Altijd hetzelfde getob, denkt Warnaar, terwijl hij wacht tot de lezing met lichtbeelden begint. Een powerpoint presentatie heet dat tegenwoordig, maar volgens hem komt zoiets vrijwel altijd neer op gewoon een praatje bij een plaatje, zoals hij vroeger tijdens college aanhoorde. De professor projecteerde bijvoorbeeld de kop van Caesar op een scherm, dat meestal ietwat scheef en wankel op een standaard stond, en stak vervolgens van wal. Zo'n scherm dat ook werd gebruikt voor dia-avonden na een vakantie. Vrienden en familie hoorden beleefd, maar niet zelden knikkebollend, het goed bedoelde geklets aan in de hoop op een spoedige afloop en een stevige borrel.
Hij hoort dat er iets is met de 'beamer', zoals de projector aan het plafond in Nederland in universitair steenkolen-Engels meestal wordt genoemd. Het hele land papegaait het na, zoals het ook 'prajvasie' papegaait waar een beetje onderlegd Engelsman 'privasie' (met de i van ik) zegt. Warnaar ergert zich daar soms aan, al weet hij dat hij alleen zichzelf daarmee heeft. Iemand blijkt koortsachtig op zoek naar een zoekgeraakte afstandsbediening.
De projector hangt zo hoog dat alleen de Reus van Rotterdam hem met de hand zou kunnen bedienen, als hij op zijn tenen ging staan. Warnaar wordt vrolijk bij de gedachte dat hij sinds de 'beamer' zelden of nooit een lezing heeft bijgewoond waarbij de techniek probleemloos werkte. Hij kijkt geamuseerd naar de geërgerde en ongeduldige koppen om hem heen. Dan ziet hij dat de afstandsbediening op de projector ligt. Zo kan het dus gaan, glimlacht hij.
Foto: auteur