Ik zie hem nog glunderend een paar jaar geleden op het podium zitten bij de uitreiking van de eerste Academica Debutantenprijs. De Dordtse wethouder van cultuur. Hij glom van trots en deed het bijna voorkomen dat het respectabele bedrag dat sponsor Academica voor de prijs had uitgetrokken, eigenlijk het werk van de gemeente, in zonderheid de wethouder zelve was. Dat de gemeentelijke bijdrage bij die van Academica in het niet viel, scheen hem niet te deren. Dat de gemeente die prijs, een initiatief van de stichting Perspektief van wijlen Joop van Halen, een aantal jaren zelf had bekostigd, tegen een gering bedrag, was mooi. Zeker uit publicitair oogpunt. Het wekte de schijn dat de gemeente werkelijk iets gaf om literatuur en het zorgde voor veel goedkope reclame voor de stad.
In het eerste decennium van deze eeuw heb ik zelf ook even gedacht dat de gemeente Dordrecht zou breken met zijn traditionele politiek van verwaarlozing en achterstelling van de letteren in de stad. Er was een stadsdichter, die heel behoorlijk werd beloond voor zijn activiteiten, het schrijven van de biografie van de gebroeders de Witt werd door de gemeente mogelijk gemaakt, er was wat subsidie voor de stichting Perspektief, die daarmee heel aardige initiatieven ontplooide, er was een Dordtse Dag van de Poëzie (al weet ik niet of daaraan ook werd bijgedragen) en er was het Bead de Poetry-festival. Er was ook de Dordtse Dichterskring, maar die betaalde zijn eigen drank. Dat doet hij trouwens nog. De bedragen die werden uitgetrokken voor de letteren vielen nog wel wat in het niet vergeleken bij wat er in beeldende kunst en sport werd gestoken (sectoren die ik dat zeker niet misgun, maar dit terzijde), maar het verschil was minder schrijnend dan in voorgaande decennia.
Bij het aantreden van de nieuwe gemeenteraad, vorig jaar, begon ik mij enige zorgen te maken. De trotse wethouder van cultuur werd in de oppositie gedwongen en van de raadsleden vraag ik mij af, als ik zo eens hoor wat er omgaat, of ze echt wel allemaal kunnen lezen en schrijven. Zijn de Dordtse letteren bij dat gezelschap wel in goede handen? Ik betwijfelde het en werd steeds bezorgder naarmate onder de noemer van 'noodzakelijke' of 'onvermijdelijke' bezuinigingen weer een waardevol onderdeel van de Dordtse cultuur werd afgeschaft, met als klap op de vuurpijl de sluiting van het CBK, een cultureel baken met een grote, landelijke uitstraling dat binnenkort achteloos terzijde wordt geschoven. Zonder enig oog voor de funeste gevolgen, niet alleen voor de naam van Dordrecht en voor tal van kunstzinnige projecten, maar ook voor het Dordtse kunstonderwijs, waarin het CBK een cruciale rol speelt.
Vanmorgen las ik een klein bericht in De Dordtenaar dat meldde dat de gemeente geen subsidie meer geeft aan de Academica Literatuurprijs, zoals de Debutantenprijs tegenwoordig heet. Ook de stichting Perspektief verliest haar subsidie en moet uit het pand in het Steegoversloot vertrekken. Wat ik vreesde gebeurt: de afbraak van het letterenbeleid is begonnen en ik geef je op een briefje dat na de ambtstermijn van de Marieke van Leeuwen, de huidige stadsdichter, de functie wordt afgeschaft. Marieke kwijt zich met verve van haar taak, maar doet het al wel voor een kwart van wat Jan Eijkelboom ervoor kreeg en ik vrees dat men op het Stadskantoor nu al zint op een smoes om er over drie jaar vanaf te kunnen. Wellicht betreedt de gemeente nog de weg naar Damascus en volgt een opzienbarende bekering, maar ik vrees dat dat iets te veel is gevraagd. We zullen het niet van de gemeente moeten hebben, ben ik bang, om te voorkomen dat Dordrecht op cultureel en in het bijzonder op literair gebied weer een even achterlijk, vierderangs, provinciaal gat wordt als in de jaren vijftig van de vorige eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten