Eindelijk een beetje zomer, zucht Warnaar, terwijl hij zijn veranda aanveegt. Het is mooi die bakken met bloemen, maar al die verwelkte blaadjes mogen wat hem betreft automatisch oplossen als de boel is uitgebloeid. Gewoon lekker verdampen. Wat maakt het uit, er zit al genoeg troep in de lucht en dat zal alleen nog maar erger worden. Kijk maar eens naar satellietfoto's van West-Europa, waarop de luchtvervuiling is te zien en luister daarna naar het gezwets van rechtse hobbyisten in het parlement.
Hij betrapt zich op de heimelijke gedachte dat het vroeger een stuk beter was, maar dan denkt hij aan het Engeland uit zijn jeugd. De beroete treinstations, het grauwzwart dat de gangbare kleur van de gebouwen was in Manchester, Liverpool en in het relatief groene dorp van zijn familie. De slakkenberg van de laatste kolenmijn in die er nog in bedrijf was.
Die mijn is gesloten, Manchester en Liverpool zijn netjes opgepoetst, slakkenbergen verwijderd of herschapen in een heuvellandschap. Heel vaak met geld van de Europese Unie. Daarna vond het achterlijke deel van de Britten, dat zich liet voorliegen door schorremorrie als Johnson en Farrage, het welletjes. Ze kozen voor een Brexit. Engeland is mooi opgepoetst, maar het noorden is nog steeds zo arm als een legioen kerkratten en zal dat nog wel heel lang blijven. Hij zucht, misschien toch het familiebezoek nog maar even uitstellen, maar ja, waarom heeft hij zich dan scheel betaald aan dat klotepaspoort dat je tegenwoordig voor een reisje naar Engeland moet hebben?
Foto: auteur