Over
twee weken hebben we gemeenteraadsverkiezingen. De campagne is in
volle gang. Onlangs verscheen de volledige brigade van Beter Voor
Dordt in het stadion van FC Dordrecht, om de wedstrijd luister
bij te zetten. Misschien hebben ze ook wel, evenals de fans, luid
'Republiek Dordrecht' gescandeerd, maar dat weet ik niet, want ik
bevond mij op een andere tribune, op de Dyke Side, waar wij doorgaans
de doelpunten in de goal van de tegenpartij kijken, alleen toen even
niet. Het werd 1-1 nadat FC Dordrecht 17 goede kansen op de nipper
had gemist en nadat de scheidsrechter een doelpunt van Korte terecht
had afgekeurd, maar dat zeggen wij natuurlijk niet. Dan roepen wij
'voetbalbond maffia!' Of dat waar is kan iemand misschien eens bij de
heer Blatter navragen, of bij de sultan van Quatar, maar dit
terzijde. Ik moet zeggen dat ik ook op andere tijden weleens
raadsleden of een wethouder bij een wedstrijd zie, wat enige hoop
geeft dat het nieuwe stadion er ook daadwerkelijk komt. Als FC
Dordrecht promoveert moeten de cellenblokken voor de Feyenoord en
Ajax aanhang uiteraard piekfijn in orde zijn.
Ik
ga stemmen, zeker. Ik heb bij mijn weten nog nooit een verkiezing
overgeslagen. Ook geen raadsverkiezing. Die is belangrijker dan men
denkt, al herbergt de Dordtse gemeenteraad naast verstandige en
nadenkende leden ook een aantal zotten en domoren. Dat brengt de
democratie nu eenmaal met zich mee. De gladste prater krijgt vaak het
tij mee, maar kwebbelaanleg is nog geen garantie dat je een goede
schipper bent. De beroerdste redenaar, nog kaal ook en scheel, met
een te fors embonpoint en gekleed als in de vorige eeuw, kan de beste
ideeën hebben, maar krijgt vaak de handen niet op elkaar. Wie de
inhoud van zijn darmen goed kent en die keer op keer recht vanuit de
onderbuik aan het volk presenteert geniet niet zelden veel
populariteit. Wij kiezers maken er maar een potje van. Wij burgers
ook, omdat wij in grote getale te beroerd zijn tijd, geld en energie
in het lidmaatschap van een politieke partij te steken, zodat er vaak
droesem naar boven drijft in plaats van koffie. Ik ook, ik geef het
toe. Ik heb het ooit weleens bij enkele partijen geprobeerd, maar ik
ben eigenlijk alleen maar geschikt voor mijn eigen partij, de Partij
Klok Vooruit.
Ik
ben hard aan het nadenken wie dit keer mijn stem krijgt. Er staan
nogal wat bekenden op de verschillende lijsten, vrienden en
vriendinnen zelfs. De locoburgemeester en ik hebben jarenlang bij
elkaar in de klas gezeten. Er staan oud-leerlingen op en een dame
waarmee ik in een ver verleden het bed heb gedeeld. Geen van die
mensen behoort tot de categorie zotten en domoren. Ik zeg het maar
even, want ik houd niet van ruzie in de tent. Ook een reden om mij
niet actief met politiek te bemoeien. Ik heb overal een mening over,
maar ik ben geen liefhebber van het debat, behalve als het met de pen
wordt gevoerd. Dat elkaar vliegen afvangen en de slimste proberen te
zijn ligt me niet zo. Ik lees mijn ogen vierkant op websites en in de
plaatselijke pers. Klok weegt, Klok wikt en Klok beschikt. Op 19
maart, niet eerder. Soms denk ik: 'Woonde ik maar in Zwijndrecht, dan
wist ik het wel.' Daar heb je het Perengenootschap. De naam doet je
in eerste instantie de wenkbrauwen fronsen, maar je moet weten dat
lijsttrekker Wim van Pelt zich inzet voor behoud van het Perenlaantje
(weliswaar in Hendrik-Ido-Ambacht, maar zo mooi dat het van
gemeentegrensoverstijgendbelang is). Een sympathieke partij, maar ja,
ik zit aan de andere kant van de Oude Maas. Je kunt wel wethouder
worden in een andere gemeente. Jammer Wim, maar dan kom ik helemaal
niet meer toe aan gedichten schrijven.
©Kees
Klok
Foto: auteur
(zelfheid)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten