in Visser op de Groenmarkt 9 mijn boek Nazomer. Zestig brieven aan Stella wordt gepresenteerd. Ik hoop jullie daar te zien. Het belooft mooi weer te worden, dus de nazit kunnen we doen op het terras.


In dat boek zit behoorlijk wat Griekenland, zelfs het voorplat is Grieks. Flink wat Dordrecht trouwens ook en daartussen allerlei spannends. Het ere-exemplaar wordt uitgereikt aan dichter en boegbeeld van de Dordtse cultuur Ton Delemarre, die enkele gedichten voordraagt. Je krijgt er ook gratis en voor niks een praatje over ego-literatuur bij en uiteraard is het boek te koop. Het wordt een mooie middag, reken maar!


Foto: auteur


donderdag, mei 01, 2025

Hoax





'Mei Social Vrij', ik vind dat een beetje een zielig initiatief, waaruit weer blijkt dat de kreet "Nederland betuttelland' nog zo gek niet is. Waarom zielig en betuttelend? Omdat wordt verondersteld dat ik te onnozel ben om op een verstandige manier met sociale media om te gaan. Dat is een vergissing, al kan ik me die foute aanname toch ook wel een beetje indenken.


De laatste week ging er weer een stokoud bericht rond op Facebook over het gebruik van je foto's en andere gegevens. Om dat te voorkomen, moest je een tekst knippen en plakken waarin staat dat je Facebook geen toestemming geeft om, enzovoorts. Overduidelijk een hoax, jaren oud bovendien, maar een flink aantal mensen ging klakkeloos aan het knippen, plakken en delen.

Er zijn nogal wat gebruikers van Facebook die heel slecht lezen. Dat merk ik soms ook bij commentaar op mijn stukjes. Er wordt op de titel gereageerd, maar uit de reactie blijkt dat ze geen kennis hebben genomen van de inhoud of er geen snars van hebben begrepen. Er zijn ook mensen die kritiekloos aannemen wat anderen beweren. 'Als iedereen het zegt, zal het wel waar zijn.' Ik ben gelukkig niet uit dat hout gesneden, maar ik heb natuurlijk makkelijk praten. Ik heb aan de Universiteit Utrecht een vak gestudeerd dat je bij uitstek leert kritisch te denken.

Kortom, ik begrijp waaruit die campagne is ontstaan, uit de oer-Hollandse zendelingenreflex: ik ga jou iets aanpraten wat je misschien niet leuk vindt, maar doe het nu maar, want het is voor je eigen bestwil. Ik heb alleen nogal de pest aan dat soort zendelingen. Ik maak zelf uit wat mijn eigen bestwil is en dat is in dit geval een verstandig, dus kritisch en niet naïef gebruik van sommige sociale media.

Nog even een tip voor als je niet wil dat Facebook je gegevens gebruikt: twee klikken op Google en je vindt precies wat je daarvoor moet doen.


Foto: auteur



woensdag, april 30, 2025

Dies natalis




Het is altijd een genoegen om mijn goede vriend Dimitris te ontmoeten, hoogleraar aan de Pedagogische Faculteit van de Aristotelesuniversiteit en eens, in de jaren dat Stella nog leefde, onze achterbuurman. We ontmoetten elkaar in Baraka, een mooi, rustig gelegen café bij het Navarinoplein, net onder de ruïnes van het paleis van keizer Galerius (ca. 250-311). Nadat Loxias failliet ging, bleef Baraka over als trefpunt van kunstenaars en intellectuelen in de stad. Er is een uitgeverij aan verbonden en er worden regelmatig boekpresentaties gehouden.

We hadden het over het jubileum van de universiteit, die dit jaar haar honderdste dies natalis viert. Daarmee is het op een na de oudste universiteit van Griekenland en tevens de grootste met bijna honderdduizend studenten en medewerkers. Ik heb er, als het zo uitkwam dat ik tijdens het academisch jaar in Thessaloniki verbleef, een paar keer gastcolleges gegeven over de geschiedenis van Cyprus en af en toe ook over Nederland, meestal in de ronde, kenmerkende toren op de campus van de Pedagogische Faculteit. Ik had ook het genoegen om een paar keer te worden uitgenodigd voor een conferentie. Op een conferentie in, ik meen 2013, sprak ik over de geschiedenis van Nicosia. Het duurde geloof ik meer dan acht jaar voor het congresverslag in boekvorm verscheen, maar dat kan ik niet precies nagaan, want het staat in Dordrecht.

Langzamerhand zijn al mijn contactenpersonen bij de universiteit dood of met pensioen. Dimitris is nog de enige band die rest. Onvermijdelijk als je op gevorderde leeftijd raakt.


Foto: Anke & Lienke van Nugteren


maandag, april 21, 2025

Ga dat zien!




Op Facebook kwam ik een bericht tegen over het overlijden van de arabiste, juriste en presentatrice Laila Al-Zwaini. Daardoor kwam ik op het spoor van een documentaire-serie van Omroep West over de Oosterse collectie van de Universiteit Leiden. Die werd door Al-Zwaini gepresenteerd. Met veel enthousiasme merkte ik toen ik de serie, terug te vinden op Youtube, bekeek. Een ongelofelijk rijke en unieke collectie, die studenten en wetenschappers uit de hele wereld trekt. Van kleitabletten en papyrus tot moderne Arabische literatuur. Een serie die je niet mag missen.

Ik moest denken aan mijn jaren als leraar geschiedenis. Hoe bekaaid de oude geschiedenis van het Midden-Oosten eraf kwam in de schoolboeken. De Egyptenaren kwamen er nog wel in voor, maar het accent lag toch vooral op de Grieken en Romeinen. Babylonië? Assyrië? Zelden was er aandacht voor. Palestina? Ja, misschien dat de jongelui thuis wat bijbelse fictie opdeden. Zeven keer om de muren van Jericho lopen, dan dondert de boel wel in elkaar. Prachtig verhaal, maar desalniettemin kletskoek. Het kleine Cyprus, dat toch een bewoningsgeschiedenis van zo'n zevenduizend jaar kent, kwam soms alleen even in 1956 in beeld, toen de Engelsen het als basis gebruikten om de Suezkanaalzone binnen te vallen, samen met Israël en de Fransen. Ik kan het wel begrijpen, gezien de vele onderwerpen die moeten worden behandeld en de schandalig geringe tijd die daarvoor in het onderwijs wordt uitgetrokken, maar toch betreur ik het.

Een van mijn VWO-leerlingen ging in Leiden Assyriologie studeren. Enkele collega's deden daar wat lacherig over, maar inmiddels is ze al jaren geleden cum laude gepromoveerd in Leipzig en heeft ze een mooie positie aan de Karls Universität in Tübingen. Ik zie haar nog weleens hoogleraar worden in Leiden, met die fantastische Oosterse collectie. Zelf ben ik afgestudeerd in de contemporaine geschiedenis, maar ik voel me een generalist die geïnteresseerd is in zowat alles wat de geschiedwetenschap te bieden heeft. Wie weet ga ik op mijn licht gevorderde leeftijd nog eens colleges volgen in de Assyriologie. Het duurt alleen nog even voor ons onderzoek naar het Dordtse patriciaat in de achttiende en negentiende eeuw is afgerond en hopelijk tot een boek heeft geleid. Dat gaat nu even voor.


Afbeelding: still uit de documentaire De Oosterse collectie in Leiden. Sleutel tot het Midden-Oosten, Omroep West/Universiteit Leiden.


zondag, april 13, 2025

Negorij



Gisteren was ik te gast bij Drechtstad FM, de radiotak van RTV Dordrecht. In Studio De Witt, de wekelijkse uitzending over Dordtse actualiteiten op zaterdagmorgen, gepresenteerd door Ben Corino, vertelde ik over mijn nieuwe brievenboek Nazomer. Ook was ik er als 'dichter van dienst.'

Ik moest daar wel enige moeite voor doen. Na een gedwongen vertrek uit het Mediacentrum op het Leerpark heeft RTV-Dordrecht onderdak gevonden boven een autohandel in de Merwedestraat, een flink eind de stad uit, in een industriële negorij die niet om aan te zien is. Een kolere eind fietsen dus, tegen een gure ochtendwind in, tot bijna aan de oprit naar de Papendrechtse brug. Dan waren die vijf minuten van mijn huis naar het Leerpark toch een stuk aangenamer.

Een en ander is Ben Corino niet aan te rekenen. We hadden een prettig gesprek, het is terug te luisteren, en aan het einde droeg ik mijn gedicht 'In Athene' voor, dat in mijn recente dichtbundel Voor je het weet te vinden is. Nazomer wordt op 18 mei om 16.00u gepresenteerd in Visser op de Groenmarkt 9 in Dordrecht. 


In Athene


Je ziet kinderen in rijen op een plein

terwijl een schoolhoofd op luide toon

citeert uit een boek vol haat,

moord en doodslag.


Aan het eind van het verhaal

slaan ze op commando

braaf een kruis terwijl 

iemand een vlag hijst.


Daarna gaat het rij voor rij

het schoolgebouw in en daalt

er stilte over het plein. Het doet

je denken aan dat lokaal


met matglazen ramen, een bord,

een borstel en wat krijt, een 

vrouw in een baaien rok met 

plompe schoenen die je zou leren lezen.


In alle treurigheid het mooiste 

geschenk dat ze kon geven.

Al die sprookjes, al die moord en doodslag,

het kon je niet bloedig genoeg zijn.


Op de terugweg had ik de wind mee, wat de fietstocht wat aangenamer maakte, maar ik vraag me toch wel een beetje af of het niet veel beter zou zijn als RTV-Dordrecht een onderkomen zou hebben in het bruisende centrum van Dordrecht. Misschien kan de gemeente dat verpieterende rijksmonument op de Voorstraat 142-144 kopen en dat laten verbouwen tot een professioneel onderkomen voor wat binnen niet al te lange tijd de regionale omroep voor Zuid-Holland Zuid moet worden. Als de andere gemeenten die van die omroep mee gaan profiteren dan ook bijdragen aan de huur, komen de kosten er wellicht ook nog wel uit. Alles beter dan dat de boel daar over een poosje in elkaar dondert, want dat dat, zonder dat er iets gedaan wordt, gaat gebeuren is vrijwel zeker.


Foto: auteur


donderdag, april 03, 2025

Goed nieuws!





Fijn, Het Theewinkeltje, in de Nieuwstraat 34/36 in Dordrecht, waar ik al sinds jaar en dag mijn koffie en thee koop, is weer open. Dat betekent dat ik er weer gewoon naartoe kan en niet via de webshop hoef te bestellen. Natuurlijk kan on-line bestellen nog steeds, maar naar de winkel gaan is een stuk gezelliger. Dat komt niet alleen omdat de eigenaresse, Monique Blom, een heel leuke oud-leerlinge van mij is, maar ook door het concept.


Aan Het Theewinkeltje is nu een Schenkerij verbonden, waar je comfortabel je koffie, of anderszins kunt drinken, al dan niet met lekkernijen. Hoewel er bij mij best wel een kilootje af kan, heb ik gisteren bij mijn voortreffelijk klaargemaakte cappuccino een overheerlijk Ski-gebakje genuttigd. Ik wist helemaal niet wat een Ski-gebakje was, maar ik kan iedereen aanraden om er eentje in de Schenkerij te proeven. Je kunt er ook uitstekend lunchen of met vrienden een klassieke high tea bestellen.


Helaas kan Stella de nieuwe Schenkerij niet meer bewonderen, maar ze zou verrukt geweest zijn van de wanddecoraties van smaakvol aardewerk. Voor wie het niet weet, Stella beschilderde voor haar overlijden graag aardewerk borden. Ze had een hele collectie, die nu de woonkamer siert, en ze was ook een groot liefhebber van antiek aardewerk.



Binnenkort wordt de Schenkerij uitgebreid met een klein terras en als het weer het toelaat, kun je er ook heerlijk zitten in de tuin. Meer goed nieuws is dat achter de Schenkerij ook een winkeltje is waar al die lekkere en bijzondere soorten koffie en thee te koop zijn. Een bepaalde soort koffie, Dordtse blend, bevalt me al jaren zo goed, dat er altijd een paar pakken meegaan als ik weer eens een poosje naar mijn Griekse pied-à-terre afreis.



Foto's: auteur




zaterdag, maart 29, 2025

Pantoffelheld




Wanneer ik pijp en sigaren ben gaan roken herinner ik me niet precies, maar in ieder geval genoot ik er als student al van. Ik denk er graag aan terug. Vooral een pijp roken, meestal met goede Deense tabak, vond ik jarenlang heerlijk. Ik heb het roken er negen jaar geleden aan gegeven, wat geen probleem was. Ik rookte nooit over mijn longen, waardoor je nauwelijks nicotine binnen kreeg en er van verslaving geen sprake was.


Ik ben wel met tegenzin gestopt, op advies van mijn cardioloog. Die tegenzin komt voort uit mijn grote weerzin voor verbieders en betuttelaars in het algemeen en anti-rook zeloten in het bijzonder. Wij hadden een collega op school die het roken fanatiek bestreed. Hij was van nature al geen lachebekje, maar zijn buitengewoon onaangename gedrag jegens rokende collega's was niet alleen lomp, maar nogal opvallend. Op een dag begrepen we waarom. Tijdens een personeelsuitje nam hij zijn vrouw mee, die de hele dag sigaretten rokend rondliep. De grote anti-roker, die voor de klas ook nog eens buitengewoon autoritair was, bleek een laffe pantoffelheld.


Een tijdje geleden besloot ik weer eens een pijp te stoppen. Ik heb in mijn noodpakket ook een voorraadje tabak. Het smaakte me absoluut niet meer. Geen idee waarom, maar misschien verandert je smaak met de jaren. Als ik Indisch of Surinaams eet, vind ik het ook al snel te heet, hoewel ze mij in Suriname ooit een 'pepervreter' noemden. Mijn pijpenrek heeft sindsdien de status van museumstuk. Het zij zo.


Foto: archief auteur



maandag, maart 24, 2025

Artistiekelingen




See Sharp, de pop-rockband waarin mijn buurmeisje Minna speelt, trad op in Visser. Omdat ik met enkele vriendinnen had afgesproken eerst naar een kunstbeurs in Tilburg te gaan, kwam ik net na afloop aan. Tilburg, althans wat ik ervan heb gezien, is niet de fraaiste stad van het land, qua stadsschoon valt ze in het niet bij Dordrecht, maar ze hebben er wel een universiteit. Op de beurs zag ik een schilderij van Janette Havelska waarop ik direct de Voorstraatshaven en de Stadhuisbrug, ook wel de Lombardbrug, herkende. Er hingen meer Dordtse stadsgezichten. De kunstenares, zo bleek achteraf, woont in Dordrecht.


Ik was te laat voor de muziek, maar niet voor de nazit. Vanwege het lenteweer was het druk op het terras van Visser, maar ik vond toch snel een plek. Er was veel jong publiek. Nogal wat types die in mijn jeugd artistiekelingen werden genoemd. Ik was ruim vijftig jaar geleden ook zo'n artistiekeling. Daar kleedde je je op. In mijn geval een oude hoed en een afgedankte jas van mijn grootvader. Ik was zestien op de foto en speelde vanzelfsprekend in een band. 


Er kwam een zweem van jaloezie in mij op, omdat mijn dagen als artistiekeling al heel lang voorbij zijn, maar de aanblik van al die leuke, nieuwe artistiekelingen vond ik hoopgevend. We hoeven niet direct terug naar de flowerpower, maar een nieuwe generatie die zich verzet tegen de narcisten en schurken die het in de wereld voor het zeggen hebben zou mij zeer welkom zijn.


Foto: Ben Klok


maandag, maart 17, 2025

Khadija




Mijn eerste schooljaar als onderwijzer was nauwelijks begonnen of er meldde zich een Marokkaanse vader, vers in Nederland aangekomen, met vijf kinderen. Ze hadden in lengte iets van de Daltons. De langste, een jongen, was bestemd voor de zesde klas. De rest, in aflopende leeftijd en lengte, vond een plaats in de lagere klassen. Khadija, een van de meisjes, kwam bij mij in de derde. Ze spraken geen woord Nederlands. Probleemloos werden enkele vrijwilligsters aangetrokken om de kinderen zo snel mogelijk onze taal te leren, iets wat hen stuk voor stuk in recordtijd lukte.


Khadija was een vrolijk, levendig en vooral intelligent meisje. Ze ging met mooie cijfers over naar de vierde klas. Ik ging dat jaar mee naar de vierde, zodat ze twee jaar les van mij heeft gehad. In die twee jaar raakte ze innig bevriend met Laura. Toen Khadija en Laura in de vijfde zaten, bij mijn collega Wim, vertrok ik aan het eind van het schooljaar. Ik ging lesgeven aan een middelbare school in mijn woonplaats. Na de zomervakantie ontving ik een ontroerende brief van Khadija en Laura. Daarna verliep het contact.


Van Khadija heb ik nooit meer iets vernomen. Laura kwam ik na een paar jaar tegen bij mij in de buurt, waar ze stagiair was bij een fysiotherapeut. Zij wist niet wat er van Khadija was geworden. Ze waren geen van beiden op de reünie die enkele oud-leerlingen in 2015 hadden georganiseerd. Niemand wist ook iets van hen. Ik was als haar onderwijzer ervan overtuigd dat Khadija naar het VWO en vervolgens naar een universiteit zou gaan. Of dat ook is gebeurd? Ik zou het graag eens te weten komen.


Foto: S. Heemstra



zaterdag, maart 15, 2025

Schaterlach




De radio meldt dat Canada en Portugal de aankoop van gevechtsvliegtuigen in de VS gaan heroverwegen. Terecht. Je koopt niet bij een bondgenoot die je verraadt. Ondertussen hebben Trump en zijn vazal Vance de aanval ingezet op de wetenschap en de universiteiten en zagen we een schaterlachende Mark Rutte in het Witte Huis. David van Reybrouck publiceerde in de Standaard en in Trouw een buitengewoon verontrustende analyse van het wereldwijd opkomende fascisme. Hij legt een verband met de gevolgen van het neo-liberalisme en de opkomst van de sociale media.


Lang geleden kreeg ik een Fulbrightbeurs en bracht ik enige tijd door aan de University of Minnesota. Voor mij een levensveranderende ervaring: ik leerde er mijn vrouw Stella kennen. Ik maak mij ernstige zorgen over het voortbestaan van het Fulbrightprogramma, dat niet alleen voor mij veel betekende, maar van onschatbare waarde is voor de wetenschap en de internationale verbinding tussen wetenschappers. Dat is voor de cultuur- en wetenschapverachters in het Witte Huis niet van belang. 'Make America great again' komt neer op 'Make America backward again.'


In 1987 bezocht ik het Witte Huis. Ronald Reagan, goedlachse B-acteur, zwaaide er toen de scepter. Achteraf bleek hij een minder slechte president dan we toen dachten. Je zou hem, vergeleken bij Trump een baken van wijsheid kunnen noemen. Tijdens dat bezoek heb ik hem niet ontmoet, een gemiste kans. Voor Reagan, bedoel ik. Meer dan de helft van de Amerikanen hebben niet voor Trump gestemd. Dat geeft troost. En het schaterlachen van Rutte, natuurlijk.


Foto: auteur



woensdag, maart 12, 2025

Pietlut




Het lente-achtige weekeinde is weer voorbij. Het was even snel genieten in de wetenschap dat het zo weer over zou zijn. Ik heb er gebruik van gemaakt door de derde correctieronde van de proefdruk van Nazomer, dat binnenkort verschijnt en eind mei wordt gepresenteerd, af te maken. Op het aangename terras van brasserie (en filmtheater) De Witt. De tekst is naar de drukker. Er zullen nog wel enkele foutjes zijn blijven hangen. Die zijn voor de pietlutten onder mijn lezers.


Er was een tijd dat ik mij ook weleens een pietlut voelde, al besef ik dat dat niet terecht was. Ik doel op de talloze malen dat ik als een schoolmeester reageerde op het verkeerd schrijven van de naam van dichter Kees Buddingh'. Altijd weer zo'n sul die Cees schreef. Zo'n zelfde reactie komt bij mij op als ik weer eens zie staan dat Dordrecht in 1220 stadsrechten kreeg. Nee hoor, roept de schoolmeester dan, dat was toch echt iets eerder. Ik vind schoolmeester, ik was ooit heel kort onderwijzer, een erenaam. Ik blijf op dat soort hardnekkige foutjes reageren.


Gisteren heb ik afscheid genomen van Ilona (Thisgirlslife), die naar Spanje vertrekt. Ik ben een groot bewonderaar van haar muzikale talent. Ik hoop dat ze dat in het zuiden blijft onderhouden. We hadden een mooi gesprek in Visser, het onvolprezen epicentrum van het Dordtse kunstenaarsleven. Althans, zo voel ik dat. Onderweg naar huis was de temperatuur naar winterniveau gezakt. Tot troost heb ik de open haard aangestoken. Scheelt weer gas.


Foto: auteur






zondag, maart 09, 2025

Visje




Ik was bij een whiskyproeverij bij vrienden hier ter stede. Vijf bijzondere whisky's waarvan ik eerlijk gezegd nog nooit had gehoord. We hebben met smaak geproefd. Vanmorgen in de badkamer constateerde ik dat mijn embonpoint wat te geprononceerd wordt. Er moet een paar kilo af. Voorlopig even geen whisky's proeven en proberen de snoeppot en koekjestrommel niet aan te raken.


Vooraf een visje gegeten bij mijn overgrootvader, dat wil zeggen in het café-restaurant dat hij vanaf ongeveer 1875 tot 1900 uitbaatte. Toen deed hij het over aan zijn zus en zwager en begon een ander café een paar straten verder. Daar kwamen een keer per week, als het marktdag was, de eierboeren uit de polder bij elkaar en wie weet de mannen van de Boterbeurs, om de hoek. Mijn overgrootvader is in 1947 overleden, ik ben van 1951. Mijn moeder vertelde wel dat de man uitzonderlijk gierig was. Uiteindelijk bleek dat om zijn maîtresse uit Zwijndrecht te onderhouden.


Zwijndrecht! Ik kwam er als kind regelmatig met mijn ouders bij een oom en tante. Toen was het een beetje een afbraakzootje. Later ging ik er naar bed met wat mijn eerste vrouw zou worden. Toen wisten we dat nog niet. We moesten het stilhouden vanwege haar hospita. Nog later fietste ik er doorheen op weg naar de school in Hendrik-Ido-Ambacht waaraan ik lesgaf. Toen werd er al veel nieuwbouw gepleegd. Nu zetten ze wolkenkrabbers neer aan de oever van de Oude Maas en heb ik er eigenlijk niets meer te zoeken.


Foto: auteur




donderdag, maart 06, 2025

Mijsje




Er ligt weer een goed geslaagd brood af te koelen op het aanrecht. Tijdens het rijzen van het deeg heb ik het tuinmeubilair en de balustrade van de veranda schoongemaakt. Daarna ook nog wat pagina's van drukproef twee van mijn boek Nazomer bekeken. In bijna honderd pagina's twee kleine ongerechtigheden ontdekt. Het wordt lente, vandaar dat boenen.


Ik herinner mij dat in mijn boek En vooral: de gordijnen dicht de term oplaatbare batterijen is blijven staan. Niemand die dat aanvankelijk zag, pas jaren later maakte iemand mij erop attent. Ik moet nog steeds een beetje glimlachen om die oplaatbare batterijen. Ik gebruik in mijn verhalen soms de term baadt hij niet, hij schaadt ook niet. Er is altijd wel een betweter die de humor niet snapt en er een e-mailtje aan waagt. Zo iemand moet eens achttiende eeuwse teksten gaan lezen. In die tijd spelde men maar raak. In een verhoor van de Dordtse hoofdofficier (een ander woord voor schout) kwam ik meisje, mijsje en meijsje tegen en in alle drie de gevallen begreep ik dat het om een juffrouw van lichte zeden ging.


We hadden gisteren een zeer geslaagde, Franse avond in Visser. Een heerlijk driegangendiner, chansons en veel gezelligheid. Aan de stamtafel spraken we zoveel mogelijk Frans. Op onze manier dan, maar dat ging best aardig. Na afloop dronken we korenwijn XO van Rutte en moest ik ineens denken aan de meisjes uit de Rue de Budapest. Die moeten nu toch ook een eindje in de zeventig zijn.


Foto: auteur



zaterdag, februari 22, 2025

Pijplijn




Wanneer de presentatie plaatsvindt weet ik nog niet, want ik ben pas toe aan het corrigeren van de eerste drukproef, maar mijn volgende boek zit er aan te komen. Het is het derde - en laatste - boek met brieven aan Stella. Natuurlijk is het wat merkwaardig dat iemand, zeventien jaar na haar overlijden, nog iemand brieven aan haar schrijft. Dat is in de eerste plaats een literaire onderneming, die min of meer in het verlengde ligt van het bijhouden van een dagboek, iets waarmee ik mij ook al vele jaren bezighoud, zoals de lezers van mijn literaire dagboeken weten. Ook aan een nieuw deel literair dagboek wordt gewerkt. Hopelijk verschijnt dat in 2026.


In de tweede plaats is het een vorm van contact houden met Stella, die ik nog steeds als mijn partner beschouw, ook al denkt de burgerlijke stand daar anders over. Die ziet een weduwnaar als een alleenstaande. Feitelijk is dat natuurlijk ook zo, maar ik zie dat net even anders.


Er zit wat boeken betreft nog meer in de zogenaamde pijplijn. De avonturen van Warnaar, bijvoorbeeld, en ook op geschiedenisgebied is een en ander in beweging. Met collega Guus ben ik bezig met een onderzoek naar het patriciaat in Dordrecht in de 18e en 19e eeuw. Een meerjarig onderzoek, verwachten we. Voorlopig zijn we nog bezig aan het literatuuronderzoek, daarna volgt het archiefonderzoek, in het Hof in Dordrecht, met uitzicht op een van de mooiste, historische plekken van Nederland.


donderdag, februari 06, 2025

Kunstwerk jubileert





Het kunstwerk Ars celare artem van Ton van Dalen werd dertig jaar geleden geplaatst op de Noordendijk, of liever in de Noordendijk in Dordrecht. Dat was de aanleiding voor het schrijven van een verhaal met dezelfde titel dat werd opgenomen in mijn bundel korte verhalen IJzeren logica. Vanwege het jubileum publiceer ik het hier opnieuw.



ARS CELARE ARTEM


Het noordelijk gedeelte van de hoofdwaterkering rond het Eiland van Dordrecht heet voor de hand liggend Noordendijk. Hij begint aan de rand van het stadscentrum. De enige windmolen die Dordrecht nog heeft staat er te pronken. Een groot deel van de negentiende-eeuwse bebouwing is verdwenen. Het schipperscafé de Vrijheid, helemaal aan het begin, is op het nippertje gered, maar wat er nog staat aan huizen wacht op de sloop of is vervangen door zouteloze nieuwbouw. Voorbij de molen ligt een verlaten kantoorgebouw van het elektriciteitsbedrijf. Veel grauw beton en gebroken glas. Het soort pand waarin Amerikaanse pornofilms worden opgenomen. Het is een dijk waarover je uitsluitend uit noodzaak loopt.

De Noordendijk heeft ogenschijnlijk niets vertederends en toch mag ik er graag wandelen. Ooit kwam ik er vrijwel dagelijks. De vriend waarmee ik m.o.-geschiedenis studeerde woonde er, in een krot dat ook allang tegen de vlakte ligt. Van zeven tot tien zaten we achter de boeken, daarna schoven we op naar de Vrijheid. Daar liep het regelmatig uit de hand. Mijn studiemaat leed nogal onder zijn verlegenheid. Vrouwen durfde hij pas aan te spreken als hij dronken was. Als versierder was hij daardoor geen succes, maar soms verdween hij stilletjes met een weduwe in de overgang, die weleens wat anders wilde dan haar rantsoen Tia Maria. Dan bleef hij een tijdje weg uit het café. Toen hij op een ochtend wakker werd naast een gespierde lesbische beeldhouwster die nog lavelozer was geweest dan hij, besloot hij te verhuizen. Een paar jaar later was hij dood, gesloopt door een ellendige vorm van kanker.

Op de Noordendijk ligt een indrukwekkend kunstwerk. Het is in het voorjaar van 1995 gemaakt door Ton van Dalen. Tussen de rijweg en het trottoir loopt een betonnen rand, die bij extreem hoge waterstanden de vloed moet keren. In die rand heeft Van Dalen vierenvijftig gaten geboord, waarin buurtbewoners een voorwerp hebben gestopt dat hun dierbaar was. De gaten heeft hij afgesloten met gietijzeren deksels waarop de spreuk Ars celare artem staat, vervlochten met het silhouet van de rivierkruising ten noorden van het eiland (waar Merwede, Oude Maas en Noord samenkomen). Met dit monument heeft Van Dalen de dijk tot leven gewekt, een hart gegeven. De vaak ontroerende verhalen die verbonden zijn aan de afgestane voorwerpen zijn door Gert van Engelen opgetekend in een schitterend boek met de titel Putjes in de dijk. Van Dalen heeft de verhalen geïllustreerd met tekeningen van de verborgen voorwerpen.

Altijd lijkt het te waaien op de Noordendijk. Plotselinge ruk- en valwinden sjorren aan mijn kleren. Onheilspellend loeien ze door de gebroken ramen van het elektriciteitskantoor. Ze laten de oude molen op zijn fundamenten trillen. Een fietser zwoegt, de dijk vervloekend, voorbij. Ik loop op weg naar de Vrijheid langs de putjes van Ton van Dalen en denk aan nummer vijfenvijftig. Het putje van mijn eigen herinneringen.


In: Kees Klok, IJzeren logica, verhalen. Liverse, Dordrecht 2009


dinsdag, februari 04, 2025

Poëzieweek



Omdat het poëzieweek is, voor de verandering een gedicht op dit weblog. Het staat in mijn jongste bundel Voor je het weet, die te bestellen is bij de boekhandel, de uitgever (Liverse) of eenvoudig met een mailtje bij mij. Het adres vind je op keesklok.nl


Vertrek


Op weg naar het vliegveld

reed de taxi langs het bos

waar we ooit dagelijks voor 

het ontbijt gingen wandelen.


Soms droom ik nog de route: de eenzame 

pijnboom, de scheefgeroeste brandkraan,

het benedenkapelletje, de schaduwvallei

die leidde naar de bovenkapel.


Vandaar zagen we de stad in de diepte,

de havenkranen, de schepen op de rede,

met een beetje geluk de Olympos

aan de overzijde van de baai.


Niet lang na je dood kwam ik boven en zag 

dat de bankjes waar we altijd zaten

waren weggehaald. We waren 

niet meer welkom in het bos.






vrijdag, januari 24, 2025

Weg ermee!




Ik ben geen voorstander van referenda. Die gaan meestal over een versimpelde vraagstelling in een complex probleem, zoiets als 'wilt u Brexit of niet ?', waarover dan mensen moeten gaan stemmen die in veel gevallen te weinig of geen verstand van zaken hebben. Of die zich hebben laten opjutten door allerlei drogredenen van volksmenners als Nigel Farage of bij ons Geert Wilders. Zie de leugens rondom de Brexit en de fatale afloop voor de Britse economie, of het beruchte Oekrainereferendum bij ons. Dat we het referendum meteen na die idiote vertoning hebben afgeschaft lijkt mij volkomen terecht. Het was 'raadgevend', maar de regeringspartijen waren helaas uit electoraal winstbejag te bang het resultaat gewoon naast zich neer te leggen.


We hebben een democratie, stemmen voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten (die vervolgens de Eerste Kamer kiezen) en als zodanig zijn we vertegenwoordigd door een gezelschap dames en heren dat, idealiter, zich in de complexe problemen van de samenleving kan verdiepen en op grond van voldoende kennis besluiten kan nemen. Dat lijkt me wel voldoende. Jammer dat zoveel mensen de laatste keer op populistische halvegaren, schreeuwers en bedriegers hebben gestemd, dat is de zwakte van de democratie die zich wat mij betreft beter tegen dit soort oproerkraaiers zou moeten beschermen, bijvoorbeeld door de constructie van een eenmansstichting die zich uitgeeft als politieke partij te verbieden.


Twee regeringspartijen, de populistische boerenroeptoeter BBB en de NSC, het kindje van beroepstwijfelaar Pieter Omtzigt, stellen nu een referendum voor over de nieuwe pensioenwet. Een wet die na tien jaar discussie door belanghebbenden - de besturen (door ons deelnemers gekozen) van de pensioenfondsen, de vakbonden (waar wij, als we verstandig zijn, democratisch lid van zijn en waarin we volop kunnen meepraten), de politieke partijen (waarin je als lid ook invloed kunt uitoefenen) en nog wat ter zake deskundige adviesorganen zoals de SER - is aangenomen en nu in uitvoering is. Midden tijdens dit 'spel' komt een stel halfwaspolitici dat nog maar net in de Kamer zit, met een voorstel voor een referendum om de spelregels alsnog te kunnen veranderen. Behalve dat dit, zoals SER-voorzitter Kim Putters zegt, een schoolvoorbeeld is van onbetrouwbaar bestuur, zou ik niet weten wat ik moet stemmen. Ik ben hoogopgeleid, maar niet op financieel gebied en wil daarom op dat terrein niet de nepdeskundige gaan uithangen door te stemmen bij een referendum over iets waarvan ik, ondanks ooit wat colleges economie voor historici te hebben gevolgd, volstrekt te weinig kennis van zaken heb. De prullenbak in met dat onzalige idee!


Foto: auteur


woensdag, januari 15, 2025

Geen tijd



Tot op hoge leeftijd was mijn moeder actief in allerlei clubjes zoals de eetclub van de kerk, de vrouwenclub, de bingo-avonden van het bejaardenhuis waarbij ze de laatste jaren van haar leven een aanleunwoning had. Ook ontving ze vaak bezoek, als het familie van wat verder weg was, was logeren geen probleem. Tussendoor breide ze truien en sokken en ze hield van koken. Boodschappen liet ze nooit thuisbezorgen, want het wandelingetje achter de rollator naar de buurtsuper beschouwde ze als een uitje. Ze las ook veel en was een goede klant van de bibliotheek, want daar kon ze boeken met grote letters lenen. Een gevleugelde uitspraak van haar was: 'Jongen, ik heb helemaal geen tijd om dood te gaan'.


Toen ze langzamerhand de negentig naderde ging het allemaal een beetje moeizamer. Soms gingen we op zondag lunchen in het restaurant van het bejaardenhuis, soms ook wel ergens in de stad, maar ondanks dat het tijd en inspanning kostte kookte ze het liefst zelf. Van bezorgmaaltijden wilde ze niet weten en als ik suggereerde dat ze wat vaker in het restaurant van het tehuis zou kunnen gaan eten, zei ze: 'Je denkt toch niet dat ik de hele tijd tussen al die bejaarden wil zitten?'


Ik moet daar soms aan denken nu ik zelf op licht gevorderde leeftijd begin te raken. Ik heb ook het idee dat ik geen tijd heb om dood te gaan, iets wat ik voorlopig ook niet van plan ben als ik het voor het zeggen heb. Vorige week gaf ik nog een lezing, ik ben stevig bezig met een meerjarig onderzoeksproject, ik doe af en toe een rondje als stadsgids en binnenkort ga ik weer eens koken voor een paar oud-leerlingen waar ik inmiddels alweer jaren goed bevriend mee ben. Om het over lezen maar niet te hebben. Hoe moet ik anders mijn 'boekenpraatjes' op Youtube vullen?


Mijn moeder heeft het leven geleefd tot ze negentig werd. Dat vierden we in stijl met familie en vrienden. Kort daarop werd ze ziek en op 31 december 2006 overleed ze. Vroeg in de avond. Toen de uitvaartondernemer, in onze familie heet zo iemand een doodbidder, zijn werk gedaan had, brak het vuurwerk los. Mijn moeder hield niet van rustig afscheid nemen.


Foto: archief auteur



zondag, januari 12, 2025

Vlooien in mijn bed




In de weekendbijlage van Trouw (zaterdag 11 januari) staat een uitstekend artikel van Seije Slager over het nut van alcohol. Een mooi en weloverwogen antwoord op al het gedweep over 'dry January' en aanklevend gemoraliseer over alcoholgebruik. Ik heb het sowieso niet zo erg op activisten, ik denk bij hen steevast aan deze uitspraak van C. Buddingh': In iedere buiten-parlementaire actie schuilt een kiem van fascisme*, maar anti-rook en anti-alcohol messianisten haat ik als vlooien in mijn bed. Dat geldt trouwens ook voor veganistische geestdrijvers. Fons Nijpels is voor mij het wereldse alternatief voor de anti-Christ.


Goed, we zijn langzamerhand gewend aan rookloze kroegen, maar de herinnering is bij mij nog vers dat bij de borrel opgestoken werd en hoewel ik vind dat sigaretten nu niet direct fijn ruiken, mis ik nog altijd de heerlijke geur van een goede pijptabak of een kwaliteitssigaar. Hoewel ik officieel niet meer rook, steek ik een heel enkele keer nog weleens een sigaartje op of stop ik een pijp, waarbij ik dan met een zekere weemoed terugdenk aan mijn beide grootvaders, tevreden pijp- en sigarenrokers, die regelmatig genoten van hun borreltje.


Ik ken iemand die na enige hartproblemen van de dokter het advies kreeg te stoppen met roken en drinken. 'Vergeet het maar dokter', was het antwoord, 'er is ook nog zoiets als kwaliteit van het leven'. Een opvatting waar ik het mee eens ben. Plezier in het leven is een groot goed, zeker als je wat ouder wordt. Ik laat mijn borrel niet staan en zorg voor voldoende drank, sigaren en pijptabak in huis, voor het geval dat. Ze maken zogezegd onderdeel uit van het befaamde noodpakket van Rutte. Is die bangmakerij toch nog ergens goed voor.


*In: Een mooie tijd om later te worden. Amsterdam 1978, p. 62.


Foto: auteur



vrijdag, januari 10, 2025

Blunder




Een van de nuttige dingen die ik heb geleerd tijdens mijn verblijf aan de Universiteit van Minnesota is dat je bij het houden van een college of lezing nooit moet voorlezen van een papiertje. Het liefst spreek je uit het hoofd en desnoods gebruik je een paar kaartjes met wat steekwoorden, maar van een blaadje voorlezen bergt het gevaar in zich dat je betoog verzandt in saai en slaapverwekkend opdreunen. Levendigheid, noem het sprankelen, daar gaat het om.


Als ik een lezing geef lees ik nooit voor, maar dat herbergt ook weer een gevaar, namelijk dat je in het vuur van de strijd een blunder begaat. Dat overkwam mij afgelopen donderdag tijdens een 'kroegcollege' dat ik gaf in Visser's Poffertjes in Dordrecht over Top Naeff en Kees Buddingh' (een kroegcollege is een laagdrempelige lezing, de naam zegt het al, in een horeca etablissement). 


Toen ik een filmpje terugkeek, gemaakt door een goede vriendin, hoorde ik mezelf namelijk beweren dat Buddingh' na de HBS Engels-MO ging studeren 'aan de Nutsacademie in Rotterdam.' Fout! Dat was ik zelf. In 1970 heb ik daar een blauwe maandag Engels gestudeerd, wat geen succes was omdat in het eerste jaar alleen grammatica en fonetiek werden gegeven en er geen enkele aandacht was voor literatuur. Daar kwam ik juist voor. 


Kees Buddingh' studeerde Engels aan de School voor Taal en Letterkunde in Den Haag, hetzelfde instituut waaraan ik later Geschiedenis-MO studeerde. Aan Buddingh's studie daar danken we het fraaie gedicht kloppen svp, opgenomen in de bundel gedichten 1938/1970. Dat had ik mij tijdens het kroegcollege natuurlijk moeten realiseren.


Uit het hoofd spreken, ik blijf het doen, maar misschien toch maar met een kaartje met wat steekwoorden als geheugensteuntje bij de hand.





Foto C. Buddingh': Beeldbank Regionaal Archief Dordrecht nr. 552_301082